Bruno vertelt de drie edelen dat
hij ridder Reinoud is. Gokken is zijn hartstocht. Maar hij verliest
keer op keer en maakt grote schulden. Wanneer zijn vrouw sterft zijn die schulden
zo hoog opgelopen dat hij naar een duivels plan grijpt om aan geld te komen.
Hij verkoopt zijn dochter Laura aan een rijke man die haar kwelt. Ridder
Reinoud leeft weer in overdaad en krijgt
nog meer vermogen toen de man van
Laura sterft.
Reinoud stoort zich aan niets, tot
de ommekeer in zijn leven komt. Op een toernooi in Gelre verslaat hij op
een oneerlijke manier Evert van Essen. Van Essen
neemt wraak en belegert het slot van Reinoud. Maar Reinoud weet
te ontkomen, gekleed als een eenvoudige knecht.
Tussen het gewone volk hoort hij hoe zeer hij gehaat wordt. Zijn ogen worden
geopend.
In een droom verschijnt zijn moeder,
die hem op het onrecht wijst dat hij Laura heeft aangedaan. Reinoud krijgt
berouw. Hij wil voor zijn zonden boeten,
pelgrimeert naar Keulen en smeekt Laura in het klooster waar ze
zich heeft teruggetrokken om vergiffenis te vragen. Hij trekt
zich vervolgens terug in een hut in de duinen van Tetterode. Hij is een
kluizenaar.
Nadat hij dit verhaal heeft verteld
kijkt hij de drie edelen om beurten recht in de ogen en zegt: `Beschouw
alles als ijdelheid, behalve God dienen`. De volgende
ochtend knielt het drietal in het Sint-Jansklooster
in Haarlem voor het altaar van Onze
Lieve Vrouwe. Ze leggen er de meest
plechtige beloften af.
De drie zijn zonen van Jakob van
Lockhorst en Machteld van Drakenbosch. De een heet Otto. Hij wordt
ridder en zijn moed en godsvrucht wordt overal
geroemd. Hij schenkt de stad Haarlem twee kloosters voordat hij in 1443
sterft.