Adriaen
van Tetrode
(1582-1618)
Dominee Adriaen Jacobsz
van Tetrode heeft de twijfelachtige eer een ruzie binnen de gereformeerde
kerk zo ver op de spits te drijven, dat grote onrust in de kerk en zelfs in het hele land ontstaat.
In 1604 wijkt een Leids hoogleraar af van de leer van Calvijn. Een 'verdoemde' ziel kan toch nog worden gered als iemand maar berouw of spijt betuigt. Daarmee torn je aan de predestinatieleer, voorbestemd zijn, en dat is nieuw.
|
De Haarlemmer
Van Tetrode is een `precieze`, geen `rekkelijke`. De controverse
(reformatie tegenover contra-reformatie) mondt in 1618 bijna uit in een
gewapende strijd. Ampzing (predikant en dichter uit Haarlem) noemt Van
Tetrode `de meest ervaren kerkelijke strijder van zijn tijd`.
Adriaen en zijn vrouw Anna Pietersdr
zijn mogelijk familie van de beroemde schilder Pieter Saenredam. De kinderen
van het tweetal krijgen peetvaders en -moeders uit de familie van de moeder
van Pieter van Saenredam.
Clays Zuycker, vermoedelijk
de schout van Haarlem, en de schilder Cornelis
Cornelisz van Haerlem zijn getuige van de doop van Petrus van Tetrode
op 8 okt 1606. Aangenomen wordt dat zij familie zijn van
Adriaen van Tetrode. Als dat zo
is ligt het voor de hand dat via Van Tetrode Pieter Saenredam, wiens vader
vroeg was overleden, in contact kwam met kunstenaars in Haarlem. |
Nadat Adriaen sterft is een gravure
van een afbeelding van hem gemaakt. (hierboven). De Haarlemmer Frans Pietersz
de Grebber schildert Van Tetrode toen deze nog leefde.
Petrus Scriverius voegt er een gedicht aan toe (zie tekst hierboven).
De beroemde schilder Pieter van Saenredam is streng Calvinistisch opgevoed in kringen rond Van Tetrode.
De Grebber is een `uitdagende katholiek`, waar Pieter van Saenredam in de leer gaat, voor tien jaar, van zijn vijftiende
tot z`n vijfentwintigste. |
Pieter Jansz. Saenredam
(Assendelft 1597 - Utrecht 1651)
Pieter Jansz. Saenredam is een van
de meest opmerkelijke schilders uit de 17de eeuw. Hij was de eerste die
het kerkinterieur weergaf zoals het er ook werkelijk uitzag. Hiertoe ontwikkelde
hij een nieuwe constructietechniek om de kerken op de juiste manier
te kunnen vastleggen.
Pieter was de zoon van de graveur
Jan Pietersz Saenredam (1565-1607). Na diens dood verhuisde Pieter in 1608
met zijn moeder naar Haarlem, waar hij van 1612 tot 1622 in de leer ging
bij de portretschilder Frans Pietersz de Grebber (1573-1649).
Saenredam werd op 24 april 1623 als
meester in het gilde ingeschreven. Omstreeks 1628 legde hij zich geheel
toe op het schilderen van 'perspektiven'. Zijn leermeester was waarschijnlijk
de landmeter Pieter Wils.
|
|