Jopenbier
Koyt
Adel had
monopolie op verkoop gruit
Haarlem was vroeger de belangrijkste
stad in
Holland voor het brouwen van
bier. Dat is ook af
te leiden uit het feit dat de
vaten, Jopen genoemd,
synoniem ofwel naamgever werden
voor het befaamde Haarlemse bier.
Tot in Bremen verscheepten de
Haarlemmers hun bier in de Middeleeuwen
en in Antwerpen was Koyt het
meest verkochte bier tot 1450.
Maar lang houdbaar was het bier niet. Steeds
meer concurrenten gebruikten hop dat wel langer vers bleef.
De Hollandse adel wist het hop nog tot ongeveer
1500 buiten de deur houden. Het gruit of koyt
verdween daarna definitief evenals het gruitrecht
van de adel.
Sinds enkele jaren is dit bijzondere bier
gelukkig weer te koop. En het smaak heerlijk!
In de Middeleeuwen gebruikten de
mensen veel kruiden in gerechten en dranken. Zij konden daarmee smaakafwijkingen
die zij hadden opgelopen door infecties als griep en verkoudheid verdoezelen.
Maar sommige kruiden hadden ook roesverhogende en bedwelmende eigenschappen.
Gagel vormde in de Middeleeuwen het hoofdbestanddeel
van bier. Met de "gruut" of "gruit" werd het bier op smaak gebracht. Gruut
bestond vooral uit de gedroogde bloemen van de gagel de "Myrtus
brabantica". Andere gedroogde planten werden eraan toegevoegd zoals de
Salie, het Duizendblad en hars van dennenbomen. |
|
Adellijke lieden bezaten het
gruitrecht. Een gruiter of gruitmeester zorgde ervoor dat edellieden geld
kregen uit de verkoop van gruit.
Het brouwproces werd steeds beter. De noodzaak
om bier te voorzien van een sterke kruidige smaak werd steeds minder. |
|
|
|
|
De feodale adel waren monopolisten.
Alleen zij mochten zeldzame kruiden verkopen. Gruiters of gruitmeesters
waren hun kassiers.
In Brugge kreeg een adellijke familie,
de heren van Gruuthuse, het "gruutrecht" van de graaf van Vlaanderen. Hun
patriciërswoning heet vandaag de dag nog het Gruuthuse. In de loop
van de 15e eeuw werd gruut geleidelijk vervangen door de hop, maar de brouwers
waren nog altijd verplicht accijnsrechten te betalen aan de heren van Gruuthuse! |
|
Gagel had nog andere nuttige
toepassingen. De schors werd gebruikt voor het looien van leer en de bladeren
als een geneesmiddel tegen huidziekten en
en als afweermiddel tegen insecten.Gagelstruiken
vind je dikwijls op plaatsen die in de winter onder water staan en in de
zomer droog liggen.
|
Gruit is een kruidenmengsel met
vooral gagel en rozemarijn en verder onder anderen duizendblad, laurierbessen,
salie. In veel landen ontstond een hele industrie rond het verwerken van
gruit en ook de overheden hadden inkomsten uit het zogenaamde gruitrecht.
Pas na ongeveer 1320 brouwde men in Nederland hopbier.
Jopen
Koyt is een roodbruin bier van hoge gisting dat wordt gebrouwen
volgens Haarlems stadsrecept uit
1407. In dit brouwerskeur staat beschreven hoe het bier moet worden
gebrouwen uit speciale gerste- en tarwemouten, haver en zuiver water.
Het recept vereist 't gebruik van
"gruit", een middeleeuws kruiden-
mengsel waarin gagel zeer bepa-
lend is. Het bier wordt ongefilterd
afgevuld en gist na op de fles.
Zo
ontstaat een uniek bier met
een
verwarmende smaak en een
kruidig karakter. Jopen Koyt
is het enige gruitbier ter
wereld
dat gebrouwen wordt met haver. |
De geschiedenis
De middeleeuwse poorter had een stevige
dorst. Hij at sterk gekruid voedsel en vierde bijna 150
(kerkelijke) feestdagen. Deskundigen schatten het bierverbruik in
de periode 1300 tot 1650 op 300 tot 400 liter. In 1985 lag dat cijfer voor
Nederland op 84,4 liter.
In Haarlem was een derde van
de bevolking afhankelijk van de brouwers. Haarlem telde zo`n 80 brouwers
in de 16e en 17e eeuw. Elke brouwen gaf werk aan gemiddeld 24 gezinnen.
In een logboek van Barends and Heemskerk staat dat een vat Haarlemsbier
op Nova Zembla verloren ging.
Vóór de 16e en de 17e
eeuw was brouwen een dorpsactiviteit die meestal werd uitgevoerd
door vrouwen. Nadat hop de voorkeur kreeg (dat was langer houdbaar bijvoorbeeld
als scheepslading) voerden mannen het werk uit. Het brouwen op het Europese
vasteland was duidelijke een mannenzaak. De Vlaamse immigranten waren niet
genegen hun handelskennis te delen met vrouwen noch ze toe te laten tot
hun gilden. Mannelijk brouwers konden makkelijker aan geld komen om hun
uitrusting uit te breiden en personeel aan te nemen.
In Haarlem groeide het aantal
in de jaren 1620-1640 van 20 tot 52 brouwerijen. Rond 1648 was de top bereikt;
toen werden in Haarlem 450.000 fusten bier gebrouwen. Dit was ca. 67.500.000
liter bier. In Amsterdam werden 40 brouwerijen getraceerd, waarvan er 15
a 20 tegelijkertijd werkzaam waren. In 1660 produceerden Amsterdam en Haarlem
respectievelijk 146.000 en 156.000 fusten bier; 35% van het in Holland
gebrouwen bier. Veel hiervan was uiteraard bestemd voor de export naar
andere steden. |
Een gekruid bier
a. een gewas zonder houtachtige stengel;
b. een sterk smakende of geurende plant;
c. een plant met genezende kracht.
Het gruitmengsel:
- gagel;
- hars;
- serpentijn (slangekruid);
- laurier (bakelaar);
- moerasrozemarijn (bedwelmend en giftig);
- salie;
- duizendblad (grote hoeveelheden kunnen duizelingen
en zelfs krankzinnigheid veroorzaken)
|
Ander bieren
Hertog Jan (van Brabant) uit
1250
Brand (Wijlre) `In het begin
van de 14e eeuw is bier brouwen nog een `heerlijk recht`
Heineken (1592), gefuseerd met
Amstel (1870)
De Schaapskooi Grolsch 1620
Skol Brouwerijen (Breda en Rotterdam)
Artois Nederland, bestaande
uit Dommelsch 1744,
Hengelo Bier en Bavaria
1719
Gulpen 1825
De Kroon Budels Meens (Alfa
- 1870)
.
|