De
Nederlandse edelen staan in de jaren 60 van de zestiende eeuw voor een
dilemma. Als ze trouw blijven aan de koning moeten zij achter de strenge
geloofsvervolging gaan staan. Zouden ze echter vasthouden aan hun tolerante
houding tegenover het nieuwe geloof dan komen zij in conflict met
hun koning. De drie hoge edelen in de Nederlanden, Van Oranje, Van Egmond en Hoorne, proberen
een conflict met de koning te voorkomen. Maar zij zijn ook tegen de geloofsvervolging die de koning oplegt.
Alleen Hendrik van Bredrode, een van de rijkste grootgrondbezitters, waagt het leiding te geven aan een gewapende
opstand.
Hendrik van Brederode (hier links afgebeeld) is heer van Vianen en burggraaf van Utrecht. Maar
dat is niets meer dan een ere-titel. Hendrik ergert zich er aan dat hij in Utrecht
helemaal niets in de melk te brokkelen heeft. Gewone burgers ('geleerden' noemt hij ze) delen er
de lakens uit en dat moet stoppen.
Hendrik van Brederde is op jonge leeftijd page van keizer Karel V. In
1547 gaat hij met de hertog van Alva vechten tegen de Duitse protestanten. In die tijd staat de humanist
Dirck Coornhert
hem met raad en daad terzijde. Maar elf
jaar later, in 1558, is hij zelf protestants geworden.
Hij nodigt zelfs iedereen die vervolgd wordt om
zijn of haar geloof uit om naar de 'vrijstaat' Vianen te komen.
Extra belasting
Om de oorlog met Frankrijk te
kunnen betalen vraagt koning Philips extra geld. Hij wil een vaste belasting
invoeren maar de Staten-Generaal waarin de hoge edelen Van Oranje, Van Egmond, Hoorn,
Bergen, Berlaymont en Bossu zitten en twee 'geleerden' (Granvelle en Viglius),
zijn tegen. De vorst moet afhankelijk blijven van de Staten-Generaal,
zo willen de edelen die vrezen dat Filips alle macht naar zich toe trekt,
net zoals hij al in Spanje heeft gedaan. Alleen een eenmalige belasting kan er komen.
Wanneer de oorlog met Frankrijk voorbij is en Filips naar Spanje wil
vertrekken, hij spreekt geen Nederlands, weigeren Van Oranje en Van Egmond zitting te nemen in de Staten-Generaal.
Zij vrezen dat belangrijke zaken zonder hen worden besproken. Filips
weet hun vrees te ontzenuwen. Maar wanneer de Staten de koning vlak voor
zijn vertrek een petitie aanbieden waarin zij verzoeken vooral
Nederlandse edelen in de regering te benoemen, staat voor Filips de beslissing
vast. Hij zal nooit meer de Staten-Generaal bijeen roepen.
Landvoogdes Margaretha van Parma, die als landvoogdes de plaats van Filips inneemt, zou voortaan vooral
Granvelle, Viglius en Berlaymont raadplegen en de stadhouders (Van Oranje
van Holland, Zeeland en Utrecht; Van Egmond van Vlaanderen en Artesië;
Bergen van Henegouwen, Montigny van Doornik en Megen van Gelre) links
laten liggen. Aremberg is stadhouder van Groningen, Friesland, Drenthe,
Overijssel en Lingen.
Grote onrust ontstaat wanneer Filips de paus zover krijgt dat hij aartsbisdommen
in de Nederlanden sticht. De bevolking vreest dat de geloofsvervolging
nog verder toeneemt. Er komen drie aartsbisdommen: Utrecht, Mechelen
en Kamerijk en het aantal bisdommen stijgt van vijf tot achttien.
Foto
links:
De troonsafstand van keizer Karel V. Hij draagt zijn
zoon, koning Filips ll, op de edelen in de Nederlanden 'kort' te houden.
Burgerlijke ambtenaren ofwel 'geleerden' nemen de taken van de edelen over.
Filips regeert als een dictator. De edelen leveren veel van hun macht in en beginnen De Opstand.
De edelen staan op hun achterste benen wanneer de 'gewone burger' Granvelle
de belangrijke post van kardinaal in Mechelen krijgt. Zij verenigen zich in mei 1562 tot de liga
met het doel Granvelle te verdrijven. Ook willen zij dat alle belangrijke zaken
in De Raad van State worden besproken. De liga (Van Oranje, Van Egmond, Hoorne, Montigny,
Bergen, Aremberg en Megen) zoekt steun bij Hendrik van Brederode en de
graaf Van Culemborg. Bijna twee jaar later vertrekt Granvelle uit Brussel.
Van Brederode en de graaf van Hoogstraten rijden hem na en treiteren hem
(bron: Jaap ter Haar).
Schurk
Op 6 augustus 1564 brengen Willem van Oranje en zijn broers Lodewijk
en Hendrik een bezoek aan Van Brederode in Vianen. De Raad van State stuurt
Van Egmond naar Filips in Spanje. Van Egmond moet Filips vragen de strenge
geloofsvervolging te verzachten. Van Brederode vliegt vlak voor het vertrek
van Van Egmond de nieuwe aartsbisschop van Kamerijk in de haren tijdens een bespreking. Van Egmond
zou moeilijk te vervangen zijn, mocht hem iets overkomen, zo wordt gezegd.
De graaf van Culemborg zegt daarna dat een aartsbisschop van Kamerijk veel makkelijker
te vervangen is dan Van Egmond, waarna de aanwezige aartsbisschop opmerkt dat een nieuwe
Van Egmond net zo makkelijk te krijgen is als een aartsbisschop. Van Brederode
noemt de aartsbisschop een grote schurk en grijpt een kom waarin men zijn
handen wast. Van Egmond grijpt Van Brederode bij de arm en weet hem nog net op tijd
te kalmeren.
Steun van de hertog van Kleef
Van Brederode heeft ook contacten met protestantse edelen buiten de Nederlanden, onder wie de hertog van Kleef, de graven van Schaumburg (of Schouwenburg) en Neunar. Zij zijn familie van Van Oranje, Van Brederode en Hoorne. Van 8 tot 12 september 1565 zijn zij te gast in Vianen, waar ook Van Oranje, Van Egmond, Hoorne, de graaf van Hoogstraten en Culemborg bijeen zijn. De hertog van Kleef, Willem V de rijke, is het helemaal met Willem van Oranje eens. Er moet geloofsvrijheid komen. Maar dat mag niet met geweld worden bereikt.
De hertog van Kleef heeft een gewapend conflict gehad met keizer Karel V, de vader van Filips ll.
Willem de Rijke verliest in 1543 zijn hertogdom Gelre aan keizer Karel V. Hij trouwt in 1546 met de dochter van de broer van Karel V. Daardoor is hij nauw verbonden met het Habsburgse huis. Zijn beide zonen laat hij, zoals het hoort, katholiek opvoeden. Zijn vier dochters genieten echter een (ketterse) lutherse opvoeding.
De landvoogdes Margaretha van Parma zal het bezoek van het hertog van Kleef in Holland met wantrouwen hebben gevolgd. Van Oranje en Van Egmond proberen haar gerust te stellen. 'De Hertog van Kleef is de belangen van de koning zeer toegedaan', vertellen ze haar.
Willem de rijke laat vanaf 1548 een enorme citadel bouwen. Zie:
http://www.juelich.de
|
Afbeelding boven: Deze kaart geeft de situatie van de Nederlanden uit 1559 weer. Kleef, Keulen en Recklinghausen zijn neutraal. Veel edelen vluchten daarheen.
|
Foto
rechts:
Een voorstelling van een vastenavond in 1558. Veel eten en feestvieren. In werkelijkheid
is de bevolking arm en worden mensen die niet katholiek zijn keihard vervolgd
(inquisitie).
In 1565 komen de hoge edelen keer op keer naar Vianen om bij Van Brederode
te vergaderen. De koning heeft na het bezoek van Van Egmond nog steeds
geen antwoord gegeven op het verzoek van de liga. De ontevredenheid daarover
onder de edelen is groot. De koning heeft zijn handen op dat moment vol
aan de Turken die het eiland Malta dreigen in te nemen. Van Brederode maakt van zijn
hart geen moordkuil. Hij zegt dat de Turken wat hem betreft in Spanje
aan land mogen gaan. Maar de Turken lijden een nederlaag en ontruimen Malta.
Filips kan nu in de Nederlanden weer krachtig optreden.
Dat is nodig ook. Want steeds meer stadsbesturen staan afkerig tegenover
de vervolging. In oktober 1565 schrijft Filips dat hij geen strobreed
toegeeft aan de wensen van de liga. De calvinisten, die zich al lang bedreigd
voelen, zoeken steun bij hun adellijke geloofsgenoten, onder wie Jan van
Marnix, heer van Toulouse. Jan van Marnix stelt voor een bond van edelen
op te richten met als doel: opheffing van de inquisitie. Het stuk krijgt
de naam, het Compromis. Lodewijk van Oranje tekent als eerste het
stuk gevolgd door Van Brederode. Ook de graaf van Culemborg tekent evenals Willem van den Bergh die met Van Oranjes zuster is getrouwd. Zelfs katholieken tekenen.
Veel edelen vrezen dat hun bezittingen die vaak buiten de muren van de
steden liggen, het eerst worden geplunderd als er een opstand komt. De
ontevredenheid neemt nog toe wanneer er een hongersnood dreigt. De aanvoer
van graan stokt door de oorlog tussen Denemarken en Zweden. Bovendien
is de winter heel streng.
Antwerpen De ondertekenaars van het Compromis komen vaak bijeen. Van Brederode wil
met geweld Antwerpen innemen, maar Van Oranje is tegen geweld. Hij wil praten
en probeert de liga en de ondertekenaars van het Compromis op één
lijn te krijgen. Aremberg en Megen onttrekken zich aan de liga. Megen
informeert Margaretha van Parma zelfs over de plannen van de oppositie,
waardoor Van Parma bang wordt. Ze schrijft de koning dat zij nu niet meer
met veel geweld kan optreden tegen de oppositie.
Terwijl de Turken opnieuw Malta bedreigen onderzoeken de edelen de mogelijkheid
om troepen in Duitsland te werven. Tegelijkertijd proberen zij via het
Smeekschrift de strenge vervolging te beëindigen. Van Egmond en
Megen en de meeste edelen vinden wel dat de protestantse predikanten moeten
worden gestraft. Margaretha stelt iedereen gerust. Ze heeft al besloten
tot matiging van de plakkaten.
Op 31 maart 1566 vertrekken Hendrik van Brederode en Lodewijk van Nassau
van Vianen naar Brussel om er met zo'n 400 edelen Margaretha van Parma
het Smeekschrift aan te bieden. Berlaymont zou Van Parma tijdens het aanbieden hebben toegefluisterd
dat ze niet bang hoeft te zijn. 'Het zijn maar geuzen (bedelmonniken)'.
Van Brederode neemt het woord en zegt dat de leden van het Compromis ten
onrechte worden beschuldigd van opruiïng van het volk tegen haar. Ook
zouden zij niet samenspannen met buitenlandse vorsten. Daarna overhandigt
hij haar het Smeekschrift.
Geuzen
Margaretha van Parma belooft de wensen over te brengen aan de koning
en voorlopig de inquisitie te matigen. De edelen zijn echter nog niet
tevreden en bezoeken haar twee dagen later, op 8 april 1566, opnieuw.
Maar Margaretha blijft vaag en de edelen ontevreden. De graaf van Hoogstraten
verzekert de edelen die in het huis van Culemborg bijeen zijn gekomen,
dat de vervolging verzacht wordt tot de koning heeft geantwoord. Van Brederode
herinnert de aanwezigen er aan dat zij voor geuzen zijn uitgemaakt. Hij
stelt voor de naam als ere-naam aan te nemen. Ze bedelen immers om recht.
Zijn voorstel wordt met luid geroepen aangenomen: leve de geuzen.
Voordat zij uit elkaar gaan spreken de edelen af een bestuur te kiezen
om hun belangen te behartigen. Hendrik van Brederode, Lodewijk van Nassau,
de graaf van Culemborg en Willem van den Bergh vormen het nieuwe bestuur
onder leiding van Van Brederode. Ze besluiten een medaille om de hals
te dragen met aan de ene kant een afbeelding van een bedelnap en aan de
andere kant het hoofd van de koning. In alles trouw aan de koning tot
aan de bedelnap, ook al zouden ze straatarm worden.
Ontslag Van Brederode is verontwaardigd wanneer Margaretha drie edelen uit haar
hofhouding ontslaat omdat zij het Compromis hebben ondertekend. Hij lucht
op 17 mei 1566 hierover zijn hart in een brief aan de landvoogdes. Zij
antwoordt hem kortweg dat zij daarin vrij staat te beslissen. Ondertussen groeit de
aanhang van de geuzen in Holland pijlsnel, mede dank zij de propagandamachine
van Van Brederode. De drukkerijen draaien op volle toeren. Veel vluchtelingen keren uit Engeland terug naar hun
geboorteland.
De koning houdt echter de poot stijf en weigert de Staten-Generaal bijeen
te roepen, een belangrijke wens van de edelen. Maar het volk ruikt de vrijheid. Sommige calvinisten komen
zelfs in het stadsbestuur. Ze streven godsdienstvrijheid na. Velen menen
dat na de aanbieding van het Smeekschrift de boodschap van de plakkaten
geschorst zijn en dat dit te danken is aan Hendrik van Brederode, de grote
geus.
In juli 1566 doet het gerucht de ronde dat Megen een aanslag op Antwerpen
voorbereidt. Op 5 juli neemt Hendrik van Brederode zijn intrek in herberg
De Rode Leeuw in Antwerpen en spreekt de burgers toe: 'Burgers van Antwerpen.
Ik ben gekomen om jullie te beschermen tegen de inquisitie en de plakkaten.
Ik hoop dat de burgers zich met mij verenigingen om dat doel te bereiken.
Als jullie hiermee eens zijn toon het dan door het opsteken van de hand,
terwijl ik intussen op jullie gezondheid drink.'
Muil der wolven Van Brederode voelt zich bedreigd in Antwerpen en schrijft aan Lodewijk van Nassau:
'Wij zijn hier in het muil der wolven. Elk ogenblik zijn wij in gevaar,
dat men ons de keel komt afsnijden.' Van Brederode adviseert de calvinisten
alleen gewapend naar de hagenpreken te gaan. Honderden calvinisten belegeren
het onderkomen van Megen, het Huis van Aken van de bankier Schetz. Megen
weet te ontkomen.
Margaretha van Parma zou het liefst zien dat Megen of Aremberg de rust
in Antwerpen herstelt. De kooplieden, die de handel weer op gang willen
brengen, vragen haar Van Oranje, de burggraaf van Antwerpen, in te schakelen.
De Antwerpenaren en Van Brederode zingen 'leve de geuzen' wanneer Van Oranje
voor de stadspoort verschijnt. Maar Van Oranje stelt daar geen prijs op.
Hij is neutraal.
De volgende dag al vertrekt Van Brederode naar Sint Truiden waar zo'n
200 edelen bijeenkomen. Sommigen vinden het Compromis te ver gaan en zeggen
hun lidmaatschap op. Nu treedt Lodewijk van Nassau en niet Van Brederode
op als leider. Wellicht zit Van Oranje hier achter. Hij wil immers nog
steeds geweldloos het geloofsconflict oplossen. Van Oranje drukt medio
juli in Duffel Van Brederode, de graaf van Culemborg en Lodewijk van Nassau op het
hart dat zij de openlijke calvinistische preken niet moeten bevorderen.
Van Brederode en de graaf van Culemborg willen de steun van de hoge adel
niet missen en stemmen met tegenzin in.
Hagenpreken Maar rijke calvinistische kooplieden dwingen de edelen wel toestemming
te geven voor preken in de openbaarheid. Bovendien moeten troepen worden
gehuurd omdat er toch een aanval dreigt. Het geld daarvoor moet van de
kooplieden komen. De edelen bieden Margaretha van Parma een tweede Smeekschrift
aan waarin zij verklaren alles te hebben gedaan om de Hagenpreken te voorkomen
en dat zij nog steeds wachten op het antwoord van de koning op het eerste
Smeekschrift. Ook vragen ze of de Staten-Generaal bijeen mag komen,
waarin Van Oranje, Van Egmond en Hoorne de toon aangeven. Margaretha is
daar tegen. Ze houdt liever zelf alle touwtjes in handen.
Spanning Van Brederode is in augustus weer in Vianen samen met de graaf van Hoogstraten
die zich niet veilig voelt in Hoogstraten omdat Megen daar met troepen
vertoeft. De koning stuurt dan een brief waarin hij toestemming geeft
de geloofsvervolging te matigen. Maar hij schrijft ook aan de landvoogdes
dat de calvinisten alleen genoegen nemen met volstrekte vrijheid van godsdienst.
De spanning blijft, vooral wanneer calvinisten eigen kerkgebouwen
eisen.
Op 10 agustus sneuvelen beelden in Steenvoorde. Wanneer Van Egmond vijf
dagen later van Ieper naar Brussel vertrekt voor een vergadering van de
hoge edelen sneuvelen ook daar beelden in kerken en kloosters. Ook Antwerpen valt ten prooi aan
de beeldenstorm zodra Van Oranje de stad verlaat. Megen adviseert Margaretha
krachtig op te treden, maar de hoge edelen weigeren dit te doen met vreemde
troepen. Margaretha voelt zich in de steek gelaten en wil weg vluchten
uit Brussel. De edelen halen haar over te blijven en het Compromis te
ondertekenen. Ze doet dat. Alleen de koning moet nog overstag gaan.
Van Brederode trekt eind augustus door Holland. Hij hoort van de beeldenstorm
en schrijft Lodewijk van Nassau dat alleen op last van de overheid beelden
uit de kerken mogen worden gehaald. Hij probeert de abdij van Egmond te
beschermen tegen de beeldenstormers. Van Brederode vreest het plunderen van
kloosters en kerken. Dat mag wat hem betreft alleen moet toestemming van de overheid.
Want mogelijk zouden de gewone burgers ook de kastelen
en de huizen van de edelen leegroven.
Bedreigd Wanneer Van Brederode in Hoorn hoort dat het Compromis is opgeheven reageert
hij verbaasd. Van Brederode wordt zelfs bedreigd met de dood. De voorzitter
van het Hof van Holland zou in Den Haag een galg laten oprichten voor
hem. Tijdens Van Brederode's verblijf in Alkmaar is alles rustig. Maar
al een half uur na zijn vertrek sneuvelen de beelden van het Franciscaner
klooster.
Margaretha van Parma is enkele dagen later boos op de burggraaf van Antwerpen,
Van Oranje, die toestaat dat lutheranen en calvinisten openlijk hun geloof
beleiden. Hij geeft zelfs toestemming kerken te bouwen. Zij wijst er op
dat alleen prediken is toegestaan. Ook Hoorne staat toe dat de calvinisten
een eigen kerk bouwen. Omdat Van Oranje als burggraaf de handen vol heeft
aan Antwerpen vraagt hij Maragetha Van Brederode aan te stellen als stadhouder
van Holland en Utrecht. Maar ze weigert.
Ondertussen sneuvelen de beelden in Utrechtse kerken. De calvinisten
hebben echter te weinig invloed in Utrecht om Van Brederode aan te stellen
als hun leider. Van Brederode, die de rust in Utrecht zou kunnen herstellen,
laat bolwerken bouwen in Vianen. De beelden uit de kerk van Vianen laat
hij in veiligheid brengen. Op 1 oktober predikt voor de eerste keer een calvinist in
de kerk van Vianen. Een poging om Van Brederode de volgende dag Utrecht
in te smokkelen mislukt. 'Burgers van Utrecht' vragen Van Brederode binnen
de poorten van de stad te komen. Wie dat is, wordt niet meer duidelijk.
Zie ook:
Volgende pagina
Lodewijk
en Hendrik van Nassau
De
Tachtigjarige Oorlog
|