Pruist rooft Twente leeg
1580 - 1585
De
beul van Delden is spion van Willem van Oranje
Een roofridder van
het oude stempel is Joachim Kerstin Pruist (ook Prusse). Hij is aanvankelijk aanhanger
van Willem van Oranje. Maar wanneer hij zich ontpopt als een wrede rover
die niets en niemand ontziet, verliest hij zijn functie in het staatse
leger. Uit wraak voor zijn ontslag speelt hij kastelen aan de Regge in handen van Spanje
dat het hoofdkwartier in Oldenzaal heeft. In z'n eentje trekt hij rovend het
platteland over. Na een jaar wordt hij gegrepen en op de Markt van Zwolle
onthoofd.
Rechts:
Pruist probeert vanuit Schuilenburg aan de Regge de Spaanse soldaten in
Oldenzaal en omgeving het brood uit de mond te stoten.
|
|
Boven:
Het voormalige kasteel Schuilenburg staat op de kruising van de belangrijke Twenteweg, tussen Zwolle en Almelo, en aan de drukbevaren rivier Regge, net buiten Hellendoorn. Iedereen die vracht vervoert moet er tol betalen.
|
Wanneer
stadhouder Rennenberg op 3 maart 1580 in Groningen overloopt naar
het Spaanse kamp probeert Maarten Schenk
met zijn Malcontenten vergeefs Zwolle in het kamp van koning Philips II
te manoeuvreren. De aanval op Zwolle mislukt waarna er een beeldenstorm
los barst in of rond juni 1580. Het bestuur van Zwolle is voortaan
gereformeerd en sluit zich aan bij de Unie van Utrecht. Op hun terugtocht verwoesten de Malcontenten kasteel Kranenburg (Craanenburg) in Berkum van de familie Mulert. Lubbert Mulert is in 1584 overste-luitenant van de graaf van Bronckhorst. Hij trouwt met Catharina van Teckelenburg. (Bron: havezaten in Salland)
Spionnen
van de prins van Oranje houden zich al enige tijd op in Zwolle
en omgeving, zoals de hopman Lubbert Ulgher van
Swol (ook Lubert Ulger), die uit Groningen vlucht. Ulger is waarschijnlijk de eerste
persoon die Willem van Oranje, hij is in Kampen, over het verraad
van stadhouder Rennenberg inlicht. Ulger ontketent een opstand in Zwolle. Hij verslaat op 15 juni 1580 met een legertje de katholieke vijand en/of een aantal Spaanse soldaten in de Diezerstraat. (Zie ook: Eggerik Ripperda, drost van Salland). De kapiteins Adma Caldenbach
en Joachim Kerstin Pruist zijn andere spionnen van de prins
van Oranje in Zwolle. Vooral Pruist ontpopt zich als houwdegen
van formaat.
|
Links: Het
familiewapen van Ulger is te vinden in de Grote Kerk van Almelo.
Hopman Lubbert Ulgher van Swol licht Willem van Oranje in over het
verraad van Rennenberg. |
|
Pruist is kapitein van de infanterie en tevens ritmeester
van de cavalerie (ruiters). Iedereen, niet alleen de katholieke
meerderheid van de bevolking, is bang voor hem.
Van
Hohenlohe slaat in maart 1580 een opstand van boeren die zichzelf desperado's noemen, neer in twee
slagen bij het klooster Sion in de buurt van Deventer en bij Raalte. De boeren zijn de plunderingen door
de slecht betaalde staatse ruiters meer dan zat. Van Hohenlohe boekt succes
en zijn mannen vermoorden 700 opstandigen van het boerenleger.
In september
1580, na een mislukte opstand van katholieken in Zwolle, probeert Rennenberg
nog een keer Zwolle in te nemen. Pruist maakt dan naam als verdediger
van de hanzestad. Hij verjaagt ook de Spaanse troepen van de havezate
Kranenburg.
|
Boven:
De beroemde tekenaar C. Pronk tekende eeuwen geleden Schuilenburg.
|
|
Pruist bezet
jarenlang de kastelen Schuilenburg en Rhaan (Rha op het kaartje) bij Hellendoorn.
Schuilenburg ligt zeer strategisch, op de kruising van de drukbevaren
Regge en de verbindingsweg tussen Zwolle en Twente. Pruist beschouwt het
schoutambt Hellendoorn als zijn domein.
In juni
1582 steekt Pruist Stad Delden en Goor (Goer) in brand en verjaagt de
bevolking. De Spaanse soldaten, die steeds verder oprukken, mogen geen
voedsel uit dit gebied meer krijgen. De Spaanse leiding legert daarom een garnizoen op kasteel Twickel bij Delden. Wanneer de Staten-Generaal in 1584 besluiten de tactiek van de verschroeide
aarde toe te passen gaat Delden helemaal in vlammen op. Zie Villers.
Kaart
links: Schuilenburg ligt aan de Regge bij Ham (het voormalige huis Den Dam, nu sporthal Voordam Hellendoorn).
Op deze kaart uit 1660 is Twente (geelgekleurd) het 'werkgebied' van Pruist.
De vrijbuiters van Pruist zitten ook op Rha (Rhaan) dat maar enkele honderden meters ten noorden van Schuilenburg heeft gelegen. De Regge ligt centraal in Twente. Maar de Regge stroomt ook door Goor
(Goer oe=oo), terwijl op de kaart de Regge rechts van Goor stroomt. (Opmerking
bij de kaart: Boven is west en rechts is noord)
|
Ver
in de omtrek van de Schuilenburg maakt Pruist naam door te roven en
te moorden. Boerderijen gaan in vlammen op. Eind juni, begin juli
1584 branden Diepenheim, Goor en Delden en in 1585 is Almelo aan de
beurt. De tactiek van de verschroeide aarde, ingezet nadat ook Zutphen valt, zou een vinding zijn van
de al eerder genoemde Lubbert Ulgher uit Zwolle. Staatse troepen
steken grote delen van Twente, Salland, de kop van Overijssel en de
Achterhoek in brand om de Spanjaarden uit te hongeren. De Spanjaarden houden nu gewoon strooptochten in het lutherse, dus 'ketterse', graafschap Bentheim.
Adolf
van Neuenahr, stadhouder van Overijssel, Gelderland en Utrecht,
kijkt goedkeurend toe hoe zijn troepen het platteland verwoesten. De adel, bewoners van de (verlaten) havezates,
doet echter een dringend beroep op de Staten-Generaal de bevolking van
het platteland te ontzien. Stadjes, dorpen en buurtschappen veranderen in een puinhoop.
De markt in Zwolle blijft leeg. De handel komt tot stilstand. En dat
terwijl de Spaanse soldaten hun voedsel gewoon uit het Duitse gebied,
de graafschap Bentheim, halen. Bovendien zetten zij hun opmars vanuit
Oldenzaal voort.
|
Behalve
de edelen en de boeren verzetten nu ook de Zwolse burgers zich tegen
de tactiek van de verschroeide aarde. De maatregel wordt daarna versoepeld.
Groot probleem is dat er na de dood van Willem van Oranje geen leider
is. De zoon van de Zwijger, Maurits, is pas 16 jaar.
Kanonnen
Kapitein Joachim Pruist doet in 1585 weer van zich horen. Pruist neemt 'met zijn rovers' havezate Den Ordel aan de Vecht bij Zwolle in en overvalt reizigers. (bron: havezaten van Salland Gevers en Mensema). Hij eist
in Deventer kanonnen op voor de verdediging van de Schuilenburg tegen
de oprukkende Spaanse soldaten en hij richt grote schade aan, aan het goed Krijtenburg bij Wijhe, tot grote woede van de eigenaar, de Deventer magistraat Derk van Mouwick.
Pruist
krijgt zo'n slechte naam dat hij wordt beschuldigd van roof en afpersing (ransoeneren). Bij de Staten wordt
officieel een aanklacht tegen hem ingediend. Het bestuur van Deventer besluit korte metten met Pruist te maken.
|
Boven:
Een zeer oude tekening van Die Stadt van Deventer aan Die Isell (IJssel)
met helemaal rechts de twee torens van de Bergkerk waar de Schipbeek uitmondt
in de IJssel.
|
Boven:
Middeleeuws festival in 2004 in Deventer. Op de achtergrond de eeuwenoude
Bergkerk. Foto Marcel Tettero.
|
Het bestuur
van Deventer zet de wreedheden van Pruist op papier voor de Staten-Generaal
die al gauw ingrijpt. Pruist verliest zijn ruiters. De voormalige spion
van Willem van Oranje mag nu alleen nog met toestemming optreden.
Pruist
is zo ontdaan dat hij enkele kastelen aan de Regge in handen van de
Spanjaarden zou hebben gespeeld. Maar voordat hij het landgoed Schuilenburg
uitlevert aan de Spanjaarden steekt hij het slot in brand.
Spaanse
soldaten bezetten het Schoutambt Hellendoorn. Pruist heeft geen rooie
cent meer en dankt zijn laatste soldaten af. Hij gaat in z'n eentje
op rooftocht. Eind 1585 loopt hij tegen de lamp. Hij wordt gevangen
genomen naar Zwolle gebracht. Burgemeester Thomas Knoppert bestempelt
hem als straatrover. Een beul onthooft Pruist in het openbaar op de
Grote Markt.
|
De
beul van Delden
Joachim
Kerstin Pruist krijgt de bijnaam de beul van Delden. Delden heeft
veel te lijden in de Tachtigjarige Oorlog. Kerstin Pruist, Lubbert
Ulgher, Gerard van Warmelo en de stadhouder Adolf van Neuenahr van Meurs
met de Graaf van Hohenlohe
en Villers (Joost de Soete)
belegeren het stadje. Stad Delden brandt in 1574, 1583 (Prüsse
of Pruist) en begin juli 1584 (Neuenahr/Villers).
De
straat Schoppenstede herinnert nog aan het feit dat Deldenaren
na de brand in schuren (schoppen) gaan wonen. Dit doen zij aan
de westzijde van het stadje, vanwege de rook die meestal in oostelijke
richting weg waait.
Doden
Bij de verovering van Schuilenburg, waar Pruist zijn hoofdkwartier
heeft, vallen 28 doden, volgens onderstaande bron. De doden zijn
allen vrouwen en kinderen. Het aantal gesneuvelde mannen is niet
bekend.
De
Spanjaarden herbouwen het kasteel Schuilenburg, maar in 1592 vechten
de vijanden weer om het kasteel. De Spaanse stadhouder Verdugo wil Schuilenburg wel overgeven,
maar dan moet het steen-voor-steen afgebroken worden. Dat willen
de Staatsen niet.
De
strijd om Schuilenburg begint opnieuw. De Staatsen winnen, maar
in 1606 nemen de Spanjaarden onder leiding van Spinola Schuilenburg
weer in. In 1609 begint het twaalfjarige bestand. De Spanjaarden
verdwijnen in die tijd uit Oost-Nederland. Maar pas vanaf 1629
is en blijft Twente Staats. Schuilenburg is in 1648, aan het einde
van de Tachtigjarige Oorlog, "out, slegt en bouvallig".
(bron: Schuilenburg)
|
Zie ook:
Kasteelterrein
Schuilenburg, een bezoek waard
Bronnen:
Harry Vrielink: de Stad Delden in 1570 Harry
Vrielink
De Geschiedenis van Twente van G.J.I. Kokhuis, Tweeduizend jaar Geschiedenis van Overijssel
van Klaas en Lykele Jansma en J. Boonstra. Terug naar
boven
|
|