Engelendal
1396
 |
In Holland verspreidt het Christendom zich langzaam.
Na de bouw van de abdy Egmond komen er langzamerhand meer kleine kloosters, zoals
het Engelendal of Engelendaal in Leiderdorp.
Dirc van Tetrode krijgt samen met Pieter van
den Poel en Pieter Claeszoon een vergunning van de hertog van Beieren om
een klooster te stichten. Dirc is mogelijk Dirc Hendrikszoon van Tetrode,
schout van Limmen. Maar dit staat niet vast. De tekening links stamt uit 1730 |
Het klooster valt vanaf 1400 onder het kapittel van Windesheim. Leden van de orde van Augustijnen gingen er wonen en werken.
Alleen een kapel rest nog van het voormalige rijke klooster Engelendal
Boeken binden en illumineren (drukwerk en handschrift met ornameten versieren) deden de broeders. Maar ook in dijken bouwen waren zij bedreven.In 1569 ging het slecht met het klooster. Tijdens het ontzet van Leiden werd het huis verwoest. In 1966 is het fundament van het voormalige klooster blootgelegd.
Willem van der Made en Daniel Bruine schenken in 1369 zes morgen land (een veld waarvoor je 1 morgen nodig hebt om het te bewerken) aan neef Daniel van de Poel om een klooster te stichten. Na jaren voorbereiden kochten de initiatiefnemers in 1397 de bouwmaterialen en drie jaren later waren tien toekomstige bewoners bezig met de bouw. Het klooster groeide in omvang door aankoop van nieuw land tot ver buiten Leiderdorp. De beeldenstorm treft Leiden hard in 1566.
Aflaten werden in 1487 (Reg. nr. 1777) verworven. Het klooster verkreeg van de burggraaf het recht op een molen in 1421 (Reg. nr. 370), vrijdom van gruitgeld in 1480 (Reg. nr. 1632) en het recht van zwanendrift in 1488 (Reg. nr. 1795). In de kloosterkerk werden in 1487 drie beelden gewijd; er waren toen reeds beelden van Sint Catharina en Sint Barbara. De broeders beoefenden het afschrijven, binden en iilumineren van handschriften (zie: Rekeningen van de Sint Pieterskerk, 1402, 1403, 1425 en 1428) en namen deel in de bedijkingen van de Andel bij 's-Gravenzande. De levenswijze van de bewoners wordt als zeer ongunstig vermeld (Romer 1, 340); in 1569 werd het klooster gevisiteerd door de prior van Eemstein en daarna werd ernstig op een hervorming aangedrongen. Een omschrijving van de kloostergebouwen wordt gegeven door P.M. Bots, blz. 295, en afbeeldingen vindt men in de Prentverzameling van het Gemeentearchief. Het klooster werd bij de beeldenstorm in 1566 afgelopen, doch bleef bewoond. In 1570 wendde het klooster zich nog tot de Staten om vrijdom van impost van bier en wijn. Na de Hervorming werden goederen van het klooster in Leiderdorp, tezamen groot 138 morgen en 458 roe, door de Staten op 18 november 1579 verpand aan Arend van Dorp. De jaarlijkse opbrengst hiervan bedroeg ruim 1820 gulden. (Bron archivesportaleurope.net
