Home
Doctor Nicolaas van Tetterode regent van Sint Jacobsgilde
1725
Katholieken vechten tegen beperkingen vrijheid

Gereformeerde dominees in Holland wakkerden het antipapisme aan in de jaren 1720 tot 1730. Steeds meer ambten en functies werden voor katholieken verboden. Sedert 1730 moesten priesters hun verzoek tot toelating (admissie) richten tot een burgemeester. De Hollandse Staten schreven dit de steden voor.

Nicolaas van Tetterode was zeer gekant tegen deze inperkingen van de vrijheden voor katholieken. Een beperking dreigde ook voor de benoeming tot lid van een gilde. Nicolaas van Tetterode was een belangrijk man in het Sint Jacobsgilde in Haarlem. Zijn vader, Hendrick, was ook lid geweest van dit gilde en wel tot aan zijn overlijden in 1738. De zonen van Nicolaas, Henricus en Wilhelmus Gijsbertus, waren eveneens lid van dit gilde.

Het lidmaatschap van het gilde was een exclusieve aangelegenheid. Het aantal leden lag zo rond de dertig. Al in de Tachtigjarige Oorlog in 1626 is bepaald dat het aantal katholieke leden van het Gilde niet meer mocht zijn dan 15. Het ging dus om een gemengd gezelschap.

De burgemeesters seponeerden in 1748 een verzoekschrift van een groot aantal katholieken om onder meer het recht te krijgen tot benoeming in de gildebesturen, de krijgsraad en tot notaris. Pas in 1795 kregen de katholieken gelijke rechten.

Rechts: Het Dolhuis in Haarlem geschilderd door W. Hendriks: het Buijten Proveniershuis in Haarlem. Het torentje is van de kapel van het Sint Jacobsgilde. Het gebouw telt een regentenkamer. De Sint Jacobskapel van het Dolhuis in Haarlem (circa 1319 tot 1477) was ooit een kapel, gewijd aan Sint Jacob. Hij is schutspatroon van reizigers en pelgrims. Wie op weg was langs de noord-zuidroute over de Herenweg door Holland, kon hier even rusten en bidden. De Sint Jacobskapel was aan de Schotersingel 2 en is nu Het Dolhuys, het Nationaal Museum voor de Psychiatrie.

Boven: Medisch doctor Nicolaas van Tetterode trouwde met Anna Balbina van Eeckhout die dit schilderij erfde van haar voorouders, de familie Van Campen, zoals dit schilderij van Frans Hals ook is genoemd. Het was zijn eerste familieportret.

Omdat het zo groot was is het waardevolle werk in drie of vier delen geknipt en verkocht. Dit is een prachtige reconstructie. Katholieken in Holland kwamen steeds meer in de verdrukking in de 18e eeuw in Holland. Wellicht hebben zij uit nood hun familiebezit moeten verkopen. Een deel kwam in Brussel en Ohio (Verenigde Staten) terecht en in particulier bezit terecht. Zie ook: Tetterode bezit een werk van Frans Hals.

Medisch doctor Nicolaas van Tetterode

Nicolaas van Tetterode, geboren in 1712, promoveerde op 1 juli 1735 tot doctor in de geneeskunde in Leiden met zijn proefschrift over menstrueren, De Fluxu Menstruo. Zijn paranimfen waren zijn vader, Hendrick van Tetterode, en Gerard van Tetterode, een achterneef van Hendrick.

Gerard van Tetterode was jurist en advocaat in Haarlem. De vader van de jonge doctor was apotheker. Hendrick van Tetterode, geboren op 19 juni 1683 en zijn vrouw Margaretha Vellingh, schreven hun oudste zoon Nicolaas eerst in bij de Latijnse School van Haarlem. Dat was op 29 april 1721.

Nicolaas, geboren in 1712, studeerde daarna geneeskunde in Leiden. Een maand na zijn promotie trouwt Nicolaas van Tetterode met Anna Balbina van Eeckhout. Zij erft een Frans Hals, de familie Van Campen heet het schilderij waarvan hier rechts een deel is afgebeeld.

De vrouw van doctor Nicolaas van Tetterode is geboren op 4 december 1715 in Haarlem. Zij was een dochter van de Haarlemse notaris Hendrik van Eeckhout en Bernardina Maria Rees. De ouders van Anna Balbina waren al overleden toen zij trouwde.

Pieter Langendijk, een bekende toneelschrijver uit de 18e eeuw, schreef in augustus 1735 een gedicht ter ere van het huwelijk van Anna Balbina en Nicolaas van Tetterode.

 

Gedicht voor Nicolaas van Tetterode en zijn nieuwe ega:

Zie daar vereer ik u een spruit Fris groen en uitgelezen,
Hier is heer Tettero het kruid Het welk u kan genezen.
Waardeer (dus sprak de god der min)
Waardeer 't geen wy u schenken.
Neem Eekhouts sap met kusjes in
Dan zal geen brand u krenken.

(...) Hun stammen die in Haarlems wal
In overouden jaren
Geroemd door deugden overal,
Bemind en dierbaar waren.

De hemel geef dat Tettroos stam
Op 't Eekhout weelig bloeije,
En door hun zuiv're minnevlam
Een bosch van Eeken groeijen,

Een bosch den hemel toegewijd,
In welkers lieflijk lommer,
Het deftig maagschap zich verblijd
En vreugd schept zonder kommer,
Tot dat de Hemel hen geleid
Ter bruiloft in de onsterflijkheid.

Bronnen: https://www.literatuurgeschiedenis.org

Nicolaus en Anna Balbina kregen acht kinderen:

1. Henricus van Tettrode. Gedoopt in Haarlem op 07-03-1738. Hij was geneesheer.
2. Joannes Zacharias van Tetroode. Gedoopt 15-02-1740.
3. Wilhelmus Gijsbertus Joannes Van Tetroode (Tettrode). Gedoopt Haarlem 27-12-1741.
4. Cornelius Willebrordus van Tetroode , gedoopt Haarlem 05-02-1743.
5. Maria Hendrinetta van Tetroode, gedoopt Haarlem 17-09-1744.
6. Petrus Wilhelmus van Tetroode. Peter Willem van Tetrode, gedoopt te Haarlem 06-10-1746.
7. Jacobus (Joannes) van Tettrode. Gedoopt 27 januari 1750.
8. Maria Christina van Tetroode. Gedoopt in Haarlem 07-02-1753.

Bron: Thomas Versteegh

Rechts: De regenten van het Buiten Gasthuis na 1835. Katholieken als medisch doctor Nicolaas van Tetterode hadden veel invloed op het beleid van het Sint Jacobsgilde dat hier vergaderde.

Nicolaus van Tetterode trouwt op 17 december 1755 met Maria Evers
na de dood van zijn 1e vrouw.

Uit het huwelijk met Maria Evers worden drie kinderen geboren:

9. Nicolaus. 10 febr. 1755. Gedoopt in de Statie 4 Heemskinderen.

10. Fredericus Johannes van Tetterode. Gedoopt 28 november 1756. Frederik trouwt met Aletta Maria Durlet en zij gaan wonen in Amsterdam. Zij krijgen 6 kinderen: 5 meisjes en een jongen. Frederik publiceert artikelen en boeken over het geloof. Hij handelt ook in boeken en organiseert veilingen. Wanneer zijn vader Nicolaas op hoge leeftijd naar Amsterdam gaat, trekt hij waarschijnlijk in bij Frederik en Aletta. De zoon van Frederik en Aletta is Anthonius Joannes van Tetrode, Toon van Tetroode de grote vereerder van koning Willem II in Den Haag. Zie ook: Toon Tetroode.

11. Jacobus van Tetterode. Gedoopt 19 februari 1760. Volgens de stamboom van Henricus heette hij Jacobus Everardus en was hij getrouwd met Cornelia van der Horst. De datum van dit huwelijk voor de Schepenen is 15 oktober 1782. In 1790 is hij getuige bij de doop van Geertruida M.J. van Fredericus Johannes, zijn iets oudere broer, in Amsterdam. Maria Evers is overleden op 4 mei 1775.

Nicolaas is overleden in Amsterdam op 20-12-1785 en is dus 73 jaar geworden. In 1782 geeft hij aan zijn zoon Wilhelmus Gijsbertus Joannes zijn papieren van zijn bezittingen in bewaring. Wilhelmus schreef de inventaris op. Het gaat om 12 stukken land, een huis, diverse lijfrentes en obligaties. Sommige obligaties behoren anderen toe en Wilhelmus belooft dat hij deze te allen tijde zal restitueren.

Gilde voor hulp aan pelgrims

 

Het Sint Jacobsgilde in Haarlem was bedoeld om bedevaartgangers naar Santiago de Compostella hulp en onderdak te bieden bij vertrek en terugkeer op hun pelgrimstocht. Samen eten om de band van saamhorigheid te verbeteren en te verstevigen.

Achter een zware, houten deur aan het eind van een gang midden in het museum, ligt de Regentenkamer. Net als de andere zorginstellingen in de stad, werd het Pest- en Dolhuis bestuurd door een college van regenten en regentessen, aangesteld door het stadsbestuur.

Het besturen van een liefdadige instelling hoorde er bij onder gegoede kringen. Het besturen van een liefdadige instelling hoorde erbij onder de gegoede kringen, het verhoogde je status. De regenten beheerden de geldzaken, terwijl de regentessen eten, wol en linnengoed inkochten.

De regenten en regentessen vergaderden in een aparte vleugel in het pand, waar ze ieder over een luxe ingerichte ruimte beschikten. In 1756 werden beide Regentenkamers echter samengevoegd tot een nieuwe regentenkamer. Het behang en de betimmering werden beschilderd door de Haarlemse schilder Jan Augustini (1725-1773).

(Bron: https://www.santiago.nl, Wikipedia Gildehuis
Het Haarlemse Sint Jacobsgilde van Hendrick S. van Lennep (juni 2004, Uitgeverij: Pirola. ISNB: 90 6455 4536)

Rechts en hier boven: Jacob Matham maakte deze prent als blazoen van het Sint Jacobsgilde in 1624. Jacobus is hier een pelgrim. De latijnse tekst is vertaald in het Nederlands door S. van Tethroede. (Bron: Rijksmuseum.)

Stempelen in Sint Jacobs Godshuis

Ervaren pelgrims plaatsen al eeuwen stempels in het Sint Jacobs Godshuis in de Hagestraat van Haarlem, nu het Rosenstock Huessy Huis. Soms kun je er de kapel bezoeken.

Het Sint Jacobsgilde stichtte het Godshuis in 1436, nadat een rijke weduwe bepaalde in 1437 dat na haar dood haar woonhuis aan de Hagestraat 10 verandert in een gasthuis mede om pelgrims te helpen. Zij had afgesproken met de broeders en zusters van het Sint Jacobsgilde, die aan de noordzijde van de Hagestraat een kapel hadden, dat zij na haar dood het gasthuis zouden besturen. Maar overnachten kan er nu niet meer.

Het Sint Jacobsgilde had een altaar in de Grote Kerk, een kapel met gasthuis in de Hagestraat. Vanaf 1610 mochten geen bedevaartgangers meer opgenomen, gehuisvest of verpleegd worden in het Sint Jacobsgasthuis. De aanhangers van Calvijn, een minderheid, had de macht in handen in Holland en Zeeland. Veel schuilkerken ontstonden.

Het pand van het Sint Jacobsgilde heeft veel functies gehad: opvang van pelgrims, wezen en armen, na de reformatie passantenhuis voor kooplieden en reizigers en vanaf 1715, nadat het was teruggegeven aan de katholieken, vonden er opnieuw armen en wezen onderdak.

Het beheer was in handen van een regentencollege. De zusters Franciscanessen uit Roosendaal huisden er vanaf 1853. Maar in 1955 werd besloten de wezenafdeling te sluiten. Het pand staat na 1966 een aantal jaren leeg, maar in 1972 koopt een groep het complex en start er een woongemeenschap onder de naam Vereniging Rosenstock-Huessy.

Links: het Rosenstock Huessy Huis, Godshuis van het Sint Jacobsgilde aan de Hagestraat 10 in Haarlem. Aan de gevel is een ornament met een schelp ingemetseld, het symbool van het Sint Jacobsgilde.

Bronnen:
Pelgrimstocht
Santiago, Haarlem Nieuws, Nationaal Archief.

Frans Schilderde Lucas van Tetterode in 1639. Lucas (circa 1592 - 1647) was als sergeant lid van de schutterij Sint Joris in Haarlem. Zie ook Frans Hals

Lees verder: Bij Nicolaas van Tetterode hangt een Frans Hals aan de muur. Het werk, een portret van de familie Van Campen, wordt ongeveer 25 jaren na zijn dood, rond 1810, in stukken geknipt en verkocht.