Stadhouder Eggerik
Ripperda van Overijssel
1584
Plaatsvervanger Willem van Oranje in Overijssel sterft roemloos achter de tralies
Eggerik Ripperda,
drost van Salland vanaf 1567 en in 1581 plaatsvervanger van Willem van Oranje in Overijssel, gaat de geschiedenis in als de belegeraar van Goor. De
aanval mislukt echter en hij sterft drie jaar later roemloos in een gevangenis
in de Noordenbergtoren van Deventer.
Wanneer zijn
vader Unico in 1566 overlijdt volgt hij hem automatisch op als drost van Salland. Eggerik
of Eggerich Ripperda trouwt met Agnes van Ittersum, een dochter van Johan
van Ittersum en Anna van Buckhorst. Hij is heer van Goor en beleend
met de huizen Weldam en Heeckeren bij Goor en Boxbergen bij Deventer. Al in 1555 is hij toegelaten tot de landdag van Overijssel.
Het huis Weldam draagt hij over aan zijn jongere broer Johan op 20 oktober 1568.
Goossen van Raesfelt tot Oostendorp, drost van Twente, en trouwt met
Agnes van Twickelo. Goossen is getuige bij de overdracht. De drost Van Raesfelt vlucht enkele jaren later weg uit Twente, vlak voordat Eggerik de verrassingsaanval op Goor inzet. (Lees ook: Eggerik als hoogste ambtenaar van Overijssel).
Rechts:
Judith van Twickelo, moeder van Eggerik Ripperda, geboren in 1510 of
1515 in Delden, trouwt op 15 of 21-jarige leeftijd met Unico (Unecho)
Ripperda die eveneens in Delden is geboren. Haar vader, Johan III 'de
rijke' van Twickelo, is drost van Twente en vestigingscommandant van Oldenzaal
en getrouwd met Jutte Sticke.
(Bronnen: Harry
Vrielink, oud-directeur VVV Delden en VVV Zwolle)
|
|
Boven: Een burgemeester van Zwolle rijdt de Sassenpoort uit en vraagt de boeren uit Mastenbroek om hulp tegen het staatse leger. Maar zij houden zich afzijdig.
|
Eggerik Ripperda, die bekend zou staan om zijn voorliefde voor alcohol, is het Spaanse gezag in het begin nog trouw. Hij huldigt met veel anderen de hertog van Alva nadat deze het leger van Lodewijk van Nassau in 1568 bij Jemmingen of Jemgun heeft verslagen. Eggerik staat bekend om zijn vorstelijke banketten na zijn benoeming tot drost in 1567. Hij tracteert bijna iedereen en drinkt 's middags vaak. Toen de magistraat van Deventer en een aantal edelen een aanval wilden doen op een schans bij Goor aarzelt hij geen moment en is van de partij. Eggerik is heer van Goor en bezit huis Heeckeren door zijn huwelijk met Agnes van Ittersum. De aanval mislukt jammerlijk. (bron Conrad Grietman Republiek van adel)
In 1570 maken de drost van Salland en zijn broer Johan Ripperda, heer van Weldam, deel uit van een deputatie uit Overijssel die aanwezig is bij het huwelijk van koning Philips II. (rechts het wapen van Van Ripperda)
Eggerik Ripperda speelt als drost van Salland samen met de rentmeester van Salland, Robert van Ittersum, en hopman Ulger een belangrijke rol bij het verdrijven van de katholieken in Zwolle waardoor de Malcontenten van Maarten Schenk enkele dagen later geen kans krijgen zich meester te maken van de huidige hoofdstad van Overijssel, Zwolle.
De Malcontenten, ontevreden katholieke edelen uit Wallonië, komen stadhouder Rennenberg te hulp nadat deze op 3 maart 1580 kiest voor aansluiting bij de unie van Atrecht. De katholiek Rennenberg kiest partij tegen de opstand. Op 15 juni 1580 eisen katholieke hoplieden en vaandrigs in Zwolle een baantje in de door gereformeerden bezette raad van de stad. Beide partijen pakken de wapens op.
De staatsen maken zich meester van het geschut, bezetten de Grote Markt, de Sint Michaëlskerk, de Kamperpoort en de Roode Toren. Ze werpen barricaden op in de Roggestraat. De katholieken stellen zich op in de Diezenstraat en de Smeden.
|
Burgemeester Derk Bastert probeert beide partijen te verzoenen maar een andere burgemeester duwt Bastert van het paard en rijdt de Sassenpoort (boven) uit om de ontevreden boeren van Mastenbroek op te jutten tegen de staatsen. De boeren zijn boos over de hoge belasting die zij voor de staatse huursoldaten moeten ophoesten. Maar de boeren houden zich op het laatste moment toch afzijdig. De staatse troepen verliezen de Diezerpoort aan de katholieken in Zwolle.
Rechts: De Zwolse katholieken veroveren de Diezerpoort maar het mocht niet baten. Zij verliezen uiteindelijk de macht in Zwolle op 15 juni 1580 wanneer staatse hulp uit Kampen naar Zwolle is gekomen. De troepenmacht van Een beeldenstorm 's avonds is het gevolg. (bron: Zeven eeuwen Zwolle van J.A.J. Temmink) |
|
|
Links: De beelden van de Sint Michaëlskerk worden aan stukken geslagen op 15 juni 1580. Met hulp uit Kampen verdrijven Eggerik en zijn mannen die dag de katholieken uit Zwolle. (Zie ook: Willem van Oranje's spion Joachim Pruist). Legerleider overste Maarten Schenk en zijn malcontenten (ontevreden katholieken) verslaan twee dagen later, op 17 juni 1580, het staatse leger van Van Hohenlohe op de Hardenbergerheide, zo'n dertig kilomter ten oosten van Zwolle. Maar de Waalse edelen komen te laat om Zwolle te redden voor de koning. Ze buigen af naar Groningen waar staatse troepen Rennenberg belegeren. |
Vlak voor begin van de Tachtigjarige Oorlog is de vesting Zwolle klaar. Aan de zuid- en oostkant van de stad zijn dubbele muren gebouwd. In 1581, een jaar nadat aanhangers van Rennenberg zijn verdreven, wordt de gracht ten westen van de binnenstad gedempt.
De aarden wal op de Jufferenwal is in 1583 of 1584 vervangen door een zware muur. De verdedigingswerken worden in het laatste kwart van de zestiende eeuw helemaal vernieuwd.
Rechts: Zwolle in 1581 door Georg Braun en Fransicus Hogenberg. De gracht aan de westzijde (onderkant kaart) verdwijnt dat jaar. |
|
|
Willem van Oranje stuurt op 30 januari 1581 vanuit Delft een brief aan Eggerik Ripperda (detail links) om in Twente, Salland en Vollenhove richters aan te stellen in 'de opengevallen plaatsen'. Er is net een groot stuk nieuw land aan de Staat der Nederlanden toegevoegd. Ripperda krijgt de functie van gedeputeerde (stadhouder) of vervanger van Willem van Oranje in Overijssel. Dit heeft hij te danken aan zijn diensten voor Willem van Oranje direct na het verraad van Rennenberg. Hij trad moedig op in Zwolle en redde de stad tegen het katholieke leger van de malcontenten (Walen).
Ook is een brief bekend die de prins vlak voor zijn dood schreef ter vervanging van de overleden Ripperda. De brief is gericht aan de ridderschap van Overijssel en verstuurd op 2 mei 1584. Willem van Oranje stelt voor als opvolger van Eggerik Ripperda Gerhardt van Warmelo te benoemen tot drost van Salland. (bron1, bron 2 en bron 3) |
|
In juli 1581 is Twente nog Spaans, wanneer
overste IJsselstein
met een kleine 1000 soldaten vanuit Deventer probeert Goor, de toegangspoort tot Twente, te veroveren. Bij het Schild
in het hartje van Goor stokt de opmars. Na twee weken strijd dwingt Maarten
Schenk
de staatse troepen tot overgave. Eggerik Ripperda en vele andere edelen,
onder wie Johan van Voorst,
wandelen de kerkers van kasteel Blijenbeek aan de Maas binnen.
In maart
1582 mogen Eggerik Ripperda en Matthijs van Wenckum naar Deventer reizen
om de Staten van Overijssel te vragen losgeld te betalen voor hun vrijlating.
De staten weigeren en wanneer het duo terug wil naar Blijenbeek nemen
de Deventernaren hen gevangen. Ze worden opgesloten in de Noordenbergtoren,
waar ze goede verzorging krijgen. Vrienden brengen wijn, Bremer en Lubes
bier, appels, vlees en post 'Op den toorn'. In 1584 sterft Eggerik er
in gevangenschap.
Het versterkte huis Boxbergen valt het jaar daarna op 6 februari in Spaanse handen. De nieuwe bezetters proberen Deventer in te sluiten en terroriseren de omgeving zozeer dat burgers uit Deventer, Zwolle, Kampen, Hasselt en Hattem de handen inéén slaan en Boxbergen op 7 september 1586 innemen. Het stadsbestuur overlegt onmiddellijk daarna over een ontmanteling van het huis. Maar al op 9 september staat het in brand (bron: Arnold Monnen, geschiedkundige 17e eeuw en havezaten in Salland Gevers en Mensema). Legerleider Stanley verraadt in januari 1587 Deventer aan de Spaanse commandant Verdugo.
Links:
Op de plek van het klooster Heeckeren stond eens het huis Heeckeren van
Eggerik Ripperda, drost van Salland, en onder aan het kaartje is de plek
van het kasteel Weldam van zijn broer Johan Ripperda te zien.
|
Noordenbergtoren
is uitkijktoren
en gevangenis
De Noordenbergtoren is een hoge verdedigingstoren geweest,
van waaruit de soldaten een goed uitzicht hebben op de vijand. De brug
over de IJssel uit 1482 leidt naar de Noordenbergpoort, een grote verdedigingstoren
die in 1487 gebouwd is. In 1578 is de spits van de toren geschoten.
In 1778 is de Noordenbergtoren gesloopt.
In het wegdek van de Gibsonstraat is de omtrek van de
Noordenbergtoren aangegeven. In de kelder van een parkeergarage zijn
nog restanten van deze toren te zien. De Noordenbergtoren is een losstaande
toren geweest.
|
Helemaal links: de brug over de IJssel en de Noordenbergtoren waar Eggerich
van Ripperda in 1584 sterft.
|
|
Links: Judith Ripperda, een zus van Eggerik, trouwt met Christoffel Schele van Weleveld. Christoffel en zijn vier jaar oudere broer hebben gestudeerd in Wittenberg. De broer van Christoffel zou Maarten Luther goed hebben gekend. De broers zijn overtuigde Lutheranen. De familie Ripperda hangt ook het nieuwe geloof aan.
Wigbolt Ripperda is als gouverneur van Haarlem na een maandenlang beleg gevangen genomen en onthoofd in 1573. Wigbolt is maar een jaar ouder dan Judith die pas in 1608 sterft. Wibolt is als echte watergeus een calvinist. Judith is een zusje van Eggerik, drost van Salland, Herman en Johan en dus een dochter van Unico Ripperda en Judith van Twickelo. |
|