Home
Het Spaarne
De bruggen van Haarlem
Rivieren in Nederland beginnen
allemaal met het lidwoord `de`.
Een uitzondering is echter het Spaarne,
de eeuwenoude levensader van de hoofdstad
van het voormalige Kennemerland. Bier en textiel
maakten Haarlem tot hoofdstad van Noord-Holland. Maar Haarlem is voor velen vooral de stad van de kunst.
Het Spaarne en Haarlem met poortgebouw vanuit het noorden
Haarlem is heel vaak
geschilderd. Frans Hals,
Ruysdael en Saenredam
maakten er hun mooiste
kunstwerken.

Maar ook veel vrij
onbekende kunstenaars
schilderden en tekenden
hun woonplaats. Hier een
aantal voorbeelden van
kunstwerken met
als onderwerp het Spaarne
en de Haarlemse bruggen.

Links: Haarlem en Het Spaarne
door W. Hendriks (1744-1831),
gezien vanuit het noorden.
Beide torens (links de Goë Vrou
en rechts de Zandertoren)
stammen uit 1355.

Molen De Adriaen en de Catharijnebrug vanuit het noorden
Nogmaals Haarlem
vanuit het noorden.

Maar nu zo`n honderd
meter dichterbij. I. Ouwater
(1750-1793) tekende vanaf
de omgeving van de Hooimarkt
de ongeveer 200 jaar oude
molen De Adriaan. De molen
brandde in 1932 af maar is
in 2000 en 2001 herbouwd.
De huizen op de achtergrond
staan aan de Koudenhorn.

Vaar je nu Haarlem binnen dan passeer je eerst de Catharijnebrug (tekening links) en dan de Gravestenenbrug (kleine foto onder).

Het Spaarne richting noorden Op deze tekening (links) staat de Sint Nicolaasbrug of Koralenbrug (bestaat niet meer) en De Adriaan (in de verte). De tekenaar, P.C. la Farque (1729-1782), keek hier richting noorden en stond bij de Gravestenenbrug (kleurenfoto onder). De Gravestenenbrug is meer dan 600 jaar oud en misschien zelfs wel 800 jaar oud. In 1299 stierf de laatste graaf van Holland.

Rechts het Korte Spaarne (oostoever). Daarachter de gracht de Burgwal, dan de Visserbocht en de Houtmarkt en links het Donkere Spaarne (westoever).
De Gravestenenbrug met daarachter Teylers het oudste museum van ons land

Helemaal links Brouwerij De Vos aan de Donkere Spaarne (foto richting noorden)
Helemaal links op deze foto is bierbrouwerij `t Vosje of De Vos aan het Donkere Spaarne (oudste vermelding van de brouwerij is 1609) te zien. De bogen boven de ramen zijn elips- en tudorvormig.

Kenmerkend voor deze gevel is de hoogte. Er zijn niet minder dan zeven zogeheten gedekte trappen in de gevel met een fraai soort baksteen. Cornelis Sijmonsz Tetrode is in 1643 eigenaar geworden van brouwerij De Vos en het naastgelegen woonhuis (helemaal links, hier net niet op de foto).

De panden in het midden van de foto waren eveneens onderkomens van brouwerijen, onder meer van een burgemeester van Haarlem, Pieter Jacobsz Olycan. 

v.l.n.r. de Korte Spaarne, de Gravestenenbrug en de Waagh
H. Spilman (1721-1784) tekende in de winter het Korte Spaarne met het hoge pand in het midden de brouwerij De Vergulde Leggende Bastaert Pijp van korenkoper Cornelis Tetrode. Opvallend aan het gebouw is de forse lijstgevel. Het gebouw is in 1974 eigendom geworden van de stichting Diogenes. Twee jaar later volgde een restauratie.

De Bastaert-pijp was wellicht een herberg die later is verplaatst naar de Smedestraat, toen Tetrode de brouwerij flink uitbreidde.

Rechts van de Gravestenenbrug mondt de Bakenessergracht uit in het Spaarne bij de Wildemansbrug (net niet te zien op de tekening) en het huis De Wildeman aan het Donkere Spaarne, waar korenkoper Tetrode huis en brouwerij De Vos kocht.

Vanaf de Gravestenenbrug, de Waagh en daarachter St Bavo kerk
Rechts van de Waag loopt het Donkere Spaarne, waar brouwerij De Vos was gevestigd. De houten kraan stond er al in de 15e eeuw en heeft dienst gedaan tot 1872.

Links van de kraan is een kanaaltje of beek te zien waarmee het veen is ontwaterd. De Haalemse beek is in de 12 of 13e eeuw gegraven. Het gedeelte van de beek bij de Vleeshal en de Bavo is al in 1544 overwelfd. De beek sluit aan op de Brouwersvaart.

Het Sleepershoofd met er achter de Melkbrug (richting Zuiden) W. Hendriks (1744-1831) tekende dit werk vanuit de Damstraat 21 (z`n woonhuis) vlakbij de Waag en de kraan bij het Slepershoofd. Het werk is rond 1818 gemaakt. De slepers lieten hun waren met de kraan uit de bootjes takelen en wegen in de Waag om er belasting voor te betalen. Later, na 1858, is de plek de kaasmarkt genoemd.

De Melkbrug is hier nog een ophaalbrug. In 1862 kwam er een stenen brug met wachtershuisjes. De huidige ijzeren brug dateert uit 1886.

De doorvaarhoogte van de Melkbrug is nu 1,98 meter en de afstand tot de volgende brug (Lange Brug - richting zuiden) is 220 meter.

De Lange Brug vanuit het zuiden
De Eentjes of Leidse Waterpoort met rechts de Lange Brug. Achter het poortgebouw ligt de Turfmarkt. De Haarlemmers gebruikten de naam de Leidse Waterpoort voor 1655 toen hier nog de trekschuiten naar Leiden aanlegden. Het gebouw is in 1866 afgebroken.

De doorvaarhoogte van de Langebrug is 2.20 meter en de afstand tot de volgende brug (Buitenrustbrug) is 300 meter.