Watergeuzen
zijn uitstekende schutters
Favoriete
techniek is enteren; vlieboten verslaan Spaanse galjoenen
De watergeuzen varen
het liefst op vlieboten, snelle en makkelijk wendbare driemasters. De
vlieboot, waarschijnlijk ontstaan in de tweede helft van de zestiende
eeuw, is oorspronkelijk een koopvaarder. De
naam van dit scheepstype is mogelijk aan het Vlie ontleend, het water
tussen Vlieland en Terschelling. Vanuit de havens aan de Zuiderzee varen
de boten door het Vlie om de Oostzee te bereiken.
Rechts:
De Halve Maen is een goed voorbeeld van een vlieboot, zoals de watergeuzen
die gebruiken in Den Brielle in 1572. Een replica (rechts) vaart nog
rond Albany, de hoofdstad van de staat New York. Henry Hudson onderkent
de huidige baai van New York als ideale havenplaats. Later stichten
de Hollanders op Manhattan Nieuw Amsterdam, dat later uitgroeit tot
New York.
De Halve
Maen voert het wapen van Amsterdam, de drie kruisjes op een vlag en
op het hakkebord en de Prinsenvlag op de hoogste mast. De achterste
mast voert een vlag met een rode leeuw op goud. Ook is een halve maan
op de spiegel te zien.
Fort Oranje
(boven) vervangt in 1624 fort Nassau uit 1615 en groeit uit tot Albany,
de hoofdstad van New York.
|
|
Het Vlie
is de belangrijkste zee-engte tussen de Noordzee en de Zuiderzee. De schepen
gaan vooral naar de Oostzee om er graan en hout in te slaan.
|
De historicus
Emanuel van Meteren schrijft dat de watergeuzen bij de inname van Den
Briel gebruik maken van vlieboten. Diederik Woutersz van Catwijk, pastoor
van Wassenaer, tekent kort na 1572 Lumey
met op de achtergrond
een vloot driemasters. Ook Frans Hogenberg (circa 1540 - 1590) maakt een
voorstelling van de inname van Den Brielle: een gravure met overwegend
driemasters. De schepen zijn getuigd met razeilen en in de bezaansmast
voeren de geuzen een latijnzeil.
Admiraal Justinus van Nassau, een bastaardzoon van Willem van Oranje, voorkomt met vlieboten dat de soldaten van Alessandro Farnese, de hertog van Parma, in 1588 met platbodems kunnen uitvaren. Parma moet onder escorte van de Spaanse armada oversteken naar Engeland voor een invasie van de Spaanse leger. De hertog moet de plaats innemen van koningin Elizabeth. Maar tegen de Zeeuwse vloot van Van Nassau heeft hij geen schijn van kans. Twee keer probeert hij vergeefs uit te varen.
Volgens Van
Meteren is de Halve Maen, waarmee Henry Hudson voor de VOC in 1609 de
Atlantische Oceaan oversteekt, een vlieboot van ongeveer 60 ton. (Volgens
Famous
Americans meet de Halve Maan 80 ton). Hudson is bevriend met kaartenmaker
Jodocus Hondius (1563 - 1612) die met hem een zeeweg naar Oost-Indie zoekt,
en de geograaf, astronoom en theoloog Peter Plancius (1552 - 1622) die
gelooft dat er een noordelijke vaarweg is. In de zomer is het immers 24
uur per dag licht op de noordpool. Plancius bemoeit zich al in 1596 met
de ontdekkingstocht van Barentsz en Heemskerk naar Spitsbergen en Nova
Zembla.
|
Hudson besluit
zijn geluk te proberen door westwaards te varen richting New Foundland.
Via de huidige bay van New York vaart hij vanaf 3 september 1609 de rivier
op die zijn naam krijgt: Hudson rivier.
Verrazzano
voer hier al in 1524. Tot Albany vaart hij in een poging Oost-Indie te
bereiken. Dan keert hij teleurgesteld terug naar Londen, niet eens de
moeite nemend naar zijn opdrachtgevers in Amsterdam te gaan. Toch ontstond
in de baai van New York een Nederlandse nederzetting. De Halve Maen verbrandt
tijdens een Engelse aanval in december 1618 op Jacatra.
Jan Porcellis
suggereert in een serie gravures uit 1627 dat er geen verschil is tussen
een haringbuis en een vlieboot. Er zijn echter wel degelijk verschillen.
De haringbuis heeft een rond achterschip met een hakkebord (een kleine
versierde spiegel aan de bovenkant van het achterschip), terwijl de vlieboot
waarschijnlijk een spiegelschip is. Buizen en vlieboten hebben razeilen.
Met razeilen
kan een schip lange tijd op zee varen, ondanks slecht weer. Alleen binnenschepen
en kunstvaarders als boeiers en makken voeren een sprietzeil of smakzeil.
Het zware spriettuig kan gevaarlijk zijn tijdens slecht weer op zee.
|
|
|
In 1681 verschijnt
het zeemanswoordenboekje W.A. Winschootens Seeman. Daarin noemt de schrijver
een vlieboot, 'een boot of galjoot, misschien eertijds bij de Vlielanders
gevonden of in gebruik gebragt'.
Links:
de bouwtekening van de Halve Maen. De schepen worden tot de 17e eeuw zonder
bouwtekening gemaakt. De sheepmaker doet het werk uit z'n hoofd en op
zicht.
|
Halve Maen
meet indians. De eerste ontmoeting tussen Hollanders en indianen. Rechts
is het schip de Halve Maen uitgebeeld op de Hudson rivier. Later is
Fort Nassau (1615) en Fort Oranje (1624) gesticht 150 mijlen uit de
kust onder meer als handelspost om er pelzen te kopen van de inheemse
bevolking. Hier is later de hoofdstad van de staat New York gesticht:
Albany.
Onder: Henry
Hudson
|
|
Vlieboten
zijn sterk bemand
Heel concreet is jhr mr J.C. de Jonge in Geschiedenis van het
Nederlandsche Zeewezen over de schepen van de Opstandelingen.
'De schepen, welke voor de zee bestemd waren, bestonden meestal
uit Vlieboten, eene soort van vaartuigen, niet grooter dan van
veertig, honderd tot honderdveertig tonnen, welke gewapend waren
met zes, acht, tien tot twintig grootendeels ijzeren, gegoten
stukken geschut. Deze vaartuigen werden sterk bemand, en wel met
zooveel personen als de schepen tonnen groot waren; zoodat een
schip van vijtig ton vijftig, een schip van honderd tonnen, honderd
zeelieden telde, die alle met schietgeweer gewapend en in het
gebruik daarvan doorgaans zeer bedreven waren.
De
overloop of het dek van deze vaartuigen was laag, hetwerlk om het
enteren te beletten, wel voorzien was van boevenetten of traliewerk
uit hont of geschoren touwen zamen gesteld, dat met ketenen gespannen
was. Bovendien bevonden zich gewoonlijk omtrent de masten die meestal
twee waren, eenige verschansingenm om de busschieters of arquebusiers
te dekken.'
Volgens
De Jonge zijn de zeeschepen die aan de kant van Willem van Oranje
vechten vlieboten: 'De vlieboten komen voor onder de naam van 's
Prinsen groote schepen of Razeilen, naar de zeilen welke zij voerden'.
Voor de binnenvaart gebruiken de Opstandelingen tegen de Spanjaarden
heudeschepen, zijnde eene soort van platgeboomde vaartuigen of vrachtschepen
voorzien van gaffel- en marszeil en Boeijers met smakzeilen ook
Kromstevens genaamd'.
|
|
|
Met het jacht
de Duyfken ontdekken de Hollanders in 1606 Australië, zo'n 150 jaar
voor Cook. www.duyfken.com
Onder: Johan Vermeer
schildert een persoon met de beroemde globe van Hondius.
|
De Duyfken
is nagebouwd in Fremantle bij Perth in Australië. In 2002 bezocht
het schip Nederland. Willem-Alexander gaf het startschot voor de herbouw
van het schip.
Bronnen:
Fluiten, katten en fregatten van Hans Haalmeijer en Dik Vuik. Schepen
en scheepvaart van Tom Hartman
|
|
Terug
naar boven
|