Van Hohenlohe moet nu eerst de boeren ontwapenen en daarna steden veiligstellen tegen het verraad van Rennenberg en de Malcontenten die Rennenberg te hulp snellen. Hohenlohe verliest de eerste slag maar wint een tweede treffen bij het klooster Sion en het kasteel Boxbergen van Eggerik Ripperda. Er zouden 700 boeren omkomen. Vader van Eggerik is Unico IV Holwierde, Uitwierde, Oosterwijtwert En Boxbergen Baron Ripperda Heer Van Dijkhuizen (geboren in Delden en gestorven in Goor) en moeder Judith van Twickelo, vrouw van Weldam en Olydam (eveneens geboren in Delden en gestorven in Goor) liggen in het naburige Wezep begraven onder een enorme grafsteen. |
Sonoy beveiligt de vestingen Bourtange en Coevorden om Rennenberg in Groningen te isoleren. Hohenlohe bezet op 10 april 1580 Oldenzaal, Hasselt en Steenwijk om de katholieken de mond te snoeren. Garnizoen in Oldenzaal bestaat uit 280 Staatse soldaten. Dit is een soort bezettingsmacht. Want de adel van Overijssel sloot zich niet aan bij de Unie van Utrecht. Graaf Willem Lodewijk van Nassau (Us Heit) is in Ootmarsum in april 1580. Pruist bezet Schuilenburg. |
Van Hohenlohe laat zich op 13 april opnieuw afkopen. Voor het bedrag van 6400 daalders ligt hij zijn hielen en vertrekt uit Oldenzaal. Maar op 8 mei neemt de unie toch weer ruiters van Van Hohenlohe in dienst. Zo'n 400 soldaten dienen in Overijssel. In Enschede maken zijn ruiters zich schuldig aan diefstal, afpersing en gijzeling. Zij zouden zwaar worden gestraft, zo kondigen de staten aan. Maar of dit werkelijk is gebeurd is de vraag. De eerste schermutselingen tussen het staatse leger en het Spaanse leger in Twente dienen zich aan. De drost van Twente, Goossen van Raesfelt, neemt het kasteel Saasveld op 11 mei in, op verzoek van Godert van Reede, de eigenaar van het kasteel. Zijn jongere broer, die de kant van de Spaanse koning kiest, bewoont Saasveld. |
De boerenopstand is nog steeds niet voorbij. Een harde kern van zo'n duizend boeren neemt in juni de belangrijke hanzestad Zwolle in met hulp van een aantal koningsgezinden. Maar de Drost van het grootste gewest in Overijssel, Salland, dat was Eggerik Ripperda heer van Goor en Boxbergen verjaagt hen. Hij bezet Zwolle op 17 juni 1580 samen met de rentmeester van Salland/Twente, Robert van Ittersum, en hopman Ulger (naam in Almelo). Maar katholieken veroveren de Diezerpoort (Historisch Centrum Overijssel). De staatsen maken zich meester van het geschut, bezetten de Grote Markt, de Sint Michaëlskerk, de Kamperpoort en de Roode Toren. Ze werpen barricaden op in de Roggestraat. De katholieken stellen zich op in de Diezenstraat en de Smeden. Burgemeester Derk Bastert probeert beide partijen te verzoenen maar een andere burgemeester duwt Bastert van het paard en rijdt de Sassenpoort uit om de ontevreden boeren van Mastenbroek op te jutten tegen de staatsen. De boeren zijn boos over de hoge belasting die zij voor de staatse huursoldaten moeten ophoesten. Maar de boeren houden zich op het laatste moment toch afzijdig. De Staatsen krijgen hulp uit Kampen en zijn in de overhand. |
Dat gebeurt maar net op tijd. Want Maarten Schenk is met zijn malcontenten onderweg naar Zwolle vanuit Lingen. Hohenlohe wil het leger tegenhouden en het komt tot een treffen bij Hardenberg. Maarten Schenk verslaat Hohenlohe. Hohenlohe krijgt geen hulp van Entens omdat zijn Friese soldaten niet buiten Friesland willen vechten. Van Reyd vermoedt dat er sprake is van verraad door Mattisto die onmiddellijk naar Madrid vertrok. Via de moeder van Hohenlohe zou koning Filips II Hohenlohe aanbod doen om neutraal te blijven in ruil voor veel geld. De Staten hadden IJsselstein uit Overijssel teruggetrokken tegen de wil van Jan van Nassau waardoor Schenk met de malcontenten makkelijk naar Groningen kon optrekken. Us Heit noemde Hohenlohe onvoorzichtig. |
Na de slag op de Hardenberger heide trok Hohenlohe zich terug naar Oldenzaal en toen naar Deventer en dan verder naar Leeuwarden om Dokkum en Delfzijl te verdedigen. |
In augustus verovert Us Heit die zwaar gewond raakte aan zijn been en Hohenlohe Coevorden en zij proberen daarna Lingen te veroveren om Groningen te isoleren. Bij Bourtange verslaat Rennenberg Hohenlohe waarna ook Coevorden verloren gaat op 24 september 1580. Rennenberg valt op 24 september 1580 Oldenzaal aan maar het lukt hem niet de stad in te nemen. De katholieke inwoners van Oldenzaal vragen Hohenlohe die gebrek heeft aan kruit en geld, te vertrekken. Hohenlohe vraagt geld aan de Staten van Overijssel. Hij krijgt 6400 daalders. Rennenberg neemt op 27 september Oldenzaal in. Hohenlohe is met geld vertrokken. |
Heel Twente valt nu onder de invloedssfeer van Spanje. De adel moet partij kiezen. Kies je voor de staten, dan wordt je arm. Alle opbrengsten van het land, evenals de zetel in de ridderschap, het college van Overijsselse edelen, gaat aan je neus voorbij. Kies je voor de Spaanse koning dan riskeer je plunderende staatse troepen op je erf. De enige manier zonder schade te overleven is een sauvegarde of vrijgeleide bemachtigen. Ritmeester Herman Ripperda van het hof te Boekelo lukt dit. Hij brengt later als een soort guerrillaleider de Spaanse soldaten samen met Nicolaas van Bevervoorde van het kasteel Oldemeule bij Hengelo veel schade toe. |
Sommigen Twentse edelen vluchten naar Duitsland, onder wie de drost van Twente, Goossen van Raesfelt de Jonge. De staatsen benoemen Johan of Jan van Voorst van Grimberg tot zijn opvolger en de Spaansgezinden Johan Mulert van Voorst tot drost van Twente. De drost van Haaksbergen en Diepenheim, Herman van Westerholt - broer van Agnes de vrouwe van Almelo, staat al sinds 1568 aan de kant van de koning. De Twentenaren staan voortaan bloot aan geweld van zowel Spaanse als staatse zijde. De mensen zijn overgeleverd aan de stemming van de slecht betaalde soldaten en die zijn nooit ver weg. Ritmeester Simon van Limburg mag in november 1580 iedereen rond Oldenzaal gijzelen of koeien afnemen die niet aan de staten (of moet dit Spanjaarden zijn?) geld willen betalen. |
Het ontbreekt de Spaanse leiding aan geld om heel Twente te verdedigen. Staatse soldaten uit Zutphen en Lochem veroveren het huis Hengelo. De strijd zou drie uren hebben geduurd. Ze vertrekken daarna weer. 30 januari 1581 Oranje benoemt Ripperda tot zijn plaatsvervangen in Overijssel. |
Rennenberg probeert tevergeefs Doetinchem te veroveren. Het lukt hem daarna wel Groenlo te veroveren. Hij trekt daarna naar Steenwijk. Maar hij staakt het beleg na maanden wanneer John Norris de stad bevoorraadt. Rennenberg is ernstig ziek en overlijdt tijdens de Slag om Goor eind juli 1581. In Goor bivakkeren zo'n 900 soldaten en 120 ruiters onder Simon van Limburg. Ripperda (Heer v Goor Drost van Salland, pltsv Willem van Oranje) rukt op met 1000 soldaten. Ook vechten mee Gerard van Warmelo met vendel uit Deventer. De drost van Haaksbergen en Diepenheim, Johan van Voorst van Grimbergen, Robbert en Johan van Ittersum, Conrad Dirksz en burgemeester Matthijs van Wenckum van Deventer. Legeraanvoerder is Christoffel van IJsselstein uit Zutphen. |
Verdugo stadhouder Friesland. Acte van Verlatinge / oprichting van de staat Nederland. Plunderingen in Twente, havezate Hagmolen en stad Almelo grotendeels verwoest. Mendo verover kastelen Bronkhorst en Keppel. Engelse soldaten proberen Keppel te heroveren maar dit mislukt. Zutphen Spaans. |
1582 Eeshof Tubbergen verwoest, Weleveld geplunderd, Grimbergen bezet, Twickel versterkt. Veel boeren kunnen geen contributie betalen. maart 1582 Ripperda onderhandelt over losgeld maar wordt gevangen genomen in Deventer. |
25 juli 1582 Verdugo belegert Lochem en wil de stad uithongeren. Hohenlohe probeert de stad te ontzetten en valt de troepen op de Lochemerberg aan. Dit mislukt. Hohenlohe bevoorraad de stad met hulp van John Norris vanuit Deventer en Willem Lodewijk van Nassau, Us Heit. Staatse soldaten van Sonoy proberen Verdugo weg te lokken en plunderen het platteland. Verdugo vertrekt uiteindelijk. Opstandelingen veroveren Arkelsteijn, Bronkhorst en Keppel door Frederik van Pallandt. |
1583 Willem van den Bergh (opvolger Jan van Nassau) loopt over naar Spaanse zijde. Tassis neemt Zutphen in. 1584 Neuenahr en De Soete (Viliers) steken Delden in brand. Almelo, Goor, Diepenheim, Rijssen en Haaksbergen verwoest. Stropende troepen nemen Enschede in, maar Mario Martinengo verjaagt hen |
6 februari 1585 Spaanse soldaten veroveren Boxbergen, Hackfort, Rechteren, Schuilenburg (Tassis verjaagt Pruist). Tassis neemt in 1585 graaf Nieuwenaar, Villers en Schenk gevangen in de slag bij Amerongen.
|
Verdugo stuurt Tassis naar Friesland begin 1586 wanneer Willem Lodewijk naar Zeeland gaat voor overleg. De grond is bevroren en begaanbaar voor paaden. 3000 Spaanse soldaten en 700 ruiters. Kapitein Van Delden sterft Verraad van Stanley. Deventer Spaans in 1587 De graaf van Meurs, Adolf von Neuenahr, trekt zijn cavalerie samen bij Zwolle terwijl hij versterking laat komen uit Duitsland. Hij wil Lingen veroveren, trekt op naar Uelsen en Ootmarsum. Mendo valt de achterhoede aan waardoor de opmars vertraagt. Martinengo is al in Lingen en versterkt de stad. |
De guerrillatactiek wordt opnieuw gebruikt. De staatse ritmeester Gert van Balen en vaandrig Arent Brecke plunderen de stad Almelo op 10 juni 1587. Ruim 80 woningen gaan in vlammen op voordat de staatse soldaten terugkeren naar Lochem. Stadhouder verdugo vreest daarna een echte aanval. Spanje trekt troepen van Parma terug om met de armada een aanval op Engeland te doen. Staatse soldaten zouden zich verzamelen in Zwolle. Verdugo legert vendels voetknechten in Ootmarsum en Enschede in juli 1587 en beveelt de boeren in september hun oogst in veiligheid te brengen achter de grachten van de steden. |
De aanval blijft uit. Ook in 1588. In januari 1588 ontvangt de Spaanse overheid bijna geen rode cent uit zuid en oost Twente, zo intens verwoest is het land. Soldaten op de Spaanse armada krijgen dat jaar geen voet op Engelse grond en veteranen op de Vlaanse kust wachten tevergeefs op een boot die hen naar de overkant zou brengen om Brittannië te bezetten. Verdugo mobiliseert in juni 1588 de overgebleven Twentse boeren. Vluchtelingen krijgen zelfs amnestie. |
Aan het begin van het volgende krijgsseizoen slaat de angst weer toe. De stadhouder beveelt op 2 maart 1589 alle boeren onder de wapens. De beste schutters moeten afreizen naar Enschede of Ootmarsum.
|
Mendo is gouverneur van Oldenzaal in 1590. Mendo plundert in Drenthe bij Groningen. In november 1590 vallen Staatse soldaten Almelo voor de derde keer dat jaar aan. Troepen onder kapitein Lespein trekken op tot voor het kasteel. Maar de inname mislukt. Een maand later brengen ruiters en voetknechten van graaf Overstein de nacht door in Almelo. De Twentse edelen verliezen langzamerhand hun vertrouwen in de Spaanse bezetter. De drost dreigt met intrekking van de belastingvrijstelling begin maart 1591 als niet meer edelen op de landdagen verschijnen. |
In de zomer van 1591 bezetten staatse soldaten het huis Weemselo, tussen Almelo en Oldenzaal. Dat gebeurt onder leiding van de eigenaar, Berent van Bevervoorde. Als tegenzet beslist de graaf Van den Bergh die in Oldenzaal verblijft, de verschillende huizen rond Weemselo van Spaanse soldaten te voorzien. De heer van Almelo, Rutger Torck, krijgt dertig man van het vendel van hopman Van Boijmer. Prins Maurits bezet in juni 1591 de belangrijke stad Deventer. Hij schrijft vanuit Arnhem op 20 augustus 1591 dat hij de huizen van Hengelo en Almelo niet wil bezetten als er geen Spaanse soldaten worden gelegerd. Swartenhond legt een hinderlaag op het Kemerinksveld bij Beckum. Eind december 1591 verstopt hij 460 scherpschutters in een bos. Een overval wordt in scene gezet. Mendo gaat achter de daders aan door de voetsporen in het sneeuw te volgen. |
Frederik graaf Van den Bergh volgt Verdugo op in Oldenzaal. Gerard Warmelo, de staatse drost van Salland, vraagt Goor en Delden zich aan te sluiten bij de prins. Frederik van Twickelo wil Herman Ripperda die zich met soldaten van Joachim Hendriks, 'de Zwarte Hond', bij Delden ophoudt verjagen. Na een gevecht bij het Kemerinksveld bij Beckum vlucht Van Twickelo en laat Delden onbeschermd achter. Gerard Warmelo en Lubbert Ulgher komen daarna in Delden geld ophalen voor het leger van de prins. Ze vragen contributie, zoals dat zo mooi heet. |