De
vergeten veldslag aan grens met Bentheim
Op
de Hardenbergerheide vielen 1600 doden
17 juni 1580
|
Iedereen kent wel
een veldslag uit de Tachtigjarige Oorlog: Heiligerlee, Mookerheide en
Nieuwpoort. Maar ook in onze regio had een dergelijk groot treffen plaats
waarbij honderden soldaten als vliegen stierven. Vrijdag is het precies
425 jaar geleden dat op de Hardenbergerheide twee grote legers botsten.
Een reconstructie van die vergeten veldslag.
Onze regio
bleef de eerste jaren van de Tachtigjarige Oorlog nog buiten schot. De
watergeuzen oefenden in het begin een waar terreurbewind uit langs de
Hollandse, Zeeuwse en Friese kust. Pas na 'Den Brielle', de Tachtigjarige
Oorlog was toen pas vier jaar oud, kregen de Opstandelingen vaste voet
aan wal.
Philips van
Hohenlohe, die met de oudste dochter van Willem van Oranje trouwde, was
met zijn soldaten veel in het oosten van het land actief. Hij veroverde
de vestingstad Deventer op 19 november 1578 waarna de veroveringstocht
begon. Overijssel maakte vanaf dat moment deel uit van de nieuwe staat
in oprichting: Nederland. Maar het duurde niet lang of de Spaanse vlag
wapperde weer in Twente.
|
|
De slag
op de Hardenbergerheide bij Veenebrugge. Op de achtergrond is Hardenberg
te zien. Het Staatse leger onder Von Hohenlohe verliest de slag van
Maarten Schenk
die in Spaanse dienst is.
|
Toen Van Hohenlohe hoorde dat het Spaanse leger
onderweg is naar Zwolle, maakte hij in Coevorden rechtsomkeerd
richting Hardenberg om zijn vijand te verrassen. Maar hij eiste
teveel van zijn mannen die uitgeput aan de slag begonnen. Volgens een ander verhaal zou de Spaanse spion Mattisto Hohenlohe hebben verraden.
Infographic:
Alex Alferink van De Twentsche Courant Tubantia.
|
|
De slag op
de Hardenbergerheide had plaats bij Venebrugge, letterlijk: smalle doorgang
tussen moerassen. Ten noorden ligt de vestingstad Coevorden waar Von Hohenlohe
vandaan kwam. Helemaal onderin ligt Oldenzaal waar Von Hohenlohe twee
dagen eerder nog verbleef.
|
De soldaten
van Philips van Hohenlohe waren, net als de watergeuzen in de jaren daarvoor,
een ware plaag voor boeren en burgers die eigenlijk helemaal niets met
die oorlog te maken wilden hebben. Omdat hun soldij zelden op tijd werd
betaald haalden de huursoldaten zelf op wat hun toekwam. Bij de plunderingen
werd natuurlijk stevig gedronken. Toen Van Hohenlohe slag moest leveren
met de troepen van de Spanjaarden, hielpen de boeren maar wat graag mee
die Duitse graaf en zijn mannen een kopje kleiner te maken.
Wanhopig
De desperaten noemden de wanhopige boeren uit het Oversticht (Overijssel)
en Gelderland zich. Ze droegen een vaandel bij zich met daarop een zwaard
en een halve dop van een leeg ei. De boeren moesten het doen met stokken,
pieken en zeisen. Van Hohenlohe sloeg aanvankelijk nog op de vlucht. Maar
al snel kreeg hij met zijn goed geoefende ruiters de boerenbevolking weer
onder de duim. Het bloed van 700 Twentenaren en Sallanders vloeide in
de beken tussen Doetinchem en Raalte.
Muiten
Toen de katholieke stadhouder van Overijssel, Groningen en Drenthe,
graaf Rennenberg, op 3 maart 1580 overliep naar het Spaanse kamp sloeg
pas echt de vlam in de pan. Iedereen leek met iedereen te vechten. Muitende
Spaanse soldaten uit het zuiden stroopten het platteland van Overijssel
af op zoek naar eten. En Van Hohenlohe plunderde wat nog niet geplunderd
was. Steeds meer mensen riepen om aansluiting bij de verrader Rennenberg
om maar die verschrikkelijke Van Hohenlohe en zijn soldaten kwijt te raken.
De Staten van Overijssel telden op 13 april 1580 het enorme bedrag van
6400 daalders neer om de legeroverste uit te kopen.
|
Maar niet
lang daarna was hij al weer terug in onze regio. Van Hohenlohe kreeg opdracht
van de Staten-Generaal Oldenzaal te bezetten. Het Staatse kamp, dat steeds
verder radicaliseerde onder calvinistische invloed, vreesde dat het katholieke
bolwerk Oldenzaal zou overlopen naar het kamp van Rennenberg. Willem van
Oranje vroeg Van Hohenlohe daarna mee te helpen bij de belegering van
'de sleutel tot het noorden': de stad Groningen. De afvallige stadhouder
Rennenberg zat hier al drie maanden als een rat in de val.
Van Hohenlohe
moest medio juni, 425 jaar geleden, meehelpen bij die belegering van
Groningen. Vanuit Oldenzaal ging de mars met honderden huursoldaten
richting Uelsen in de graafschap Bentheim. De volgende dag bereikte
hij met zijn mannen al de vestingstad Coevorden, waar hij hoorde dat
vijandelijke, Spaanse troepen onderweg waren van Lingen, via Veldhausen
en Hardenberg naar Zwolle waar een pro-Spaanse opstand was uitgebroken.
Van Hohenlohe
bedacht zich geen moment en besloot de vijand te verrassen. Hij trok na
slechts een korte rust van enkele uren van Coevorden naar Hardenberg waar
hij het Spaanse leger bij Veenebrugge, dat letterlijk betekent: een smalle
doorgang tussen moerassen, aanviel.
Volgens een
partijdige kroniekschrijver had het Spaanse leger zo'n drie uur gerust
voor de slag begon. Het leger van Von Hohenlohe was uren over de uitgestrekte
Hardenbergerheide gezworven in een uitzonderlijke hitte. Het Staatse leger
had de meeste troeven in handen, maar de slag pakte heel anders uit. De
Staatse soldaten wierpen hun hoeden omhoog als teken van onverschrokkenheid.
Het geschut bulderde en een groep Spaanse speerruiters werd genadeloos
vernietigd. Een andere formatie sloeg op de vlucht.
Korte
metten
De beruchte cavalerie van Von Hohenlohe zette de achtervolging al
in. Maar toen keerde het tij. Het Spaanse leger sloot de Staatse troepen
in. Vijftienhonderd mannen verloren hun leven. Terwijl aan Spaanse zij
nog geen honderd doden te betreuren zouden zijn geweest. Soldaten vluchtten
richting Gramsbergen maar werden door boeren die alles hadden verloren
wat hun lief was, achterna gezeten. Kregen ze een soldaat te pakken dan
werd korte metten met hem gemaakt.
Rennenberg
kon na de slag op de Hardenbergerheide eindelijk opgelucht ademhalen.
Het beleg van Groningen werd opgeheven. Van Hohenlohe maakte Twente daarna
echter nog jaren onveilig. Hij stak plaatsen als Almelo, Delden, Goor
en Diepenheim in brand. Hij kon niet voorkomen dat onze regio daarna nog
zeventien jaar in Spaanse handen bleef.
|
Van
Hohenlohe betrokken bij het turfschip van Breda
-
Van Hohenlohe, geboren in 1550 in Zuid-Duitsland, verovert Deventer
voor stadhouder Rennenberg in 1578
-
Willem van Oranje vermoedt in januari 1580 dat de katholiek Rennenberg
overloopt naar het Spaanse kamp
- Op
3 maart 1580: het verraad van Rennenberg; Renneberg stapt over
naar het Spaanse kamp, Van Hohenlohe krijgt de rang van generaal
in het Staatse leger
-
Groningen, waar Rennenberg verblijft, wordt belegerd
-
17 juni 1580 Slag op de Hardenbergerheide
-
Philips van Hohenlohe sluit in 1582 de Prinsenhof in Delft af
na een aanslag op Willem van Oranje
-
Philips van Hohenlohe en Maria van Oranje Nassau verloven zich
een maand later aan het sterfbed van Willem van Oranje. Als door
een wonder herstelt de prins van Oranje echter.
-
Van Hohenlohe, opperbevelhebber van het Nederlandse leger, en
prins Maurits krijgen een knallende ruzie na de dood van Willem
van Oranje. De jonge Nederlands Staat zou bescherming krijgen
van Engeland als Engeland Vlissingen in onderpand krijgt. Maurits
is markies van Vlissingen en weigert in te stemmen waarna Van
Hohenlohe Maurits zou hebben toegeschreeuwd zijn adviseur te willen
verdrinken in de haven als Maurits niet van mening verandert.
-
Van Hohenlohe verovert Terneuzen in 1584 en Grave in 1586,
-
Van Hohenlohe verwoest Helmond in 1587
-
Van Hohenlohe en Maurits groeien steeds verder uit elkaar. Maurits,
21 jaar in 1588, aast op de bezittingen van de oudste zoon van
zijn vader, Philips Willem van Oranje-Nassau. Maria, de aanstaande
vrouw van Van Hohenlohe, behartigt de belangen van Philips Willem
die al jaren in Spanje gegijzeld wordt.
-
Luitenant-generaal Van Hohenlohe en prins Maurits maken in 1590
internationaal naam met het turfschip van Breda, de Nederlandse
variant op het paard van Troje.
- Maria
van Oranje Nassau, gravin van Buren, en Philips von Hohenlohe
trouwen in 1595. Ze kennen elkaar dan al 30 jaar. Het paar krijgt
geen kinderen.
|
|
Bronnen:
De prijs
van het bloed van J. Doorn, Geschiedenis van Overijssel, Ach Lieve Tijd,
Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel, Gott betert desen tidt A.
de Bakker en D. Schlüter.
Zie ook:
Philips
van Hohenlohe
|
|