Home
Korenkoper Tetrode
1643
Zo`n 3000 Carolus guldens betaalde de steenrijke
korenkoper Cornelis Sijmonsz Tetrode in 1643
voor het huis met de brouwerij De Vos op de markante
hoek van het Spaarne en de eeuwenoude Bakenessegracht in hartje Haarlem.
 
1790 J. Pannebakker Rechts van de ophaalbrug over de Bakernessergracht staat het hoekhuis waar Tetrode eens woonde. De twee trapgevels daarnaast behoorden tot brouwerij De Vos. Nog net is de helft van de twee trapgevels van brouwerij De Vogelstruys te zien. De toren op de achtergrond is van de zeer oude Bakenessekerk.

Op de schoorsteen van het hoekhuis staat een ooievaar. De schoorsteen hoort bij de stookplaats in de achterkamer van de woning aan de Donkere Spaarne 56. Bij de restauratie van het gebouw in 1971 is het onderste deel van de gevel teruggebracht in de staat zoals op deze tekening is afgebeeld.

De brouwerij bestond op dat moment zeker een kleine veertig jaar. Toen Cornelis stierf verkocht zijn vrouw de brouwerij (pand met trapgevel)  en het huis (op de hoek) aan Catharijne Simonsdr Tetrode, vermoedelijk de zuster van de overledene.
 
 
Versiering boven deur brouwerij De Vos 
(De afbeelding kan Diogenes in een ton voorstellen)
Hoek Bakenessegracht (links) en de Donkere Spaarne 
(Op de hoek het huis en rechts met trapgevel brouwerij De Vos)
Brouwerij De Vos aan de Donkere Spaarne 56
Govert van de Mije is toen mede-eigenaar geworden. Maar binnen twee jaar kocht Catharijne Simonsdr Tetrode ook het deel van Govert, die de helft in eigendom had. 
Catharijne Tetrode was gehuwd geweest met Dominicus Jansz van Zijl. Deze familie Van Zijl kreeg de gebouwen in handen na het overlijden van Catharijne.  

Het raadslid en schepen (wethouder) van Haarlem, Pieter Steyn, huurt de brouwerij vervolgens. De omzet loopt flink terug zo rond 1665 wanneer Holland in oorlog is met Engeland. In 1684 verkoopt Van Zijl de inmiddels leegstaande brouwerij. Er is sprake van ``een huijs metten erve, hebbende verscheijdene brave en roijale vertrekken, sijnde het grootste gedeelte van de gewesen brouwerij van de Vos``. 

Het pand op de hoek blijft in eigendom van de familie Van Zijl. Na 1749 zijn verschillende families eigenaar. 

Het huis is elf meter lang en 8,5 meter breed en gebouwd rond 1607. De kelder is in gebruik geweest bij de brouwerij. Ingangen naar de kelder waren er vanaf de straat, het binnenplaatsje en een bedrijfsgangpad.

De zolder van het huis is in gebruik geweest als opslag van graan. Via een hijsluik aan de achterzijde kon Tetrode de voorraad aanvullen zonder dat zijn gezin er `last` van had.

Bakenessergracht; toegang tot achterterrein brouwerij De Vos
 Bleau 1646 - toen Tetrode er woonde
De plek van woonhuis en brouwerij
De brouwerij De Vos aan de Bakenessergracht loopt op de plattegrond links diagonaal over het plaatje. Bleau tekende Haarlem in 1646 toen  korenkoper Cornelis Tetrode er drie jaren woonde. Linksonder is de St Bavokerk te zien en iets daar boven het St Jansklooster dat ruim drie eeuwen eerder, rond 1310, is gesticht door Heer Gerard van Tetrode.

De Vergulde leggende Bastaert Pijp
Cornelis Sijmonssen Tetroode kocht in 1641 De Bastert Pijp aan de Korte Spaarn 15 en het woonhuis op nr 17 voor 7000 carolus guldens. Dat was dus twee jaar voordat hij De Vos kocht. Beide bedrijven liggen tegenover elkaar aan Het Spaarn. 

Het huis veranderde van naam en functie, blijkt uit de verkoopacte: ``Een groot, schoon, weldoortimmert huijs metten erve, met twee gevels van vooren tot achteren, staende ende leggende op het Corte Spaerne, genaempt de Vergulde leggende Bastaert Pijp, ofte van outs genaempte het Zeepaert, met een groote wijnkelder ende koorensolders. 

Tetroode moet een rijke ondernemer zijn geweest. Zijn veduwe verkocht het pand in 1655 voor 7500 pond aan Adriaen Saskers en Jan de Keijser. 
 
 

Het hoge pand in het midden is de Bastaert Pijp
Veel huizen aan het Spaarne waren woonhuizen met korenzolders. De bierproductie gebeurde op het achterterrein, in bedrijfsgebouwen. Duidelijk is het hoge gebouw achter het voorste gedeelte te zien. De Bastaert Pijp is nu van de Vereniging Hendrick de Meyser.