Home
Het hofje van brouwer Van Tetrode

Kerkmeester St Pancreas in 1494

Net als Amsterdam en Haarlem telt Leiden veel hofjes uit de Gouden Eeuw. Sommige hofjes, de verzorgingstehuizen van de Middeleeuwen, zijn zelfs meer dan vijf eeuwen oud.

De meeste inwoners van Leiden kennen de imposante poort in de Haarlemmerstraat. Dit is de toegang tot het Stevenshofje. Mensen sleten er hun laatste dagen op kosten van hun voormalige buren: Willem van Tetrode en Christijn Arendtsdochter Bruine. Het kinderloze paar schonk veel land, onder meer de Stevenshofjespolder van 150 ha die tot 1966 in gemeente Wassenaar lag. Met de opbrengst van het land konden de kosten van de bewoners en het dertien woningen tellende gebouw makkelijk worden betaald.

Willem van Tetrode was een rijke brouwer. Hij kocht in 1484 het huis van zijn buurman. Drie jaar later overleed hij. Zijn vrouw leefde toen nog 21 jaar. Willem wilde begraven worden in de nabij gelegen Onze Lieve Vrouwekerk, voor het altaar in de kapel en daar had hij zo zijn reden voor.

De oprukkende Spaanse troepen aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog zorgden ook voor een onderlinge strijd tussen de Van Tetrodes in Leiden. Willem Dirckzoon van Tetrode pakt in 1572 zijn biezen wanneer hij wordt vervolgd door de Spanjaarden. Hij was 25 jaar vicaris in de Vrouwekerk. Claes Janszoon van Tetrode nam toen bezit van de vicarierechten. Pas vijf jaar na het ontzet van Leiden draait het Hof van Holland in Den Haag de klok terug.

Stevenshofje
Willem had samen met een aantal andere brouwers in 1461 het Brouwersgilde opgericht.

St Stevenshof aan de Haarlemmerstraat 50 in Leiden
De poort van het Stevenshof, één van de oudste hofjes in ons land uit 1487, kreeg in periode 1771 tot 1778 de poort die er nu nog staat.
Zij lieten in de Vrouwekerk een altaar bouwen ter ere van Maria, de Heilige Martelaren, Sint Steven en Sint Joris, de Heilige Anthonius en de Heilige Jonkvrouwe Sint Cecilia. De brouwers kozen Sint Steven als patroon waardoor het gilde de naam Sint Stevensgilde kreeg. Het hofje dat Van Tetrode in 1487 stichtte kreeg zo de naam Stevenshofje. In de 17e eeuw was Leiden één van de belangrijkste steden van Holland, met een universiteit, de eerste in ons land, en een bloeiende textielindustrie (laken).

1659 Casper Merian; midden Onze Lieve Vrouwekerk Leiden
Op de foto: Leiden vanuit het zuiden. V.l.n.r. De toren van het stadhuis, de Onze Lieve Vrouwekerk waarvan nu slechts een muur rest, de gloednieuwe Marekerk (de eerste gebouwde protestantse kerk), de Middeleeuwse burcht en helemaal rechts een stukje van de
Pancraskerk.

De weduwe van Willem had na de dood van haar man een vermogen van 2400 pond. De broer van Willem, Danel van Tetrode, had een brouwerij in Maredorp-Rijnzijde (zie kaartje), de plek waar zijn vader in 1480 woonde. Danel overleed op 25 mei 1518.

Volgens een andere bron echter al op 28 mei 1494. Hij was ook kerkmeester in de St. Pancraesker in Leiden. Hij erkende voor de schepenen van Leiden, anderhalf jaar voor zijn dood, twee morgen land in Voorschoten verkocht te hebben aan zijn oudere broer Willem. Het land is bestemd voor het St Stevenskloosterhof. Willem van Tetrode woonde in Mare(n)dorp aan de Haarlemmerstraat 50.

Leiden in de 17e eeuw Leiden krijgt in 1266 stadsrechten van Floris V en de inwoners gaat het economisch voor de wind tot het begin van de zogeheten twisten tussen de Hoeken en Kabeljauwen. Spaanse troepen houden se stad in 1573 in een ijzeren wurggreep. Leiden is in last. Beroemd is het ontzet. De geuzen zetten in oktober 1574 het omringende land onder water, waarna de Spanjaarden vluchten. Een nieuwe periode van welvaart begint. De lakenindustrie krijgt een krachtige impuls door de nieuwkomers: de gevluchtende Vlaamse ondernemers.

Leiden groeit met zo`n 100.000 inwoners uit tot tweede stad van Holland, na Amsterdam. Verval treedt daarna in. Leiden telt nog maar 30.000 hoofden aan het einde van de achttiende eeuw.

Op de plattegrond van Leiden is duidelijk de samensmelting van Nieuwe en Oude Rijn te zien met daar tussen de burcht. (zie ook de grote kaart).


Brouwer en kerkmeester

De vader van Willem en Danel was behalve brouwer ook kerkmeester van het St. Pancraes in Leiden. Hij stierf aan de pest in op 28 mei 1494. Zijn moeder had als weduwe een vermogen van liefst 6000 pond. Ze werd in 1511 begraven. (Tijdens de grote pestepidemie in 1655 stierven ruim 15.000 mensen op een inwonersaantal van ongeveer 50.000).

Tot de twintig rijkste inwoners van Leiden behoorden drie Van Tetrode`s. Zij bezaten ieder een vermogen van meer dan 4000 pond. Het rijkst waren de drappeniers ofwel lakenhandelaren, gevolgd door de brouwers. In 1477 woonden meer dan 23 brouwers in Leiden, onder wie meer dan vijf Van Tetrode`s.

Maredorp
Jan Aerendtszoon van Tetrode die net als Danel in de bon Maredorp woonde, had een vermogen van 2200 pond. Ook hij werd net als Danel begraven in de Pancraskerk van Leiden. Dat gebeurde op 20 januari 1527. hij woonde aan de Vloetbaen aan de Vest (later Vestsloot).

St Pancraskerk
Vanaf 1377 tot in de zestiende eeuw werd gebouwd aan de Hooglandse- of Pancraskerk. De kerk is nooit voltooid. Het schip had dezelfde hoogte moeten krijgen als het koor en transept.

In het koor van de kerk ligt een bijzondere grafsteen. De steen dateert uit de eerste helft van de zeventiende eeuw en markeert het graf van Justinus van Nassau en zijn vrouw Anna de Merode. Justinus van Nassau was een buitenechtelijk kind van Willem  van Oranje. Tegen de kerk werden in de zeventiende eeuw kerkhuizen gebouwd.

De familie van de auteur van deze website, Marcel Tettero, stamt waarschijnlijk af van Geertruyt Danelsdochter van Tetrode uit Leiden. Haar zoon, de goudsmid Hubertus Martenszoon Tettero, is op 5 mei 1726 geboren in Veur, waar de opa van de auteur 165 jaar later ter wereld kwam.


De Leidse Hofjes

Leiden telt 35 hofjes in de binnenstad. Deze hofjes zijn stuk voor stuk idyllische plekjes, waar het stadsrumoer is buitengesloten en waar het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan.

Hofjes zijn stichtingen, bestemd voor de huisvesting van arme bejaarden. Ze zijn zo genoemd omdat ze meestal gebouwd werden als een verzameling kleine huisjes rond een gemeenschappelijk binnenterrein.

De St Pancras gezien vanuit een Hofje Vaak is er slechts één in- en uitgang, die via een gang of door een hal uitkomt op de openbare weg. Gewoonlijk was er een portier, die de openings- en sluitingstijden in de gaten hield (dus op het vastgestelde uur de poort sloot en er niemand meer inliet) en verder hand- en spandiensten verleende aan de bewoners en de regenten. Het bestuur van de stichting bestond bij de stichting meestal uit familieleden van de stichter, maar later kwamen veel hofjes onder de zeggenschap van instellingen op het gebied van de armenzorg.

Vaak was er een aparte vergaderruimte voor het bestuur, de regentenkamer. In enkele gevallen is die kamer buitengewoon fraai aangekleed, zoals bij het hof Meermansburg.  De regenten regeerden soms met vrij strenge hand en bonden de bewoners aan een reglement, dat zeer veel zaken voorschreef. Voor de bewoners was het een grote gunst dat zij gratis mochten wonen en vaak nog uitkeringen in de vorm van brood, vlees, bier, hemden en schoenen kregen; daar mocht wel tegenover staan dat zij zich heel netjes en dankbaar zouden gedragen. Het leven in een hofje was doorgaans dan ook een toonbeeld van rust en netheid.

Hofjes werden meestal gesticht door rijke, bejaarde mensen. Zonder twijfel hoopten ze dat, na hun dood, de gebeden van de bewoners zouden helpen bij het verkrijgen van een plekje in de hemel.

Een groot deel van de oude binnenstad werd in 1807 verwoest toen een kruitschip dat in Het Rapenburg lag (achter de Pieterskerk) explodeerde. De zuidoostoever van Het Rapenburg is het oudst.

Een nieuw stadsdeel ontstond aan de voet van de oude burcht, waarna in de veertiende eeuw het dorp Mare, waar Willem van Tetrode woonde, aan de noordoever van de rivier de Mare werd ingelijfd bij Leiden.

Zie ook:
Cornelis Floris van Tetrode herdenkt Ontzet Leiden
In de voetsporen van Van Tetrode; een bezoek aan Leiden
Geheimzinnig schilderwerk uit Stevenshof
Een bezoekje aan Leiden en de Vrouwekerk