Home

Jacob van Coeverden kiest kant van de opstand

1573

Kasteel Stoevelaar ontvangt keizer Karel V

De prominente bewoner Jacob van Coeverden van het huis Stoevelaar kiest in 1573 de kant van Willem van Oranje. De prins is dertien jaar eerder al op bezoek geweest in het kasteel bij Goor. Jacob van Coevorden verschijnt sinds 1573 op de landdagen en voor het laatst in 1580. Tenslotte compareert hij nog een keer in 1605. Hij staat aan de kant van de opstandelingen in de Tachtigjarige Oorlog. De meeste riddermatigen verschijnen niet op de landdagen en uit veiligheidsoverwegingen trekken zij zich met vrijgeleides terug op hun bezittingen. Van Coeverden huwt in 1591 met zijn familielid Anna van Ittersum, dochter van Wolf van Ittersum tot Gerner en Anna van Westerholt. Jacob van Coevorden kiest partij voor Willem van Oranje

Het kasteel Stoevelaar (Stuvelhof of Stuvelborch) bestaat al in 1208 iets ten noordoosten van de stad Goor. Het oudste stuk uit het Goorse archief dateert van 1360. "Wi, schepenen, betughen dat Johan van Tije van dier Stuvelborch hevet ghecoft weder Lambertus sone ter Maet Johanne siin hus ende sinen gaerden alsulc ghelegen is."

Bouwhuis Stoevelaar

Boven: Gerrit-Jan Leferink (achter) en Jan Stoelhorst van de stichting Heemkunde Markelo presenteren het nieuwe boek over de marke Hericke met daarin veel informatie over het Stoevelaar.

Maquette kasteel Coevorden

De Stoevelaar is enkele keren gastverblijf van vorsten, zoals in 1532 van de in Gent geboren keizer Karel V, in 1560 van Willem van Oranje en in 1668 van stadhouder Willem III. Het behoort in de Middeleeuwen tot de leengoederen van de bisschop van Utrecht. Johan ten Thije is daarmee omstreeks 1380 beleend.

'De Stuvelhof, de Matena vor borchleen to Goer, mit hore toebehoringhe gheleghen in den kerspel van Markel. Item, Egberting, die tiende over Mersschinc, Schurinc to dienstmannegoet'. De familie ten Thije behoort tot de oudste Goorse geslachten. Zij zijn borgman van Goor.

In 1230 is een Nicolaas ten Thije getuige bij het verlenen van stadsrechten aan Zwolle door de bisschop van Utrecht als landsheer.

Jacob en Nicolaas ten Thije zien bisschop Hendrik van Utrecht de inwoners van Goor in 1263 hetzelfde stadsrecht schenken als de stedelingen van Deventer bezitten. In 1343 beleent de bisschop van Utrecht zijn dienstman Johan met de goederen die zijn vader Jacob Rufus ten Thije van hem in leen heeft.

Opvallend is de bijnaam rufus of de rode, die Jacob draagt. Hij is wellicht roodharig, rossig. De bijnaam wordt familienaam. De voornaam Johan blijft enkele generaties in de familie. In 1360 wordt Johan (I) ten Thije de oude genoemd. In 1366 is hij overleden. De proost van Sint Mauritius in Munster beleent zijn zoon Johan met het erve Lambertink in Markelo.

Van Coeverden

Boven: Het wapen van Jan Heidenrijk van Coeverden tot Wegdam en zijn vrouw Allegonde Isabelle van Raesfelt in het huis Wegdam bij Goor. Johan Heidenrijk van Coeverden (1730-1789) huwt in 1756 in Breda met Van Raesfelt. Zijn naam wordt soms ook Jan Heydenryk geschreven. (Meer Wegdam)

Familiewapen van Van Coeverden of Coevorden

Deze Johan (II) ten Thije komt voor onder de naam Van der Stuvelborch. Hij houdt de Stuvelhof omstreeks 1380 in leen. De aanduiding borch duidt er waarschijnlijk op dat het een versterkt huis is. In 1398 is zijn bijnaam de oude.

Het moet zijn zoon zijn geweest, die omstreeks 1417 beleend is met de Stuvelhof. Waarschijnlijk is deze zoon identiek met de Johan die in 1433 als Johan (III) de Rode (Rufus) den hoff toe Stuvelinge mit synen toebehoeren in leen ontvangt. Zij zoon, Johan (IV) de Rode geheten, wordt in 1452 met de Stuvelhof beleend, na de dood van zijn vader.

Hij trouwt met Geertruid van Bevervoorde. Het paar krijgt een dochter Catharina, die omstreeks 1461 huwt met Reinolt van Coeverden. Kort na hun huwelijk, omstreeks 1462 wordt hieruit een zoon Johan geboren.

Voor deze kleinzoon doet Johan de Rode – die toen op leeftijd moet zijn geweest – in 1494 afstand van de Stuvelhof mytter woenynge ende toebehoeren, als Johan die Rode ende syne viervadere dat beseten hebben; dat erve toe Matena; dat erve tot Heckhuys, gelegen in den kerspell van Merckloe in de buerschap toe Heryck (Herike).

De bisschop beleent Johan van Coeverden in 1495 met de Stoevelaar. Deze van Coeverden verschijnt als riddermatige op de landdagen sedert 1494. Hij trouwt Maria van Ittersum. Zij krijgen twee kinderen: Reinolt en Fye. Fye huwt in 1521 met Joost van Buren tot Davensberg die later drost wordt van Werne in Westfalen.

Omstreeks deze tijd voegen de van Coeverdens tot hun bezit toe de huizen Heeckeren, Scherpenzeel en Wegdam. Johan van Coeverden overlijdt in 1505.

Na de dood van zijn vader wordt Reinolt van Coeverden beleend met de Stuvelhof. Hij is nog minderjarig. Zijn oom Wolter van Coeverden tot Scherpenzeel treedt op als voogd. Reinolt is in 1518 meerderjarig. Hij wordt dan zelf beleend met de Stuvelhof. Pas in 1527 verschijnt hij als riddermatige op de landdag. Hij heeft de landdagen regelmatig bijgewoond tot 1571. Hij trouwt met Cornelia van Varick.

Rechts: Glas in loodraam in het Stift in Weerselo met het familiewapen van Van Coeverden.

Wapen van Van Coevorden in het Stift in Weerselo

Huis Heeckeren in Goor

Boven: Het voormalige huis Heeckeren bij Goor was ook bezit van de familie Van Coeverden.

Dit echtpaar laat de Stuvelhof in 1560 nieuw bouwen, getuige het opschrift van een gevelsteen uit 1708. Reinolt van Coeverden overlijdt in 1574, waarna zijn oudste zoon Gosen van Coeverden als leenvolger met de Stuvelhof is beleend. Hij erft ook de havezate Rhaan bij Hellendoorn. Dezelfde dag draagt hij de Stuvelhof over aan zijn jongere broer Jacob.

Sinds 1573 verschijnt Jacob van Coeverden op de landdagen en voor het laatst in 1580. Tenslotte compareert hij nog een keer in 1605. Hij staat aan de kant van de opstandelingen in de Tachtigjarige Oorlog. De meeste riddermatigen verschijnen niet op de landdagen en uit veiligheidsoverwegingen trekken zij zich met vrijgeleides terug op hun bezittingen. Van Coeverden huwt in 1591 met zijn familielid Anna van Ittersum, dochter van Wolf van Ittersum tot Gerner en Anna van Westerholt.

Wapen van Coverden in Karel V Huis in Zwolle In het Karel V huis aan de Sassenstraat in Zwolle is eind 2009 een ontdekking gedaan. Familiewapens van de voorouders van de opdrachtgeefster voor de bouw van het huis zijn ontdekt. Daaronder het wapen van Van Coverden. Anna van Westerholt, weduwe van Wolf van Ittersum, bouwt het Hof van Ittersum in 1567. Het Hof van Ittersum is een van de meest aanzienlijke middeleeuwse huizen in Zwolle. Aan weerzijden van een schouw op de begane grond zijn de meer dan 400 jaar oude wapens van Van Ittersum, Van Huchtenbroek, Van Munster en Van Co(e)verden te lezen.

Hun enig kind is Borchard van Coeverden, die in 1619 na de dood van zijn vader beleend wordt met diens leengoederen, waaronder de Stuvelhof, of zoals mensen zeggen: de Stoevelaer. Borchard van Coeverden volgt een militaire loopbaan. In 1626 is hij kolonel. Hij trouwt dat jaar in Deventer met Anna Catharina Ripperda, dochter van de heer van Weldam, Unico Ripperda. Het echtpaar krijgt zes kinderen, onder wie Reint die zich onderscheidt in dienst van admiraal Michiel de Ruyter. Borchard wordt pas in 1641 als riddermatige geadmitteerd in de Ridderschap van Overijssel. Nog datzelfde jaar overlijdt hij.

Anna gaat in het huis Keppels aan de Larenseweg in Markelo wonen bij haar dochter Agnes van Coeverden die in 1675 weduwe wordt van Carel Otto Schele. Anna van Ripperda sterft in 1677 in het huis Keppels.
De oudste zoon Jacob van Coeverden beschikt na de dood van zijn vader over de Stoevelaar, hoewel hij daarmee pas in 1686 wordt beleend. In 1652 is hij toegelaten tot de Ridderschap van Overijssel. Sinds 1654 is hij gecommiteerde ter Admiraliteit van Amsterdam. Een schip is op zijn wens Coeverden genoemd. De achterspiegel draagt het familiewapen der Van Coeverdens. Voor Overijssel is hij afgevaardigde in de Staten Generaal in ’s-Gravenhage van 1666 tot 1693.

Hij is lid van het college van gedeputeerde staten in de oorlog met Engeland, Frankrijk, Munster (Bommen Berend) en Keulen in 1672. Als aanhanger van de prins van Oranje wordt hij in 1675 aangesteld tot dingwaarder (openbare aanklager in het hoogste gerechtshof van Overijssel). Die functie vervult hij tot zijn dood.

Naar de volgende pagina

Afgietsel wapen van Coeverden

Boven: In het Historisch Museum van Goor hangt een afgietsel van het wapen van de familie Van Coeverden.