Aernt van
Tetrode
~ 1430
tot ~ 1471
Stamvader
van honderden Tettero`s in Zuid-Holland
|
Aernt Willemsz. van Tetroe kijkt
op de tekening uit op zijn grote bezit in Wassenaar. Hij was er net als
zijn vader schout. Maar hij was ook heilige geestmeester (priester) van
Wassenaar en Heemraad in Voorschoten. Hij overleed omstreeks 1471.
Zijn opa, Arent (let op: re)
geboren circa 1350, was ook een belangrijk man. Als schout zwaaide hij
de scepter in Petten en Scoorl in Noord-Holland.
Op 25-jarige leeftijd gebruikt hij het zegel met het wapen van Van Tetrode,
blijkt uit stukken van de abdy van Egmond. Een jaar later was hij bij Hendrik
van Tetrode die een kapel in Limmen liet bouwen. Aernt zou de jongere zoon
van Hendrik kunnen zijn, gezien zijn zegel: drie meerbladeren plus een
barensteel.
(Op de afbeelding links is zijn naam fout geschreven:
Arent in plaats van Aernt) |
Arent is 45 jaar wanneer hij en zijn
broer Dirc als leenmannen van de graaf in Wassenaar
wonen. De graaf van Holland was even daarvoor verhuisd van Haarlem naar
Leiden. Dat blijkt uit archiefstukken uit het Twickelarchief van de Van
Wassenaars in Ambt Delden.
|
De oudste zoon van Arent was Willem
(overleden in 1487). Deze rijke bierbrouwer liet een van de oudste hofjes
van Leiden na: het St Stevenhof of Convent van
Tetrode. Hij schonk hiervoor onder meer het bezit in de Stevenhofspolder,
ten westen van de binnenstad van Leiden.
Willem stichtte voor het zieleheil van de bewoners en zijn ouders een vicarie op het altaar van de Hielige
Steven in de Onze Lieve Vrouwekerk.
De schenking bestaat uit vijf morgen
(ruim vier hectare) grond bij Hogewoertspoort bij de Barvoetbroeders. De
priester van de vicarie zal bij voorkeur komen, zo had hij bepaald, uit
zijn vaders geslacht uit Wassenaar of Leiden. |
Zijn tweede zoon, Danel, was net
als Willem een rijke brouwer in Leiden. Hij was kerkmeester van de St Pancraeskerk
en had elf kinderen, hoewel op het plaatje, rechts, sprake is van acht.
Jan, het derde kind, was actief in
de lakenhandel. Hij was ook brouwer, schepen (1475 en 1476), veertigraad
in Leiden in 1477 en gasthuismeester van de Onze Lieve Vrouwekerk in 1507.
In de zogeheten Jonker Frans oorlog vocht hij als kapitein aan de zijde
van Frans (van Brederode). Hij was dus een hoek. Uit zijn testament blijkt
dat hij een harnas had.
Zijn jongere broer was Willem (van
Wassenaar) van Tetrode. Hij leefde van het bezit in Wassenaar en
zijn zoon is de eerste vicaris op de vicarie van de heilige Steven in de
Onze Lieve Vrouwekerk. |
|
Over de opvolging van het vicariaatschap
is in de loop der eeuwen een juridisch gevecht ontstaan over het vruchtgebruik
van het land. Willem had als oprichter van de vicarie bepaald dat de opvolger
priester moest zijn en zoon van de oudste uit het geslacht van zijn vader.
De familie groeide twee eeuwen fors uit. Van verschillende kanten legden
nakomelingen claims en na de beeldenstorm moesten zij ook aantonen in de
nieuwe godsdienst te zijn opgevoed.
`Wij bekennen voor ons en onze
nakomelingen angenomen te hebben
een eeuwige Jaerghetijt memorie
van meester Aernt van Tetroe...`
Aernt Willemszoon vraagt de archedeken en domproost van Utrecht als zijn opvolger
te benoemen zijn neef Willem Dircszoon van Tetrode. Aernt en Willem waren
van adellijke afkomst.
Maar zij waren omstreden. Precies 25 jaar na de benoeming
voelt Willem zich niet meer veilig. De Spanjaarden zijn in aantocht. Hij
vlucht in 1572, vlak voor het beleg van Leiden. Claes Janszoon van Tetrode neemt dan bezit van de vicarie
en dat leidt veel later tot een rechtszaak. Pas in 1764, dus bijna twee eeuwen
later, komt er een definitieve uitspraak. Deze tak stamt af van Ysbrant
van Tetrode.
(Informatie van Wim Tettero)
De zonen van Willem Jansz. van Tetrode (ong. 1525 - ?), die de vicarie op het altaar van de heilige Steven in de Onze Lieve Vrouwekerk van Leiden stichtte, en diens kleinkinderen kregen het patronaat en vicariaat niet. Vermoedelijk voldeden zij niet aan de eis te zijn opgevoed in de nieuwe godsdienst. Alleen dan zouden zij de vicarie na de conformatie terugkrijgen. Het vicariaat ging naar Dirc van Sanen, zoon van Pieter Jansz van Sanen en Adriana. De grootmoeder van Dirc van Sanen was Geertruyt Danelsdr van Tetrode. Tussen 1610 en 1651 verzochten negen familieleden om de vicarie.
|
De claim op de bovengenoemde vicarie is het bewijs dat de Willemszonen tot de familie van Tetrode behoorden. Op een acte van de rk kerk staat dat zij zelfs met notaris van Thetrode naar Zoeterwoude gingen om te kijken naar een stukje land dat Willem van Tetrode, de oprichter van de vicarie, destijds aan de vicarie gaf.
Theoretisch bestaat nog de mogelijkheid dat de vader van de vier zonen van Willem naar moederszijde van Tetrode was genaamd.
Van die vader Willem, de vader van Jan, Arent, Cornelis en Jeroen, hebben we geen enkel bericht.
Behalve het feit dat zij familie zijn van de Van Tetrodes, zijn nog vijf vermoedens:
1. Gezien het vergelijken van leeftijden zou Willem een zoon kunnen zijn van Jan Jansz, van Tetrode
2. De gepachte landen van Jan Jansz. van Tetrode en zijn vermoedelijke kleinkinderen lagen vlak naast elkaar (zie Jan Jansz. van Tetrode. Langs de huidige Landscheidingsweg tussen Den Haag en Wassenaar).
3. De tak waar Jan Jansz. uit voortkomt kent overwegend agrariërs. Zijn broers en hun nazaten waren meer stedelingen.
4. De kleinkinderen worden vaak naar de grootvader vernoemen.
5. De eerste vicaris van de vicarie, mr. Arent Willemsz. van Tetrode , was een oom van Jan Jansz. van Tetrode. Het bestaan van de vicarie is in de familie dus wel bekend.
C. van Alkemade kopieerde van een schilderij de
stamboom van de familie Van Tetterode. Arent van Tetroe kijkt hier uit
over zijn landerijen in Wassenaar en Leiden. Zijn zoon Willem sticht met
een deel van de eigendommen in 1487 het Stevenshofje ofwel het convent
van Tetterode aan de Haarlemmerstraat in Leiden. Zijn kleinzoon is
Willem
Danielsz van Tetrode, de beroemde beeldhouwer.
|