Home

Muitende troepen plunderen Almelo
1593
Verdugo wil de heerlijkheid niet verliezen

Ruim honderd soldaten vallen in de nacht van 24 op 25 januari Almelo binnen en persen de bewoners geld, eten en drinken af. Op 8 februari ontfutselen vendels van Vasques en Egmond de Almeloërs geld af. Troepen uit Goor doen hetzelfde, nog dezelfde dag. Er verandert niets daarna. Soldaten uit Enschede en Oldenzaal zijn nu aan de beurt om hun beurzen te vullen. De discipline onder Spaanse soldaten lijkt totaal verdwenen.

Richter Rutger Torck - naamgenoot van de overleden heer van Almelo - inventariseert vanaf 20 mei de schade die in Almelo is aangericht. Hij komt op ruim 4800 keizersguldens. Verdugo wil (een deel van) de schade vergoeden om de heerlijkheid niet in de armen van de vijand te jagen.

Boeren in de heerlijkheid Almelo hoeven al jaren bijna niets te doen voor de Spaanse overheid. De drost heeft er niets te vertellen.

Grote Kerk Almelo in 18e eeuw

Boven:
De Grote Kerk van Almelo heeft in de 17e eeuw nog een andere spits.

Huis Gramsbergen

Boven: Spaanse soldaten bezetten het huis Gramsbergen in 1572. Prins Maurits neemt het kasteel in 1591 in. Maar twee jaar later zijn de Spanjaarden er weer de baas. Willem Lodewijk van Nassau verjaagt hen. Het kasteel is na 1607 hersteld van de oorlogsschade.

Twentse boeren buiten Almelo krijgen regelmatig zware boetes opgelegd omdat zij bijvoorbeeld niet helpen bij de opgelegde diensten voor de oorlogvoering. Ze moeten bijvoorbeeld meehelpen bij het transport van munitie en voedstel. Almelo is niet neutraal. De heer is een bondgenoot van de Spaanse overheid.

Johan ten Damme en zijn vrouw Cathrina lenen in december 1593 200 daalder van vier grote boeren, vertegenwoordigers van inwoners van het gericht Almelo, om schattingen te kunnen betalen. Het viertal stelt zich persoonlijk garant voor de betaling van rente en aflossing.

Om Almelo te behouden voor Spanje is het garnizoen van Mendo en Boijmer teruggetrokken uit de stad. De overlast wordt zo beperkt. Ook de staatsen willen Almelo voortaan ontzien. Albrecht van Ittersum verzoekt op 28 juni 1593 de staatse bevelhebber in Ootmarsum, Jacob Muers, het bezit van zijn nicht Agnes van Westerholt met rust te laten. Agnes heeft bovendien een sauvegarde van prins Maurits.

De rust keert zo in Almelo terug. Maar elders wordt het onrustig. Verdugo wil Coevorden terug. Hij onderneemt een tegenaanval zodra de rust onder de Spaanse troepen in de zomer van 1593 is teruggekeerd. Willem Lodewijk van Nassau verovert nog Hardenberg en Gramsbergen. Maar in september krijgt Verdugo hulp van Willem en Frederik van den Bergh en de garnizoenen in Groenlo, Bredevoort en Oldenzaal krijgt.

Maurits verovert Ootmarsum in 1597

Boven:
Overste Duivenvoorde verovert in 1597 voor prins Maurits Ootmarsum. Ter herinnering aan de staatse verovering is een kanonskogel in de muur van de kerk gemetseld. Zie ook: meer foto's van Ootmarsum.

Kasteel Bentheim is te zien vanaf Oldenzaal

Boven: Kasteel Bentheim is vanaf de kerktoren van Oldenzaal nog net te zien bij helder weer.

Eerst vallen zij het huis Saasveld aan en daarna veroveren zij Ootmarsum. Maar het beleg van Coevorden duurt de hele winter van 1593 en 1594. De Spaanse soldaten plunderen in Salland en Twente om aan eten te komen. In mei druipen de belegeraars af. Opnieuw plunderen Spaanse soldaten Twentse boeren. Een deel van de troepen trekt naar Denekamp en daarna naar Rheine. Groningen gaat iets later, op 23 juli 1594, over in staatse handen. Pas in 1597 bevrijdt Maurits Twente.

Bronnen: G.J. ter Kuile de opkomst van Almelo en omgeving, Douwe Fokkema, A. Th. van Deursen en S. Groenveld, A.J. Gevers en A.J. Mensema, Snuif, Bor, Rietsma, archief Huis Twickel en C. Trompetter.