De
strijd in de Tachtigjarige Oorlog intensiveert wanneer Parma
(links) de opstand in de Lage Landen moet gaan onderdrukken.
Koning Filips II heeft in 1580 eindelijk vrede met de Turken gesloten. In plaats van op twee fronten moet hij nu op nog maar 1 front een kostbare oorlog voeren.
Parma is een militair die beseft dat je alleen met veel diplomatie
de steden in het zuiden (België) onder de duim kunt krijgen.
In het oosten proberen de Staten-Generaal Parma op afstand
te houden door het land te verwoesten nadat Rennenberg is
overgelopen naar het Spaanse kamp.
De koning van Spanje boekt slechts
langzaam terreinwinst. Twente loopt
leeg door het geweld. Almelo, Delden, Diepenheim, Hengelo
Goor en Haaksbergen worden deels en soms zelfs helemaal
verwoest. De Staatse oversten en hun huursoldaten zijn soms
net zo wreed als de geharde Spaanse soldaten, veelal veteranen. |
|
|
De
hertog van Parma, Alexander Farnese, draagt dit harnas uit 1570
niet op het slagveld maar voor parades. Parma verovert een hele
reeks steden.
Wanneer
ook Antwerpen in 1585 valt denken velen dat de Opstand verloren
is. Parma blijkt een briljant diplomaat die na de dood van Willem
van Oranje in 1584 zich een weg naar de overwinning praat. Toch
is de strijd nog niet verloren.
|