Home

Wantrouwen brengt Willem van Angeren in nood
1581
Staatse hopman moet graaf Van Hohenlohe verdrijven

Voor Twente breken in de lente van 1579 woelige tijden aan. Afgedankte soldaten plunderen boerderijen. Boeren die alles verliezen noemen zich desperado's en gaan de bendes te lijf. De vestingsstad Oldenzaal wisselt enkele keren van bezetting. Dan weer Spaans, dan weer staats. In juli 1581 trekken bijna dagelijks soldaten van Oldenzaal via Hengelo naar Goor. Het wemelt van vreemde officieren en veldheren, wiens mannen stuk-voor-stuk onberekenbaar zijn.

Soldaten ontvangen geen of te weinig soldij zodat ze zelf in hun onderhoud moeten voorzien. Ze pakken wat ze pakken kunnen op het platteland. Met name de cavalerie van Van Hohenlohe, die later met de oudste dochter van Willem van Oranje trouwt, krijgt een slechte naam. In Deventer besluiten de steden en ridderschao (de provincie) in 1579 de staatse graaf te verjagen. Boeren moeten helpen.

Aanvankelijk slaat Van Hohenlohe op de vlucht maar hij weet zijn mannen te hergroeperen en verslaat de boeren meedogenloos bij Boxbergen (klooster Sion) en daarna definitief bij Raalte op 12 januari 1580. Honderden komen om. Van Hohenlohe krijgt van de provincie geld om te vertrekken. Een harde klap voor de opstandelingen is het feit dat de Staatse leger onder IJsselstein de twee weken durende slag om Goor in de zomer van 1581 verliest. Eggerik Ripperda, heer van Goor en drost van Salland, is daarbij gevangen genomen evenals Johan van Voorst, drost van Diepenheim en Haaksbergen.

Spaanse soldaten ondernemen nu ook vanuit Delden rooftochten op het platteland. Boeren moeten hun vee in de bossen verstoppen. Op de Brink in Hengelo overleggen zij hoe nu verder. Want de gevluchte heer van Hengelo laat de oogst naar zijn huis in Osnabrück brengen.

Langzamerhand komt er verandering in de situatie. De staatse hopman Willem van Angeren komt in augustus 1581 vanaf de Oude Deldenseweg met 150 soldaten Hengelo binnenrijden. Hij heeft de opdracht Van Hohenlohe te verjagen. De Hengeloërs zien in Van Angeren als weer een andere plunderaar en grijpen onmiddellijk naar de wapens. Onder leiding van Jan ten Sellenvelde vallen de Hengeloërs het Staatse leger aan.

Even later komen 500 boerensoldaten Hengelo binnen. Zij zitten achter Van Angeren aan omdat zij denken dat dit het leger van Van Hohenlohe is. Gezamenlijk pakken zij Van Angeren op het Pruisische veld en brengen hem naar de Brink. Het nieuws bereikt het Spaanse garnizoen in Oldenzaal dat onmiddellijk soldaten stuurt om Van Angeren gevangen te nemen. De Hengeloërs willen dat echter niet toestaan en brengen de veldheer naar Oele. Halverwege de Oldemeule haalt een renbode hun in en meldt dat een flink aantal Spaanse soldaten Hengelo zijn binnengevallen.

De Hengeloërs zien geen andere mogelijkheid dan zich onder Van Angeren te stellen en zo de Spaanse soldaten hun dorp uit te jagen. De Hengeloërs krijgen met hulp van het boerenleger twee Spaanse aanvoerders in handen. Van Angeren heeft door zijn optreden aan vertrouwen gewonnen. Hij overnacht met zijn mannen in de bijgebouwen van het deels verwoeste Huis van Hengelo.

De volgende ochtend duikt de heer van Hengelo, die naar Osnabrück was uitgeweken, plotseling op, maar vlucht wanneer hij de Staatse leger ziet. Het boerenleger achtervolgt de heer van Hengelo richting Beckum. Maar in Oele treffen zij een aantal ruiters van Van Hohenlohe aan die de afgelopen nacht Usselo hebben geplunderd. Zij willen de buit via Delden, Goor en Holten naar Raalte brengen. Maar dat plan gaat niet door. De buit wordt in Hengelo op de Brink verdeeld.

Bron: De dorpshuishouding van Hengelo F.W.W.H. van Coevorden.

Johan van Middachten belast het erf Vrieswijk (de latere havezate Frieswijk of Vreeswijk ten noordoosten van Deventer) aan Willem van Angeren en zijn vrouw Fye in 1597. Van Middachten woont zelf in Harderwijk. (bron: De havezaten in Salland van Gevers en Mensema).

Geschil over gevangenen
15 maart 1583. Voor de stadhouder (van Gelderland) verschijnen de hopman Angeren en Gerhardt der Junge, hebbende geschil over het gevangen nemen van twee burgers van Delden door de hopman voornoemd. Besloten wordt de zaak over te dragen aan de Generaal-Luitenant van Hemmert. N.B. Getypte transcriptie, origineel in archief Huis Bergh. (bron: Vereniging Oudheidkamer Twente Enschede).