Home

Het einde van de watergeuzen
1573
Voor radicalen is geen plaats in de nieuwe marine

Het begin van het einde van de watergeuzen is de beslissing Den Brielle blijvend te bezetten. De geuzen zetten voor de eerste keer vaste voet aan wal in de Lage Landen.

De maanden daarna valt de één na de andere stad in Holland en Zeeland in handen van de Opstandelingen.

De inname van Den Brielle

Boven: De watergeuzen krijgen na de inname van Den Brielle aanhang in heel Holland en Zeeland. Willem van Oranje ontdoet zich in de jaren daarna van de meest radicale geuzen.

De watergeuzen handelen tijdens de inname van Den Brielle nog op eigen initiatief. Niet Willem van Oranje maar Willem van der Marck, heer van Lumey en admiraal van de watergeuzen, besluit de stad te verdedigen tegen Spaanse soldaten. Brielle heeft op dat moment geen troepen binnen de poorten en is een makkelijke prooi van de Opstandelingen.

Tekst gevelsteen: Hier ter plaatse rammeiden de Watergeuzen de Brielsche Noordpoort op dinsdag 1 april 1572 des avonds ongeveer half negen.

Het einde van het Beleg van Leiden

Het bestaan van de watergeuzen verandert ingrijpend nu ze voet aan wal zetten. Zij vormen niet langer een bende die ongecontroleerd vanuit buitenlandse havens als Emden, Dover en La Rochelle de zee afschuimen op zoek naar de vijandelijke schepen.

De watergeuzen moeten nu 'netjes' hun buitgemaakte spullen volgens de regels voor een zogeheten prijzengerecht brengen zodat de goederen eerlijk worden verdeeld. Een deel is bestemd voor de krijgskas.

Radicaal
Willem van Oranje zet de meest radicale watergeuzen in 1573 buiten spel. Admiraal Lumey, die al vanaf begin 1571 de leiding heeft over de watergeuzen, gaat zelfs achter de tralies wegens oorlogsmisdaden. Ook zijn rechterhand, Entens, moet enige tijd in de gevangenis doorbrengen. Zij zijn verantwoordelijk voor de moord op katholieke priesters als Musius, vriend van Willem van Oranje, en de latere martelaren van Gorinchem.

De prins neemt de bruikbare personen uit de geuzenbendes op in de nieuwe Hollandse en Zeeuwse marine. Willem Blois van Treslong wordt admiraal van Holland en Boisot van Zeeland.

Andere geuzen keren terug naar hun bevrijde woonplaats. Hun taak is volbracht. De voormalige geuzen verspreiden zich en kunnen geen vuist meer maken als revolutionaire opstandelingen. Willem van Oranje en de Staten van Holland bepalen voortaan het beleid.

Tot ongeveer 1575 leeft de naam watergeuzen voort voor de zeelieden die op de Hollandse en Spaanse vloot strijden tegen Spanjaarden.

Admiraal Lumey van de watergeuzen verdwijnt
De Inquisitie van Bossu valt ten prooi aan de watergeuzen

De slag op de Zuiderzee (links) bij Hoorn in oktober 1573 omschrijven geschiedkundigen meestal als een overwinning van de geuzenvloot onder Cornelis Dirksz. De vloot van Cornelis Dirksz bestaat echter uit schepen en officieren van de Staten van West-Friesland en kunnen eigenlijk geen geuzen worden genoemd.

De verovering van Den Brielle betekent achteraf gezien zowel het begin van de bevrijding van de Nederlanden als het einde van de geuzen.

Bron:
Kapers en piraten van R. Prud'homme van Reine.