Naast het hofje was in 1985
het Rex theater gevestigd, of beter: het sex theater
|
Cornelis Floris
van Tetrode bepaalt in 1634
dat de bewoners van het Convent van Tetterode ofwel het St Stevenshofje
voortaan witte bollen krijgen uitgedeeld op 3 oktober wanneer de inwoners
van Leiden herdenken dat de geuzen hen in 1573 bevrijdden van de Spanjaarden.
Een groot deel van de bevolking is verhongerd tijdens de belegering.
De geuzen varen Leiden binnen op 3-10-1573 met wit brood en haring toen
de Spanjaarden na maanden eindelijk vertrekken. De Hollanders moeten er
een groot deel van Zuid-Holland voor onder water zetten.
Het convent
van Tetterode ligt aan de drukke winkelpassage, de Haarlemmerstraat, eens
de Strate van Maredorp. Al in 1484 kocht de schatrijke brouwer Willem
Aerntsz. van Tetrode en zijn vrouw Christina Aertsdr. het huis met erf
van hun buurman. Wellicht is het kinderloos stel toen al van het plan een
hof te stichten. De akte voor het hof wordt op 27-11-1487 opgemaakt. Willem
is op dat moment ziek. |
De drukke winkelstraat. In de
verte hangt het reclamebord van het voormalige theater Rex.
|
Hij en zijn
vrouw bestemmen het woonhuis van de buurman als plek waar het hof moet
komen. Hun eigen huis met achterkamer krijgt de bestemming van administratiekamer,
``tot spraeck- ende beraet camer, om rekeninghe daerinne te doen, brieven,
ghelden ende boeken in te sluten ende legghen``.
Ook schenken
zij landerijen en huizen voor wat misschien wel het oudste hofje van Leiden
wordt. Onder de schenkingen: de Sint Stevenspolder ten westen van
Leiden. Nu is deze polder een woonwijk van Leiden. De straatnamen dragen
de namen van vrouwen onder wie echtgenotes van stichters van hofjes. Uit
de opbrengsten van de bezittingen krijgen de bewoners bier, brood, kaas,
boter, vlees, turf, zout, kaarsen, kousen, pantoffels, hemden en geld.
Dertien arme
eerbare mannen mogen in het hofje trekken. Getrouwde mannen mogen hun
vrouw meenemen, maar wanneer zij overlijden moet hun vrouw een nieuw onderkomen
zoeken. Het toezicht op het hofje is in handen van de zangmeesters van
de Onze Lieve Vrouwekerk. Van de kerk is alleen nog een muur over.
De bewoners moesten op vrijdag verplicht naar de mis om bij het altaar
van Sint Steven, de beschermheilige van de brouwers, te bidden voor het
zieleheil van de stichter en zijn vrouw.
|
Op de achtergrond is het torentje
van het Elisabethgasthuis
te zien
|
Pas in 1761
durfen de bewoners het aan te protesteren tegen de regel dat vrouwen het
hofje moeten verlaten wanneer de man komt te overlijden. ``Dat de vrouw
niet alleen verliest haar man ook teglijk haar broot en wooninge het welk
meest alle overkomt asse oudt en onmagtig zijn om iets tot haar onderhout
te kunnen bekoomen; een saak die soo hart en bedroeft is voor die geene
die dat te beurt valt dat het niet is uyt te spreeken``.
De regenten
besluiten de regel af te schaffen. Maar toen bewoner Jan van de Maas drie
jaar later, in 1764, wil hertrouwen, is de voorwaarde gesteld dat, mocht
hij overlijden, zijn weduwe het hof moet verlaten en geen recht meer
op de preuven zou hebben.
Tussen 1771
en 1778 is het hofje ingrijpend gerestaureerd. Ook in de jaren 1983 en
1984 is het interieur van het monumentale complex opgeknapt. Dat
gebeurt nadat het college van burgemeester en wethouders van Leiden het
hof heeft overgedragen aan de stichting tot Exploitatie van Bejaardencentra.
De stichting Sint Stevenshofje blijft gehandhaafd.
Het interieur
van het hofje is tijdens de laatste restauratie ingrijpend veranderd. Van
elke drie huisjes worden er twee nieuwe woningen gemaakt. Er zijn beneden-
en bovenwoningen, waar nu ouderen en jongeren wonen. Maar de poort aan
de Haarlemmerstraat gaat nog steeds om tien uur `s avonds op slot,
al hebben de bewoners wel allemaal een sleutel.
Zie ook:
Het hofje van
brouwer Van Tetrode
|