De oranje-blagne-bleu of Prinsenvlag
Geschiedenis van de Prinsenvlag
De OBB (oranje, blank en blauw) is de eerste vlag ter wereld met een indeling in drie evenwijdige kleurstroken. De vlag is ontstaat in 1572. Willem I van Oranje wordt dan stadhouder van Holland en Zeeland.
De vlag wordt gehandhaafd bij de Unie van Utrecht (23-01-1579) en vervangt officieel de vlaggen van de Zeven Provinciën. De volgorde van de kleuren, tot dan min of meer willekeurig, wordt in 1599 vastgelegd. Om de herkenbaarheid van de vlag van de Republiek der Nederlanden op zee te vergroten is in 1630 de oranje baan in de vlag vervangen door een rode. In 1937 vervangt het kobaltblauw het donkerblauw.
Opbouw van de Prinsenvlag
De kleuren blauw en wit zijn de livreikleuren van het prinsdom Oranje in Frankrijk. De oranje baan wordt toegevoegd als persoonlijk eerbetoon aan Willem I van Oranje, Vader des Vaderlands.
De Prinsevlag heeft vele landen en volkeren in hun vrijheidsstrijd of ontwikkeling tot het ontwerp van de eigen vlag geïnspireerd, met als bekendste voorbeelden de Franse (Franse Revolutie in 1789) en de Russische (Tsaar Peter de Grote in 1697) vlag, maar ook de Joegoslavische republieken.
De Zuid-Afrikaanse vlag van voor 1994 is niets anders dan de Prinsevlag, ter herinnering aan de landing van 90 VOC-manschappen onder leiding van de arts Jan van Riebeeck in de Kaapprovincie op 06-04-1652 met daaraan toegevoegd in de witte baan de vlag van Oranje Vrijstaat geflankeerd door die van Transvaal en Groot-Brittannië (voor Natal en de Kaapprovincie) als symbool voor de vier gebieden verenigd in de Zuid-Afrikaanse Republiek.
De Nederlandse vlag
Rood-wit-blauw of oranje boven
De kleur van de bovenste vlaggenbaan scheurt Nederland al eeuwen doormidden. Die is oranje geweest, maar is nu al ruim drie eeuwen rood. De oranje wimpel is een compromis om de verbondenheid - Oranje Boven - met het koninklijk huis te visualiseren. Dat het vorstenhuis Oranje heet, komt goed uit. Nederland is het enige land ter wereld dat zijn nationale vlag bij enkele zorgvuldig geselecteerde gelegenheden aanpast.
Wanneer de geuzen enkele maanden na de inname van Den Briel Gouda binnentrekken, voeren ze 'vendelen orangien, wit en blaauw' met zich mee. De kronieken verklappen niet aan hoe ze er precies uitzien. Niemand is er nog in geslaagd te verklaren waarom voor deze kleuren is gekozen. Oranje verwijst ongetwijfeld naar Willem van Oranje.
Nog tijdens de Tachtigjarige Oorlog komen driebanige vlaggen in zwang. De Admiraliteit van Zeeland bestelt in 1587 enkele vlaggen 'van de couleuren oraenge, blanche, bleu, in dry velden, om deselve vlaggen te gebruycken op schepen van oorloge'.
Geen stadhouder
Het oranje in de vlag verschiet snel naar rood. Waarom is onduidelijk. Anti-Oranje gevoelens kunnen een oorzaak zijn. Het rood verdringt het oranje definitief rond 1650 wanneer er geen stadhouder is. Maar waarom houdt de vlag als bijnaam de 'Prinsenvlag'? Was de kwaliteit van de Zeeuwse meekrap zo slecht dat er geen oranje kleurstof meer van kon worden gemaakt, zoals een andere theorie suggereert?
De kleur van de bovenste baan van de vlag wordt rond 1780 inzet van politieke strijd. De prinsgezinden zweren bij oranje-wit-blauw, de patriotten bij rood-wit-blauw. In 1787 besluiten de prinsgezinde Utrechtse Staten in Amersfoort dat de vlag bestaat uit 'de gecombineerde couleuren van oranje, wit en blaauw, waarbij 's lands vlag van ouden tijden af door geheel Europa bekend is geweest'. Wanneer ruim een week later de rivaliserende patriottische Staten in Utrecht bijeenkomen, verbieden die het oranje-wit-blauw, want die was nimmer 'des lands of der Staten vlag'.
Wanneer de Verlichting eind 1794 uit Frankrijk overwaait, is er geen plaats meer voor de Oranjes en dus ook geen oranje kleur. Twee weken voordat de Staten-Generaal in maart 1796 plaatsmaken voor de Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek, besluiten die nog snel: 'Dat voortaan en in het toekomende de Nationaale Vlag van dezen Staat zal zyn de gewoone en altoos in gebruik geweest zynde Bataafsche of zoogenaamde Hollandsche Vlag, bestaande in drie evenwydige en horizontaale Banden van gelyke breedte, en van welken de bovenste rood, de middenste wit, of ongekleurd, en de benedenste blaauw gekleurd is'.
Dezelfde vlag doet ook dienst als nationaal symbool van het Koninkrijk Holland dat in 1806 wordt geproclameerd. Napoleon dwingt in maart 1810 Holland diens in keizerrijk en wordt de driekleur ingewisseld voor de Franse driekleur. Het toeval wil dat dezelfde kleuren heeft, maar in verticale banen. Wanneer de Fransen in november 1813 worden verjaagd, wil Nederland weer zaken doen met de Oranjes. Op veel plaatsen worden effen oranje vlaggen uitgestoken. Maar ook het horizontale rood-wit-blauw komt van zolder. De Amsterdamsche Courant van 24 november 1813 merkt in het feestgedruis iets merkwaardigs op: 'De Hollandsche Vlag met Orange Cravatte versierd, [is] uit den Toren van hetzelfde Paleis uitgestoken'. Het is de geboorte van de huidige traditie, om met de wimpel (strik) loyaliteit met het Oranjehuis te tonen.
Koning Willem I laat de vlag zoals hij haar aantrof: rood, wit en blauw. Zeer tot verdriet van de oranjeklanten, die het liefst de Prinsenvlag terugzien, waarmee vanaf dan het oranje-wit-blauwe doek wordt bedoeld. Zij graven in of rond 1865 de strijdbijl weer op. Een halve eeuw hernieuwde onafhankelijkheid wordt dan herdacht. De Haagse correspondent C.K. Elout van het Algemeen Handelsblad jaagt in 1923 - Wilhelmina is dan 25 jaar koningin - het vuurtje weer aan met pleidooien voor herinvoering van het 'Oranje, blanje, bleu'.
Nederland raakt in de crisisjaren verdeeld over een symbool dat juist bedoeld is om eenheid uit te stralen. Voorstanders van de herinvoering van het oranje komen voor in alle politieke stromingen en evenals de voorvechters van het rood. Alleen de NSB schaart zich als één blok achter de Prinsenvlag. Zuid-Afrika bedankt in mei 1928 Jan van Riebeeck voor het bij Kaap de Goede Hoop aan land gaan met de invoering van het oranje-blanje-bleu.
Vlaggenwet
Minister-president Colijn is de strijd in februari 1937 zat. Hij vraagt koningin Wilhelmina een Koninklijk besluit te tekenen waarin wordt vastgelegd: 'De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw'. Tijdens haar wintersportvakantie in Oostenrijk zet zij haar handtekening.
Het is de vooraankondiging van een Vlaggenwet, die het kabinet-Colijn drie maanden later bij de Kamer indient. Daarin wordt onder meer de vorm van de nationale driekleur vastgelegd. Tot een behandeling van het wetsvoorstel zal het nooit komen. Maar de huidige vlaggen komen allemaal overeen met het voorstel.
Nazi-Duitsland doet direct na de inval alle pro-Oranje-uitingen in de ban. De Nederlandse driekleur volgt begin juni 1944.
In opdracht van het ministerie van Marine becijfert het Nederlands Normalisatie-Instituut in 1948 de exacte vlaggenkleuren, aan de hand van een methode opgesteld door het Comité International de l'Eclairage. In de standaard heet het: 'De kleur rood moet zijn helder vermiljoen met de trichromatische coördinaten X= 17,2; Y=9,0 en Z=2,6. De kleur blauw moet zijn kobaltblauw met de trichromatische coördinaten X=7,8; Y=6,8 en Z=26,7.' De regering trekt in 1951 het vooroorlogse voorstel tot een vlaggenwet in, 'wegens overbodigheid'. |