De Hengeloërs
zien geen andere mogelijkheid dan zich onder Van Angeren te stellen en
zo de Spaanse soldaten hun dorp uit te jagen. De Hengeloërs krijgen
met hulp van het boerenleger twee Spaanse aanvoerders in handen. Van Angeren
heeft door zijn optreden aan vertrouwen gewonnen. Hij overnacht met zijn
mannen in de bijgebouwen van het deels verwoeste Huis van Hengelo.
De volgende
ochtend duikt de heer van Hengelo, die naar Osnabrück was uitgeweken,
plotseling op, maar vlucht wanneer hij de
Staatse leger ziet. Het boerenleger achtervolgt de heer van Hengelo richting
Beckum. Maar in Oele treffen zij een aantal ruiters van Van Hohenlohe aan
die de afgelopen nacht Usselo hebben geplunderd. Zij willen de buit via
Delden, Goor en Holten naar Raalte brengen. Maar dat plan gaat niet door.
De buit wordt in Hengelo op de Brink verdeeld.
Bron:
De dorpshuishouding van Hengelo F.W.W.H. van Coevorden.
Johan van Middachten belast het erf Vrieswijk (de latere havezate Frieswijk of Vreeswijk ten noordoosten van Deventer) aan Willem van Angeren en zijn vrouw Fye in 1597. Van Middachten woont zelf in Harderwijk. (bron: De havezaten in Salland van Gevers en Mensema).
Geschil over gevangenen 15 maart 1583. Voor de stadhouder (van Gelderland) verschijnen de hopman Angeren en Gerhardt der Junge, hebbende geschil over het gevangen nemen van twee burgers van Delden door de hopman voornoemd. Besloten wordt de zaak over te dragen aan de Generaal-Luitenant van Hemmert. N.B. Getypte transcriptie, origineel in archief Huis Bergh. (bron: Vereniging Oudheidkamer Twente Enschede).
|
|