Kapitein
Wolter Splinter bevrijdt Hengelo
1594 - 1596
Verliefd stel herenigd nadat Spanjaarden
zijn verdreven
Boven:
Waarschijnlijk is dit de oudste tekening van het Huys van Hengelo. De
tekening is toegeschreven aan J. Stellingwerf (1667-1727). De havezate
is tussen 1525 en 1530 gebouwd en zeker drie keer centrum van bittere
gevechten in de Tachtigjarige Oorlog. Een grote grafsteen van de grondlegger
van het Huis, Frederik van Twickelo (?-1545), staat in de Oude Kerk
van Stad Delden. Het huis van Hengelo vervalt na 1750 en wordt in 1821
met de grond gelijk gemaakt.
|
De heren van Hengelo,
de familie Van Twickelo, zijn in de Tachtigjarige Oorlog niet of nauwelijks
in Hengelo. Adolph van Twickelo woont na 1575 in de Beugelskamp
bij Denekamp, is commandant van de Deldense schutterij van 1587 tot 1590, en overlijdt in 1591 in Spaans Oldenzaal. De andere tak
Van Twickelo woont in kasteel Twickel bij Delden. Zij staan bekend als
trouwe dienaren van de koning van Spanje. Voor andersdenkenden is er
geen plaats.
De Spaanse
bezetters in Oldenzaal die met spionnen een oogje in het zeil houden,
ontdekken onraad in Hengelo. Het
begin van de Tachtigjarige Oorlog is al bijna 30 jaar oud wanneer een
immigrant, een linnenkoopman uit Danzig, verkering krijgt met een dochter
van een rijke familie uit Hengelo.
|
Huis
van Hengelo staat lange tijd leeg
Frederik
van Twickelo (foto links als drost van Rheda) junior is 30 of 31 jaar
wanneer zijn vader Adolf van Twickelo in 1591 sterft. Frederik volgt
hem op als heer van Hengelo. Frederik is in de leer geweest bij graaf
Aremberg, stadhouder van Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en
Lingen. In 1568 komt graaf Aremberg om in de slag bij Heiligerlee.
Frederik van Twickelo zet zich in voor het katholieke geloof door in
het Spaanse leger te dienen. Maar hij keert zich af van de oude religie,
na het zien van de gruwelijkheden van de oorlog.
Graaf Arnold
van Bentheim maakt Frederik van Twickelo in 1585 drost van Rheda. Het
aantal aanhangers van de reformatie groeit na 1580 in Hengelo. De onrust
in Twente neemt toe. Zie ook Johan van Voorst.
Frederik probeert enkele keren lid te worden van de Ridderschap en Steden
van Overijssel. Maar hij woont buiten Overijssel. Hengelo lijkt onbewaakt.
Spaanse soldaten van Mendoza
steken in 1594 43 huizen in Hengelo in brand. Tot 1625 blijft Frederik
van Twickelo drost van Rheda. Hij sterft in 1629.
|
Spion
Een Spaanse spion meldt in 1596 aan zijn superieuren in Oldenzaal dat
een Hengelose verkering heeft met een vreemde. De Spaanse bevelhebber
schakelt onmiddellijk de Drost van Twente, Johan Mulert tot Voorst,
in. Mulert stuurt twee van zijn mannen naar de woning van de aanzienlijke
familie Lansink om de vreemde man te pakken.
Geesje
Lansink heeft haar geliefde echter op tijd in veiligheid gebracht en
de twee dienaren van de Drost van Twente keren met lege handen terug,
waarna Mulert zelf naar het ouderlijk huis van Geesje Lansink gaat en
haar scherp ondervraagt. Hoewel haar vader bevestigt dat Geesje verkering
heeft, kan de Drost van Twente niet achterhalen waar de man zich verschuilt.
Gegijzeld
Mulert straft hard. Hij gijzelt Geesje in het Huis van Hengelo totdat
haar geliefde, die bekend staat onder de naam Wessel Maats, zich zelf
aangeeft bij de Drost van Twente.
Medelijden
Het toeval wil nu dat een Spaanse officier, Don Fernando, gelegerd
in het Huis van Hengelo, medelijden krijgt met Geesje. Hij wordt verliefd
op haar, haalt haar zelfs uit de kerker en brengt haar bij haar ouders.
Wessel Maats
is inmiddels soldaat geworden in het Staatse leger. Hij dringt er bij
zijn kapitein, Wolter Splinter
van den Oldenhof uit Markelo, op aan een aanval te doen op het huis
van Hengelo.
|
Boven:
Het huis van Hengelo, Huys te Hengel, met rechts de kapel. (Rechts is het noorden). Nu loopt hier
de Bornsestraat. De plek linksonder is de Thiemsbrug. De Berflobeek en
Drienerbeek zorgen hier voor de aanvoer van veel water in de grachten.
Hottinger maakt deze tekening in 1783.
|
Havezate Oldenhof en Olydam van familie Splinter
De havezate Oldenhof bij Markelo stond ongeveer halverwege de boerderijen Bolink en de Boa aan de weg naar Deventer. Het was lang van de familie Splinter.
Wolter Splinter verschijnt als riddermatige
in 1531 op de Overijsselse landdag. Uit zijn huwelijken met een dochter van Geert van
Woolde genaamd Peckedam en later Anna van Hoevel heeft hij meerdere kinderen. Zijn nakomelingen bezitten de havezate Olydam bij Goor. Zijn oudste
zoon Jurjen gaat naar de landdagen. Maar hij sterft ongehuwd kort na 1554. Zijn
broers Christoffer en Johan en/of Everhard krijgen een aandeel in het Olydam en Johan krijgt ook het goed te
Markelo. De havezate Oldenhof brandt in 1573 af. Johan Splinter laat daar een nieuwe havezate bouwen: "die timmeringe des huyses, staende
op die hovesate tho Marculoe, heeft gekostet tho timmeren over die drie dusent daler". Tegelijk met
zijn vader en broers verschijnt ook hij als riddermatige op de landdagen. Hij is eerst gehuwd met zijn nicht
Agnes Snipart en hertrouwt na haar dood in 1560 met Maria Achtevelt. Deze vrouw verlaat hij om
samen te gaan leven met Gese Thieselinck.
Johan Splinter van Olydam kiest partij voor de koning
Aan het begin van de opstand tijdens de
Tachtigjarige Oorlog kiest Johan partij voor de koning. Na 1580 is hij meestal in het garnizoen in
Oldenzaal, waar hij het brengt tot hopman en overste-luitenant. Bij testament bepaalt Johan Splinter dat zijn zoon uit
het eerste huwelijk, Evert, na zijn dood de Oldenhof krijgt. In 1583 vindt in Oldenzaal de
scheiding en deling van Johans nalatenschap plaats. Evert Splinter krijgt
"alsoedaene haevesaete und woenplatz mit ihren toebehoirende landeryen und guederen, als Johan
Splinter, hopman und averste lieutenant saliger, deselve levendt bewoent ende gebruyckt hefft gehadt,
gelegen tho Marckeloe". Ook krijgt hij nog de erven Ziggink (Sink) en Klumpers in Markelo,
alsmede enige losse landerijen. Gese met haar kinderen Agneta, Marieke, Mechteld, Wolter en
Hendrik mogen op het huis Oldenhof blijven wonen en ontvangen
rentebrieven.
De dochter uit het tweede huwelijk wordt afgescheept met een karig bedrag,
wat nog in 1617 aanleiding geeft tot een proces tegen de overige erfgenamen en waarbij zelfs de
hoogleraren in de juridische faculteit in Leiden worden geraadpleegd.
Evert Splinter was net als zijn vader militair in Spaanse dienst. Uit zijn tweede huwelijk met Anna de
Vos wordt de dochter Catharina Splinter geboren, die uiteindelijk de Oldenhof in handen krijgt. Zij
is eerst gehuwd met luitenant Gerhard van Suilen. Als weduwe trouwt zij in 1600 met Folkert
van Fritema, die secretaris is van de Spaanse veldoverste Spinola. Folkert is drost van
Coevorden voor koning Filips. Zij huwt daarna met Arnold van Boymer, zoon van Peter van Boymer en Elisabeth
van Haersolte en maarschalk van het stift Osnabruck, commissaris-generaal van de Westfaalse Kreitz
en ambassadeur in Wenen en Madrid. Van Boymer klaagt in 1641 bij de Staten over de
aanslag in de belastingen van zijn havezate, waarvan hij 17 mud bouwland mocht vrijen, veertien dagwerk
hooiland en vier koeweiden. Catharina verhuurt Oldenhof waarschijnlijk aan
haar halfbroer Wolter Splinter, die tot 1615 veelvuldig wordt genoemd als markenrichter van
Markelo. Het huis wordt tot 1651 verhuurd aan Jan van Vlodrop.
(bron: stichting Heemkunde Markelo) |
Boven:
Bij het uitgraven van de grachten van het huis Hengelo in 1995 is onder
meer een steen met een afbeelding van een leeuw gevonden. Het kasteelterrein
is opgenomen in het bouwplan Thiemsland.
|
Het front
is op dat moment, in 1596, al een flink eind genaderd. Voor Mulert wordt
de grond te heet onder zijn voeten. Hij krijgt een dreigbrief van Splinter
van den Oldenhof. De Spaanse officier Don Fernando de Torres Vedras
neemt de plaats in van de Frederik van Twickelo, heer van
Hengelo en commandant van de schutterij in Delden.
Het legertje
van kapitein Splinter trekt via het bos bij Delden naar Hengelo, overvalt
de nachtwaker en bestormt het kasteel. Enkele Spaanse soldaten sneuvelen
en de rest vlucht via een achterdeur van het kasteel richting Woolderes.
Feest
Wanneer de zon opkomt gaan soldaten van kapitein Splinter, onder wie de
voormalige linnenkoopman Wessel Maats, naar de boerderij van Geesje Lansink.
Daar vallen de twee geliefden elkaar in de armen. Ze besluiten zich te
verloven en een feest te geven.
Maar het
feest wordt verstoord. De drost van Twente, Johan Mulert tot Voorst,
is teruggekeerd. Hij stormt met een aantal Spaanse soldaten de Brink
op. Ze willen de geliefde van Geesje Lansink meenemen. Splinter valt
onmiddellijk de vijand in de Brinkstraat aan. Een timmerman verwondt
de drost ernstig. Mulert geeft zijn mannen opdracht zich terug te trekken
in het Huis van Hengelo.
|
Daar hebben
zij tevens een gevangene opgesloten. Spaanse soldaten hebben de verrader
Don Fernando, die Geesje Lansink liet ontsnappen, in Oele opgepakt.
Don Fernando zou het risico lopen nog voor de zon opkomt te worden vermoord.
Wessel Maats dringt er darom bij kapitein Splinter op aan onmiddellijk
het Huis van Hengelo aan te vallen, te meer omdat de drost van Twente
zwaar gewond is.
Splinter
overlegt met zijn ondergeschikten. Ze besluiten 500 mannen versterking
van Ripperbant van de Hachmeule (Hagmolen
bij Bentelo) te halen om het kasteel te kunnen stormen. Kort na zonsopgang
trekken de Staatse eenheden van twee kanten op naar het kasteel. De
troepen van Splinter naderen vanaf de Thiemsbrug (zuid) de poort van
het Huis van Hengelo, terwijl Ripperbant van de Hachmeule aanvalt via
Woolde (noord). Hij plaatst enkele kanonnen dreigend op de Hengelose
Es, waardoor de drost van Twente gedwongen wordt zich met zijn mannen
te verschansen binnen de muren van het kasteel.
Kapitein
Splinter stuurt een bemiddelaar, de plaatselijke koster, naar de drost
van Twente met het voorstel zich zonder geweld over te geven. Maar de
drost weigert, waarna de strijd begint.
|
Boven:
Van het Huis van Hengelo is alleen een poort over gebleven. De poort is herbouwd bij de
ingang van landgoed het Stroot in Twekkelo, tussen Hengelo en Enschede.
Zie ook: kastelen
in Overijssel.
|
Boven: Het rechter deel van deze oude boerderij, die tegenover de Waterstaatskerk staat aan de Deldenerstraat, zou zijn opgetrokken met stenen van het voormalige Huys Hengelo dat hier vlakbij, op Thiemsland, heeft gestaan.
Foto Marcel Tettero. |
Boven: In het museum van Oald Hengelo is nog een indrukwekkende schouw uit het Huys Hengelo te zien. Het wapen boven is van Goer ofwel Goor. De Ripperda's waren heren van Goor, Hengelo, Boekelo en Boxbergen bij Deventer geweest. |
Boven:
Unico Ripperda koopt het huis van Hengelo in 1615 en bouwt het in 1616
weer op. In
1626 begint Unico Ripperda zelfs met de bouw van extra muren, een hoektoren en
een poortgebouw. Ripperda wil zich beter kunnen weren tegen mogelijke invallen
van Spaanse soldaten uit Oldenzaal.
Maar de
staten van Overijssel verbieden de uitbreiding omdat ze bang zijn dat
de burcht, eenmaal in Spaanse handen, moeilijk terug te veroveren is. De
tekening boven is gemaakt op basis van overlevering.
|
De kanonnen
hebben inmiddels een kasteelmuur ingebeukt. Een molenaar uit Oele houdt
het water in de beek tegen waardoor het water in de gracht van het kasteel
daalt. Boeren uit Woolde, Oele en Driene maken van takkenbossen een
dam in de gracht waar de aanvallers overheen kunnen lopen. Om te voorkomen
dat zij de muren bereiken doen de soldaten van de drost enkele keren
uitvallen.
's Middags om half twee geven
de soldaten zich over. De drost is gesneuveld. Hulp uit Oldenzaal is op
dat moment onderweg naar Hengelo. Maar ze komen te laat.
Bronnen:
jhr F.W.W.H. Coeverden, Hengelo in vroege jaren. H. Nijhoff, dr H. Reynders,
dr A. Verlinde, drs Z. Kolks, J. Kottman, dr E. Jans en de stichting
Oald Hengel.
|
Boven:
Het Huys van Hengelo heeft vermoedelijk een tweede gracht gehad die
tien meter breed was.
|
Het Huis
van Hengelo, links met de kapel en begraafplaats aan de Bornsestraat
bij het dorp Hengelo (onder). Van rechts naar links stroomt de Drienerbeek
en - buiten deze kaart - wordt vanuit het zuiden (onder) water aangevoerd
door de Berflobeek. Tussen het dorp Hengelo en de weg naar Borne en
Oldenzaal ligt de Thiemsbrug of Tiemsbrug; de brug over de Drienerbeek.
|
|