Cornelis Roobol
Admiraal van de Eemsvloot
|
Cornelis Geerlofsz Roobol, verbannen uit Delft, hoort tot de belangrijkste
leiders van de Opstand. Hij is tijdens een ziekte van Lancelot van Brederode,
waarnemend-admiraal van de kleine Eemsvloot bij
Emden in Oost-Friesland, valt twee keer in handen van de Spanjaarden, wordt
ter dood veroordeeld maar weet te ontsnappen. Roobol is vermoedelijk
de zoon van een baljuw of dijkgraaf. Hij vecht onder leiding van de graaf Lodewijk van Nassau
in Heiligerlee in 1568, dat officieel wordt gezien als het begin van de
Tachtigjarige Oorlog. |
Nadat Alva de Opstand bij Jemmingen neerslaat vlucht Roobol naar Emden,
waar hij vastbesloten de strijd voortzet.
Zo is van hem bekend dat hij met 25 geuzen het dorp Schellingwoude vlakbij Amsterdam aanvalt
in de nacht van 2 op 3 maart 1571. Het is de eerste zogeheten landgang nadat Roobol
eind februari uit Groningen is verjaagd. |
Pieter Bast maakt de gravure Gezicht op Emden in 1599. Het staat op het
voormalige Nesserland, waar veel geuzen overwinteren, en kijkt naar Emden. Museum mr. S. van Gijn in Dordrecht.
Zie ook de kaart hieronder.
|
In de cirkel liggen het voormalige Nesserland en Emden. Het noorden
op de kaart is beneden.
|
De kerk en enkele huizen van Schellingwoude en Monnickendam worden geplunderd in
de nacht van 2 op 3 maart. Aanstichter voor de actie in Schellinkwoude
is Blois
van Treslong die hiermee zijn loopbaan als watergeus begint. Cornelis Roobol
is zijn luitenant. Blois van Treslong kocht in Emden voor 60 gulden een
schip en werft er zo'n 25 vrijbuiters aan.
Ronduit uitgekookt is de aanval op de ommuurde stad Monnikendam. Met een
list dringen 300 geuzen de stad binnen, plunderen 70 huizen, slaan beelden
in de kerk stuk en bestormen de gevangenis om vijftien mannen vrij te laten. Geschut,
munitie en vijf schepen worden buitgemaakt. Wie deze landgang heeft uitgevoerd
is niet bekend. Wel staat vast dat de rooftocht is uitgevoerd in samenspraak
met Roobol. De terugtocht naar Oost-Friesland ondernemen de plunderende watergeuzen
gezamenlijk. Het stadsbestuur van het rijke Amsterdam is in grote verlegenheid gebracht
en brengt even later op verzoek van Alva een aantal oorlogsschepen in gereedheid.
In juni onderneemt de als gezagstrouw bekend staande kapitein Cornelis Roobol een lange reis om zoveel
mogelijk schepen onder het commando van Lodewijk van Nassau te brengen.
Eerst bezoekt hij het geuzennest La Rochelle aan de Franse kust, vermoedelijk om instructie
van Van Nassau te vragen.
|
Voor de Noorse kust haalt Roobol schepen op om zich op 15 juni met vier
vaartuigen bij de twaalf geuzenschepen voor Emden te voegen. Net gepromoveerd
van kapitein tot admiraal van de Eemsvloot krijgt hij zijn eerste vuurdoop.
Een Hollandse vloot verschijnt in de Dollard op 22 juni
1571. De hertog van Alva en Bossu willen wraak nemen voor de aanval op Schellingwoude en Monnickendam.
Roobol vlucht met zijn zestien schepen de haven van Emden in. Maar de
Oostfriezen, bang voor Alva, vuren met hun kanonnen op de rebellen. Slechts
twee schepen lukt het zich in de haven tussen andere schepen te verbergen.
De volgende dag, 23 juni
1571, valt Boschuyzen de vrijbuiters, die voor de haven van Emden
voor anker liggen, opnieuw aan. Negen geuzenschepen worden buitgemaakt.
Velen verdrinken in een poging de wal te bereiken en zo'n honderd geuzen vallen
in handen van Boschuyzen. Na verhoor worden ze, goed zichtbaar vanuit Emden, aan de raas van de schepen
opgeknoopt.
|
Op deze kaart van Frisia Orientalis (Oost-Friesland) is het Eems Dollard
gebied duidelijk te zien. Uiterst rechts ligt de streek Wurst waar piraten
vandaan komen die zonder pardon bemanning van schepen uitmoorden en de geuzen, die
vooral uit Friesland en Holland komen, een slechte
reputatie bezorgen.
|
Roobol houdt met zijn gevluchte mannen rooftochten langs de kust van
Oost-Friesland. Hij wordt echter gevangen genomen maar weet op 17 oktober,
drie dagen voordat de Spanjaarden zijn doodstraf willen uitvoeren, te vluchten.
De onverschrokken kapitein Roobol duikt enkele maanden later al weer op wanneer hij onder
Lancelot van Brederode en Willem Blois van Treslong zeven Hamburgse schepen
buitmaakt in het Vlie, de belangrijke doorgang tussen Vlieland en Terschelling.
Nieuw is dat de gehele bemanning wordt vermoord. Piraten
uit Wursten bij Bremerhaven, die geen band hebben met Willem van Oranje
en de Opstand in de Nederlanden, zouden hiervoor hoofdverantwoordelijk zijn en bezorgen
de geuzen een slechte naam.
|
Elk jaar vieren de inwoners van Den Brielle de inname van hun stad.
De watergeuzen veroverden de stad op 1 april 1572. Klik hier
voor meer foto's.
|
|
Cornelis Roobol laat zijn mannen op 1 april 1572 in opdracht van Blois van Treslong
de zuidpoort van Den Briel rammen waarna de geharde Luikerwalen van Lumey de stad
innemen. Roobol trekt met enkele honderden geuzen op 26 juni Leiden binnen nadat al een reeks plaatsen in
Zuid-Holland zijn 'veroverd'.
In de Catharinakerk van Den Brielle, waar Willem van Oranje trouwt
met De Coligny, een zuster van de hugenotenleider, is een fraai glas-in-lood raam aangebracht dat de bevrijding
van de stad voorstelt.
|
Op 9 juli 1572 nemen de Spanjaarden Roobol opnieuw gevangen. Hij raakt in Spaarndam, de nauwe verbinding
met Amsterdam - vlakbij Haarlem,
met zijn mannen in gevecht met een groep Spanjaarden die van Amsterdam naar Rotterdam onderweg is.
(bron J.W. Wijn Het beleg van Haarlem). Roobol krijgt opnieuw de doodstraf, die dit keer wel wordt uitgevoerd.
Enkele maanden later begint het Beleg van Haarlem (december 1572 - medio 1573). Roobol wordt net als Lumey, Entens,
Van Swieten, Marinus Brand, Ruychaver en Sonoy gezien als 1 van de leiders van de revolutie
in de Nederlanden.
Bronnen:
Dr J.C.A. de Meij De Watergeuzen, piraten en bevrijders
www.familyaffairs.nl LarsFemke UK/RoobDetail.htm over de familie Roobol
|
|
Terug naar boven
|