Gerrit Berckheyde
schilderde in deze tijd zijn geboorteplaats Haarlem. Het maken van stadsgezichten
in de kunst is een typische Nederlandse vinding. Saenredam, Van de Velde
en Berckheyde waren de `aanstichters`.
Berckheyde schilderde na 1660 het
Spaarne met in het midden bij de brug het pand De Wildeman waar Cornelis
Tetrode woonde.
Op dit kunstwerk (links) werden
zware goederen met behulp van de kraan uit de schepen getakeld.
In de Waag op de hoek, gingen de
goederen op een weegschaal om te bepalen hoeveel belastingen moest
worden betaald.
De kerktoren linksachter is van de
Bakenesserkerk.
Berckheyde speelde in zijn schilderijen
een subtiel spel met licht en schaduw. Zo koos hij voor dit schilderij
een zonnestand, waarbij de trapgevels van de huizen langs Het Spaarne volop
zon vangen.
De gevel van de Waag, toch de blikvanger
in het schilderij, valt in de schaduw. Bij de toren van de Bakenesserkerk
valt eenzelfde licht-donker contrast op.
Nicolaes Hals, de broer van Frans
Hals, schilderde de Zijlpoort rond 1670. Via deze poort bereikte men al
eeuwenlang Tetterode. De ambacht lag slechts een dikke kilometer buiten
de Zijlpoort. In Tetterode lag de enige noord-zuid verbindingsweg waarlangs
je ging wilde je Haarlem mijden.
Antonie Waterloo schilderde in 1650
de Zijlpoort vanuit een denkbeeldig hoog punt. De overgang van stad in
platteland (Haarlem en Tetterode) wordt zo spectaculair weergegeven. Om
dit werk te zien moet je naar het Fondation Custodia in Partijs.
Op dit gedeelte van het werk van
Waterloo is ook het Zijlklooster zichtbaar.
Jan van de Velde tekende in 1617
de Zijlpoort en schreef er onder: Maius (mei). De tekening maakte deel
uit van een kalender en hangt tegenwoordig in de Staatliche Graphische
Sammlung in München.