Het begin van de Tachtigjarige Oorlog in Twente
De mislukte aanvallen van Filips van Hohenlohe (1575) en Eggerik Ripperda, drost van Salland (1580)
Lezing voor het Nut tot het Algemeen Toonlader Delden, eerste avond
Download hier de power point presentatie van Bas Boer (Let op: zwaar bestand: ruim 15 Mb)
Ga naar het verslag van de tweede avond
Voor veel Twentenaren is de Tachtigjarige Oorlog de ver van m'n bed show. Helaas is dat niet terecht. De tweede man na Willem van Oranje was enige tijd admiraal Lumey, leider van de watergeuzen en zoon van Margareta van Wassenaer. Hij veroverde op 23-jarige leeftijd op 1 april 1572 Den Briel, volgens sommigen bij toeval anderen vermoeden dat het een bewuste aanval was. Het archief van de Van Wassenaars in kasteel Twickel bij Delden bewaart het plaatje rechts. |
De zoon van een Van Wassenaer is berucht om de moord op priesters uit Gorkum, later uitgeroepen tot de martelaren van Gorkum. Vaak waren dit overigens decadente mannen die ondanks het celibaat vrouw en kinderen hadden en soms flink aan bacchus offerden (dronken waren). |
De humanist Musius is ondanks zijn vriendschap met Willem van Oranje en het feit dat hij bij hem woonde in het Agathaklooster (nu Prinsenhof) slachtoffer geworden van de wrede geuzen. Gijsbregt van Duivenvoorde Opdam was bij de moord op Musius die onder verantwoordelijkheid van Lumey zou zijn begaan. Duivenvoorde werd ondanks zijn daad later nog burgemeester van Haarlem. Lumey viel in ongenade. De nazaten van Duivenvoorde, die zich weer Van Wassenaer gingen noemen, bewoonden kasteel Twicke. |
Johannes Vermeer schilderde de Zuidpoort van Delft waar een incident tussen de stadswacht en de geuzen leidde tot bedreiging van geuzenleider Lumey aan het adres van Musius die enkele dagen later is omgebracht in Leiden. |
De staatse legerleider van Willem van Oranje, Filips van Hohenlohe, heeft wellicht direct militair contact gehad met soldaten van de Spaanse overste Verdugo die jarenlang vanuit Oldenzaal en Groningen het Spaanse leger vertegenwoordigde. Verdugo, letterlijk beul - het beroep van zijn vader, zwaaide jarenlang de scepter over Twente dat van onschatbare waarde is om het granen. De cavalerie van een leger bestaat vooral uit paarden en zwaar bewapende soldaten. |
|
||||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
Twente ligt geïsoleerd tussen moerassen en land dat bij hoog water onder loopt. |
De belangrijkste verbindingswegen in het oude Twente. De Vennebrugge, Losserbrugge, de Grimberg en Goor waren smalle verbindingen die strategisch van groot belang waren. |
Kasten in midden Twente: Weleveld, Saterslo, Grootenhuis, Huis Hengelo, Hof te Boekelo, Dubbelink, Graes, Twickel en Oldemeule. |
Met de oud-voorzitter van Behoud Delden, John Verberne, heb ik lang gesproken over de fatalistische houding van de meeste oud-Deldenaren. 'Och dat wordt toch nooit wat'. Dit soort uitspraken van Deldenaren zijn volgens hem terug te voeren op de talloze aanvallen op Delden in de Tachtigjarige Oorlog. De naam Schoppestede is terug te voeren op de verwoestingen. Vader van Eggerik is Unico baron Ripperda (Delden 1503 - Wesepe, 10 juli 1566). Unico is een Sallands edelman, heer van Boxbergen, Oosterwijtwerd en Dijkhuizen en drost van Salland. Hij trouwde in 1531 met Judith van Twickelo (foto rechts), dochter van Johan III van Twickelo, heer van Twickel, Weldam, Olidam en Borculo. Haar moeder is Judith Sticke van Diepenheim. Bij haar huwelijk bracht Judith van
Twickelo onder andere het Weldam in. |
Het wapen met de kwartierstaten van Judith van Twickelo met het wapen van Twickelo (linksboven) Sticke (rechtsboven), Rutenberg en Middachten (rechtsonder). |
Het gezamenlijke graf van Unico van Ripperda en Judith van Twickelo. |
Het wapen van Unico is op de enorme grafsteen in de kerk van Wesepe te bewonderen. Van links boven naar rechts beneden: Ripperda, Buckhorst, |
In deze kerk in Wesepe bij Deventer en Boxbergen ligt het enorme graf van Unico en Judith. |
Onder de tafel in het koor (rechtsboven) ligt de grafsteen. |
Vlakbij het kasteel van de Ripperda's ligt het plaatsje Wesepe. Hun kasteel heet Boxbergen. |
Na de Tachtigjarige Oorlog is Boxbergen herbouwd. De tekening maakte Cornelis Pronk rond 1730. |
Alva verslaat de geuzen bij Jemmingen |
1568 20 oktober Eggerik Ripperda doet Weldam over aan Johan. Hij behoudt Boxbergen en Heeckeren. Eggerik huldigt Alva na de slag om Jemmingen. Eggerik is sinds de dood van zijn |
1569
Soldaten 'bezoeken' vanaf 1569 regelmatig Stad Delden en dan gaat het er niet bepaald vriendelijk aan toe. De hoplieden Ernest Mulert, de drost van Twente voor de Spaanse koning, en Johan Splynter 'vragen' op 25 februari van dat jaar een lening van 931 thaler om daarmee hun soldaten te betalen. Met het geld kunnen zij ook de burgers van Delden beter beschermen. Goossen van Raesfelt de jonge, drost van Twente, en richter Diederich (Derick) Engelkens hebben geen keus. Ze doen een greep in de schatkist van de stad. |
1570 Eggerik Ripperda, drost van Salland, zegt op de landdag in Zwolle dat Overijssel niet in staat is de belasting (de tiende penning) te betalen. Hij is dat jaar samen met zijn broer Johan bij het huwelijk van Filips II |
1572 Graaf Willem van den Bergh, zwager van Willem van Oranje, neemt Zutphen, Zwolle en Kampen in. Hij bezet in juli de vestingsstad Oldenzaal en blijft er vier maanden. Spaanse soldaten verbeteren de wallen van Stad Delden. |
De hertog van Erik van Brunswijk (Braunschweig) legert ruiters en afdelingen landsknechten in Oldenzaal en omliggende plaatsen in Twente. Ritmeester Plettenborg is in Haaksbergen met ruitereenheden. Klooster Albergen valt ten prooi aan plunderende soldaten van beide kanten. |
Het Spaanse leger van overste Christoph Mondragon verjaagt Willem van den Bergh. In november neemt het Gelderland in. Don Frederick zoon van Alva moordt Zutphen uit, waarna Overijssel Spaans wordt. |