Gereformeerde dominees in Holland wakkerden het antipapisme aan in de jaren 1720 tot 1730. Steeds meer ambten en functies werden voor katholieken verboden. Sedert 1730 moesten priesters hun verzoek tot toelating (admissie) richten tot een burgemeester. De Hollandse Staten schreven dit de steden voor.
Nicolaas van Tetterode was zeer gekant tegen deze inperkingen van de vrijheden voor katholieken. Een beperking dreigde ook voor de benoeming tot lid van een gilde. Nicolaas van Tetterode was een belangrijk man in het Sint Jacobsgilde in Haarlem. Zijn vader, Hendrick, was ook lid geweest van dit gilde en wel tot aan zijn overlijden in 1738. De zonen van Nicolaas, Henricus en Wilhelmus Gijsbertus, waren eveneens lid van dit gilde. Het lidmaatschap van
het gilde was een exclusieve aangelegenheid. Het aantal leden lag zo rond
de dertig. Al in de Tachtigjarige Oorlog in 1626 is bepaald dat het aantal
katholieke leden van het Gilde niet meer mocht zijn dan 15. Het ging dus
om een gemengd gezelschap.
De burgemeesters
seponeerden in 1748 een verzoekschrift van een groot aantal katholieken
om onder meer het recht te krijgen tot benoeming in de gildebesturen,
de krijgsraad en tot notaris. Pas in 1795 kregen de katholieken gelijke
rechten.
Rechts: Het
Dolhuis in Haarlem geschilderd door W. Hendriks: het Buijten Proveniershuis
in Haarlem. Het torentje is van de kapel van het Sint Jacobsgilde. Het
gebouw telt een regentenkamer. De Sint Jacobskapel van het Dolhuis in
Haarlem (circa 1319 tot 1477) was ooit een kapel, gewijd aan Sint Jacob.
Hij is schutspatroon van reizigers en pelgrims. Wie op weg was langs de
noord-zuidroute over de Herenweg door Holland, kon hier even rusten en
bidden. De Sint Jacobskapel was aan de Schotersingel 2 en is nu Het Dolhuys,
het Nationaal Museum voor de Psychiatrie. |
Boven: Medisch
doctor Nicolaas van Tetterode trouwde met Anna Balbina van Eeckhout die
dit schilderij erfde van haar voorouders, de familie Van Campen, zoals
dit schilderij van Frans Hals ook is genoemd. Het was zijn eerste familieportret.
Omdat het zo groot was is het waardevolle werk in drie of vier delen geknipt
en verkocht. Dit is een prachtige reconstructie. Katholieken in Holland
kwamen steeds meer in de verdrukking in de 18e eeuw in Holland. Wellicht
hebben zij uit nood hun familiebezit moeten verkopen. Een deel kwam in
Brussel en Ohio (Verenigde Staten) terecht en in particulier bezit terecht.
Zie ook: Tetterode bezit een werk van Frans Hals. |
Medisch doctor Nicolaas van Tetterode Nicolaas van Tetterode,
geboren in 1712, promoveerde op 1 juli 1735 tot doctor in de geneeskunde
in Leiden met zijn proefschrift over menstrueren, De Fluxu Menstruo. Zijn
paranimfen waren zijn vader, Hendrick van Tetterode, en Gerard van Tetterode,
een achterneef van Hendrick.
Gerard van Tetterode
was jurist en advocaat in Haarlem. De vader van de jonge doctor was apotheker.
Hendrick van Tetterode, geboren op 19 juni 1683 en zijn vrouw Margaretha
Vellingh, schreven hun oudste zoon Nicolaas eerst in bij de Latijnse School
van Haarlem. Dat was op 29 april 1721. Nicolaas, geboren
in 1712, studeerde daarna geneeskunde in Leiden. Een maand na zijn promotie
trouwt Nicolaas van Tetterode met Anna Balbina van Eeckhout. Zij erft
een Frans Hals, de familie Van Campen heet het schilderij waarvan hier
rechts een deel is afgebeeld. De vrouw van doctor
Nicolaas van Tetterode is geboren op 4 december 1715 in Haarlem. Zij was
een dochter van de Haarlemse notaris Hendrik van Eeckhout en Bernardina
Maria Rees. De ouders van Anna Balbina waren al overleden toen zij trouwde.
Pieter Langendijk,
een bekende toneelschrijver uit de 18e eeuw,
schreef in augustus 1735 een gedicht ter ere van het huwelijk van Anna
Balbina en Nicolaas van Tetterode. |
|
Gedicht voor Nicolaas van Tetterode en zijn nieuwe ega: Zie daar vereer ik
u een spruit Fris groen en uitgelezen, (...) Hun stammen
die in Haarlems wal |
Nicolaus en Anna
Balbina kregen acht kinderen: Rechts: De regenten van het Buiten Gasthuis na 1835. Katholieken als medisch doctor Nicolaas van Tetterode hadden veel invloed op het beleid van het Sint Jacobsgilde dat hier vergaderde. |
Nicolaus van Tetterode
trouwt op 17 december 1755 met Maria Evers Uit het huwelijk met
Maria Evers worden drie kinderen geboren:
9. Nicolaus. 10 febr.
1755. Gedoopt in de Statie 4 Heemskinderen.
10. Fredericus Johannes van Tetterode. Gedoopt 28 november 1756. Frederik
trouwt met Aletta Maria Durlet en zij gaan wonen in Amsterdam. Zij krijgen
6 kinderen: 5 meisjes en een jongen. Frederik publiceert artikelen en
boeken over het geloof. Hij handelt ook in boeken en organiseert veilingen.
Wanneer zijn vader Nicolaas op hoge leeftijd naar Amsterdam gaat, trekt
hij waarschijnlijk in bij Frederik en Aletta. De zoon van Frederik en
Aletta is Anthonius Joannes van Tetrode, Toon van Tetroode de grote vereerder
van koning Willem II in Den Haag. Zie ook: Toon Tetroode.
11. Jacobus van Tetterode.
Gedoopt 19 februari 1760. Volgens de stamboom van Henricus heette hij
Jacobus Everardus en was hij getrouwd met Cornelia van der Horst. De datum
van dit huwelijk voor de Schepenen is 15 oktober 1782. In 1790 is hij
getuige bij de doop van Geertruida M.J. van Fredericus Johannes, zijn
iets oudere broer, in Amsterdam. Maria Evers is overleden op 4 mei 1775.
Nicolaas is overleden
in Amsterdam op 20-12-1785 en is dus 73 jaar geworden. In 1782 geeft hij
aan zijn zoon Wilhelmus Gijsbertus Joannes zijn papieren van zijn bezittingen
in bewaring. Wilhelmus schreef de inventaris op. Het gaat om 12 stukken
land, een huis, diverse lijfrentes en obligaties. Sommige obligaties behoren
anderen toe en Wilhelmus belooft dat hij deze te allen tijde zal restitueren.
|
Gilde voor hulp aan pelgrims
Het Sint Jacobsgilde in Haarlem was bedoeld om bedevaartgangers naar Santiago de Compostella hulp en onderdak te bieden bij vertrek en terugkeer op hun pelgrimstocht. Samen eten om de band van saamhorigheid te verbeteren en te verstevigen. Achter een zware,
houten deur aan het eind van een gang midden in het museum, ligt de Regentenkamer.
Net als de andere zorginstellingen in de stad, werd het Pest- en Dolhuis
bestuurd door een college van regenten en regentessen, aangesteld door
het stadsbestuur.
Het besturen van een
liefdadige instelling hoorde er bij onder gegoede kringen. Het besturen
van een liefdadige instelling hoorde erbij onder de gegoede kringen, het
verhoogde je status. De regenten beheerden de geldzaken, terwijl de regentessen
eten, wol en linnengoed inkochten. De regenten en regentessen
vergaderden in een aparte vleugel in het pand, waar ze ieder over een
luxe ingerichte ruimte beschikten. In 1756 werden beide Regentenkamers
echter samengevoegd tot een nieuwe regentenkamer. Het behang en de betimmering
werden beschilderd door de Haarlemse schilder Jan Augustini (1725-1773).
(Bron:
https://www.santiago.nl, Wikipedia Gildehuis
|
Rechts en hier boven: Jacob Matham maakte deze prent als blazoen van het Sint Jacobsgilde in 1624. Jacobus is hier een pelgrim. De latijnse tekst is vertaald in het Nederlands door S. van Tethroede. (Bron: Rijksmuseum.) |
Stempelen in Sint Jacobs GodshuisErvaren pelgrims plaatsen al eeuwen stempels in het Sint Jacobs Godshuis in de Hagestraat van Haarlem, nu het Rosenstock Huessy Huis. Soms kun je er de kapel bezoeken. Het Sint Jacobsgilde
stichtte het Godshuis in 1436, nadat een rijke weduwe bepaalde in 1437
dat na haar dood haar woonhuis aan de Hagestraat 10 verandert in een gasthuis
mede om pelgrims te helpen. Zij had afgesproken met de broeders en zusters
van het Sint Jacobsgilde, die aan de noordzijde van de Hagestraat een
kapel hadden, dat zij na haar dood het gasthuis zouden besturen. Maar
overnachten kan er nu niet meer.
Het Sint Jacobsgilde
had een altaar in de Grote Kerk, een kapel met gasthuis in de Hagestraat.
Vanaf 1610 mochten geen bedevaartgangers meer opgenomen, gehuisvest of
verpleegd worden in het Sint Jacobsgasthuis. De aanhangers van Calvijn,
een minderheid, had de macht in handen in Holland en Zeeland. Veel schuilkerken
ontstonden.
Het pand van het Sint
Jacobsgilde heeft veel functies gehad: opvang van pelgrims, wezen en armen,
na de reformatie passantenhuis voor kooplieden en reizigers en vanaf 1715,
nadat het was teruggegeven aan de katholieken, vonden er opnieuw armen
en wezen onderdak.
Het beheer was in
handen van een regentencollege. De zusters Franciscanessen uit Roosendaal
huisden er vanaf 1853. Maar in 1955 werd besloten de wezenafdeling te
sluiten. Het pand staat na 1966 een aantal jaren leeg, maar in 1972 koopt
een groep het complex en start er een woongemeenschap onder de naam Vereniging
Rosenstock-Huessy.
Links: het
Rosenstock Huessy Huis, Godshuis van het Sint Jacobsgilde aan de Hagestraat
10 in Haarlem. Aan de gevel is een ornament met een schelp ingemetseld,
het symbool van het Sint Jacobsgilde. Bronnen: |
Frans Schilderde Lucas
van Tetterode in 1639. Lucas (circa 1592 - 1647) was als sergeant lid van
de schutterij Sint Joris in Haarlem. Zie ook Frans Hals
Lees verder: Bij Nicolaas van Tetterode hangt een Frans Hals aan de muur. Het werk, een portret van de familie Van Campen, wordt ongeveer 25 jaren na zijn dood, rond 1810, in stukken geknipt en verkocht. |