Christoffer
Schele
(1529 - 1606)
Leerling van luther pleit voor godsdienstvrijheid
|
Eén van meet
af aan Oranjegezinde familie in Twente is de familie Schele. Christoffer
Schele, heer van Weleveld, zou samen met zijn broer Casper leerling van
Luther zijn geweest. De moeder van Willem van Oranje is eveneens luthers
opgevoed. Van Oranje en Schele zijn voorstanders van godsdienstvrijheid.
Maar Schele probeert zich neutraal op te stellen in het conflict aan het
begin van de Tachtigjarige Oorlog. Op het moment dat Willem van den Bergh
in 1572 Twente binnenvalt en de Spanjaarden verdrijft krijgt het pasgeboren
dochtertje van Christoffer Schele van Weleveld (1529 - 1606) en Judith
Ripperda (1534 - 1608) de geuzennaam Wilhelme, naar Willem van Oranje.
Peter is de geus Lodewijk (Ludwig) van Langen, een zoon van Christoffers
zuster.
Links:
Christoffer Schele van Weleveld is een geleerde. Hij scrijft het verhaal over de freules van Beckum.
|
Het Weleveld,
tussen Zenderen en Hertme, is een rijk landgoed met tal van tolrechten
over de belangrijke handelsweg tussen Deventer en Osnabrück en de Bornse
beek. Bij het Weleveld behoort bovendien een reeks boerderijen. Christoffel,
zoon van Sweder Schele van kasteel Schelenburg bij Osnabrück en Anna
van Welvelde, is een belangrijke heer. Hij vertegenwoordigt Overijssel
in de Staten-Generaal bij de ondertekening van de eerste unie van Brussel
in 1577, vlak na de pacificatie van Gent (1576). De Spaanse troepen
moeten de Lage Landen verlaten.
Bij de
vorming van de Unie van Utrecht is Overijssel neutraal. De provincie
ondertekent niet maar betuigt wel steun aan de unie. Na het verraad
van Rennenberg in 1580, de stadhouder van Groningen, Friesland, Drenthe
en Overijssel loopt over naar Spaanse zijde, barst het geweld in alle
hevigheid los in Twente.
|
Boven:
't Huys Welevelt opnieuw opgebouwd na de Tachtigjarige oorlog. Hendrik
Spilman maakte de tekening in 1737.
|
Boven:
De plek van het voormalige huis Weleveld (onzichtbaar in het bos op
het voorgrond) ligt strategisch op de kruising van de belangrijke handelsweg
tussen Deventer en Osnabrück en de waterwegen: de Bornsebeek en
Deurningerbeek, in het stroomgebied tussen Enschede/Hengelo en Almelo
(Regge en Vecht). Tegenwoordig zijn de beken hier gescheiden in een
vuilwater van de waterzuiveringen (links) en een schoon, hemelwater
beek (rechts). Hier zijn fraaie wandel- en fietsroutes uitgezet. De
foto is gemaakt in noordelijke richting.
|
Onderbetaalde
soldaten en ruiters van het Staatse leger van graaf Van Hohenlohe
en graaf Van Hardick plunderen er naar hartelust op los waarna de getergde
Overijsselse boeren naar de wapens grijpen. Ze noemen zich de desperaten.
Christoffer Schele en onder anderen de drost van Twente, Goossen van
Raesfelt,
vluchten. Judith Ripperda, de vrouw van Christoffer, volgt niet lang
daarna. De boeren bedreigen ook de landadel. Christoffer Schele van
Weleveld en Judith Ripperda keren nog even terug naar hun kasteel nadat
Maarten Schenk,
na de slag bij Hardenberg,
met zijn leger Malcontenten naar Groningen verdwijnt.
Maar wanneer
een Spaans leger optrekt via Zwolle naar Twente om Oldenzaal in te nemen
steekt Judith met de kinderen, haar man is al uitgeweken naar de Schelenburg,
hals over kop de grens bij Gronau over om door te reizen naar Rheine
dat in Spaanse handen is. Rentmeester Johan Schulten, stalmeester Johan
Barteling en kok George Kock blijven achter op het kasteel. Het echtpaar
blijft zestien jaar, zolang de Spaanse bezetting duurt, weg uit Twente.
|
|
Voornaam
landgoed
Christoffer Schele van Weleveld is een kleinzoon van Johan III
van Weleveld en Wilhelmina van den Rutenberg tot Grimberg. Wilhelmina's
moeder is een Van Twickelo en haar vader is Otto van den Rutenberg
tot Grimberg, eigenaar van uitgestrekte landgoederen.
Twee
kinderen van Johan en Wilhelmina, Anna en Steventje, erven de
bezittingen die op dat moment tot de voornaamste goederen van
de hele streek behoren. Steventje trouwt met Peter van Voorst.
Hun zoon Johan
wordt in 1575 beleent met de havezate Grimberg. Anna erft het
Weleveld en trouwt met Sweder van Schele uit Westfalen.
|
Links:
De grachten van het huys Weleveld zijn enkele jaren geleden opnieuw
uitgegraven. Daarbij is onder meer een stukje muur teruggevonden.
Foto's: Marcel Tettero |
|
Spaanse
soldaten veroveren in het najaar van 1580 Oldenzaal en controleren vanuit
de vestingstad heel Twente. Na de winter is Christoffer duidelijk dat
terugkeer naar Weleveld er voorlopig niet in zit en hij besluit met
zijn gezin naar het huis Santfort in Osnabrück te gaan.
Geplunderd
Het huis Weleveld wordt in 1582 wanneer de Spaanse soldaten onder Verdugo
Lochem belegeren, geplunderd. Johan Sturman, een zwager van Christoffers
buitenechtelijke dochter Christinam, krijgt het voor elkaar dat de brug
wordt neergelaten waarna hij en zijn mannen toeslaan. Zij roven vier
paarden en een aantal boeken. Stalmeester Barteling en kok George Kock
hebben de buik vol van de oorlogsdreiging. Zij gaan er vandoor en pakken
kostbare zaken in om ze in veiligheid te brengen. Maar wanneer nieuwe
rovers zich melden op het Weleveld moeten ze zich snel uit de voeten
maken met achterlating van de spullen. Veel oude brieven en zegels gaan
verloren.
|
Boven:
Familiewapens van Christoffer Schele tot Weleveld en Schelenburgh (links)
en Judith van Ripperda van het Weldam.
Het wapen maakt deel uit van het epitaaf in de Oude Kerk van Borne.
|
Boven:
Het waterslot Schelenburg bij
Schledehausen ten oosten van Osnabrück waar de vader van Christoffer
Schele, Sweder Schele vandaan komt.
|
Spaanse en
Staatse troepen bezetten in 1582 en 1583 afwisselend het huis Weleveld
en laten er weinig van heel. Er zouden soms wel enkele honderden soldaten
in hebben gebivakkeerd. Ziektes breken uit. De doden krijgen een graf
in de koestal omdat zij denken dat dit een kapel is geweest.
Boeren uit
de omgeving menen zelfs geesten, onder wie van Christoffer, te hebben
gezien. Maar Christoffer is nog in leven. Zijn zoon Sweder Schele schrijft
later dat boer Ter Haer van het Weleveld een kostbare brouwketel uit handen
van soldaten redt door het gevaarte in de beek te duwen en er mee de beek
af te varen.
In 1583
is de windmolen van het Weleveld deels verwoesten en de watermolen vernield.
Op de weilanden groeit vooral onkruid. Alleen de erven Veldhuis, Allerinkc,
Hilbertinck, Leferink en het Hulscher brengen nog geld op. Een garnizoen
bezet het erf Alminkhof en vernielt de oogst. Hetzelfde lot overkomt
de erven Cathe, Engbertink, en Esscherink. Krijgsvolk vernietigt het
gewas van erve Engerkink in Esmarke.
|
Boven:
Aliminchof ligt vlakbij het voormalige kasteel Weleveld dat eens ten
noorden ('boven') het Jachthuis stond.
|
Links:
Bij de Alminchof is begin 20e eeuw een aantal botten gevonden vermoedelijk
van soldaten uit de Tachtigjarige Oorlog. Een groep Waalse huurlingen
is hier gelegerd geweest. In 1582 is grond verkocht om de mannen
eten te kunnen geven. Bij de Alminchof of Alminkhof is ook een Middeleeuwse
landweer gevonden, dat is een wal begroeid met ondoordringbare bosschages
als hulst. Alminkhof en het naastgelegen Cotte horen bij het landgoed
Weleveld, dat ingeklemd ligt tussen de Azelerbeek (ook Rutbeek en
Oelerbeek) en de Bornse Beek. (bron: Landweren, borgen en postwegen
M. van Harten-Fransen uit Borne) |
|
|
Links
en boven: Op het Alminckhof, vroeger deel van het landgoed Weleveld,
zijn botten gevonden waarvan amateurhistoricus mevrouw Van Harten vermoedt
dat ze van Waalse soldaten zijn uit de Tachtigjarige Oorlog.
|
De Spaanse
stadhouder Verdugo ontbiedt Christoffer Schele van Weleveld naar Oldenzaal
te komen, maar Schele weigert waarna zijn bezit in beslag wordt genomen.
Christoffer die de koning van Spanje niets heeft misdaan vecht de confiscatie
aan.
Hij schrijft
in mei 1584 een brief aan de bevriende bisschop van Osnabrück, Hendrik
van Saksen, die de landvoogd in Brussel, de hertog van Parma, zover
krijgt een onderzoek in te stellen. Parma heft de verbeurdverklaring
na enkele maanden op. Christoffer Schele en Judith Ripperda krijgen
tien kinderen.
Bronnen:
Och ewig
is so lang van Jet Spits,
Gevers en Mensema, havezaten in Twente en hun bewoners,
J.J.Grootenboer en A.D. Verlinde
Grachten en vondsten van het Weleveld in Zenderen
|
Boven:
Het bouwhuis van de verdwenen havezate Grotenhuis aan de Lodieklanden
in Hertme behoort in de Tachtigjarige Oorlog ook tot het Weleveld dat
slechts een kilometer noordelijker ligt. Het bouwhuis is tegenwoordig
een rijksmonument en staat ook bekend als het spookhuis. Protestanten
vermomt als spoken zouden er katholieken verjagen. Volgens anderen zouden
katholieken die het gebouw als schuilkerk gebruiken, protestanten verjagen
wanneer zij te dicht in de buurt komen.
|
|
Laatste
freules Schele
Maria waakt tegenwoordig bij het spookhuis op de plek van de voormalige
havezate Grotenhuis aan de Lodieklanden in Hertme. Dit adellijk huis
dat van de riddermatige familie Van Averhagen (ook Overhagen) is geweest
die bij Oldenzaal veel boerderijen in eigendom heeft gehad, is door
de laatste freules Schele bewoond van 1718 tot 1731. Sweder van Averhagen
is rentmeester van Twente in 1569. De familie blijft na de reformatie
katholiek en wordt daarom geweerd uit de Staten van Overijssel.
Links:
Een mariabeeld beschermt bezoekers voor het spookhuis, het voormalige
bouwhuis van het kasteel. Foto: Marcel Tettero
|
Het Grootenhuijs
in Hertme bij Borne. Mogelijk gaat het hier (rechts) om een fantasietekening.
Feit is dat het om een groot kasteel gaat dat niet ver van het Weleveld
heeft gelegen. In de Oude Kerk van Borne ligt een grafsteen van Swer
van Overhaegen uit 1547. Lansberga van Overhaegen trouwt met Johan Mulert
tot Voerst, drost van Twente van de koning van Spanje.
(bron:
G.J. ter Kuile Havezathen).
|
|
|