In
de voetsporen van Van Tetrode
Leiden
Net als in Haarlem,
de bakermat van de familie
Tettero(de), zijn in
die andere mooie Hollandse stad
Leiden, nog veel sporen
van de adellijke familie
Van Tetrode terug te
vinden. Bijvoorbeeld een wapen
met meerbladeren in
de Zijlpoort, een schilderij in de Lakenhal met Pieter Jansz. van
Tetrode
van het Oranje vendel
en natuurlijk het beroemde hofje van brouwer Willem van Tetrode aan de
Haarlemmerstraat.
|
Leiden is in de Gouden Eeuw een
belangrijke vestingstad. Na Amsterdam telt Leiden het grootste aantal inwoners
van de republiek der Zeven Provinciën. Er zijn op dit moment nog slechts
twee stadspoorten over. De Morspoort uit 1669 en de Zijlpoort uit 1667.
De Zijlpoort draagt, zoals op de foto`s is te zien, een familiewapen met
meerbladeren uit het wapen van Van Tetrode.
Helaas is ook de Blauwepoort uit
1610 aan het begin van de Haarlemmerstraat, vlakbij de St Stevenshof of
het convent van Tetterode, afgebroken. De vestingwerken verdwijnen in de
tweede helft van de 19e eeuw. Nederland industrialiseert. De grachten worden
singels, de stad groeit. Leiden telt anno 2002 meer dan 100.000 inwoners.
|
De naam Leiden komt uit de 9e eeuw.
Er is een tekst gevonden over drie Leithen (drie wateren), de Rijn met
de zijtakken de Mare en de Vliet. Op die plek staat een fort op een eiland
in de Rijn `t Hogeland en een wat huizen. De graaf van Holland woont tussen
de verhoogde zuidelijk Rijnoever, de Breestraat of Breedestraat en
de gracht Rapenburg.
|
|
|
In dit grafelijk domein verschijnt
in 1121 de eerste kerk, de Pieterskerk. De graaf bouwt er daarna
een huis en het kasteel Gravensteen. Rond 1200 wordt de ronde burcht gebouwd.
Leiden krijgt, net als Haarlem heel vroeg stadsrechten van de graaf van
Holland. Haarlem in 1245, de tweede stad in Holland en Leiden in 1266.
Vlaamse wevers maken van Leiden in
de 14e en 15e eeuw een bloeiend centrum van de lakenindustrie. De stad
telt inmiddels drie kerken, zestien monnikenkloosters, drie begijnenkloosters,
vier ziekenhuizen en een aantal hofjes, kleine huisjes rond een binnentuin,
meestal eigendom van een liefdadigheidsinstelling.
|
|
Universiteit
In de Tachtigjarige Oorlog lukt
het de Leidenaren de Spanjaarden buiten de poorten te houden. Als beloning
krijgen de inwoners in 1575 een universiteit, nu de oudste van ons land.
De stad bloeit tot aan het einde van de Gouden Eeuw.
De stad bouwt vestingwallen met acht
poorten en brede grachten, de Singels. Het aantal hofjes neemt toe en de
rijken bouwen talrijke elegante huizen langs de Nieuwe en Oude Rijn en
Rapenburg.
De ineenstorting van de lakenindustrie
in de 18e eeuw markeert het einde van de welvaart in Leiden. In de 20e
eeuw groeit de sleutelstad opnieuw, bijna tot aan de gemeentegrenzen.
Brouwer Willem van Tetrode stichtte
het Stevenshofje (convent van Tetterode) ergens boven of ten noorden van
het woord `Maren` op het kaartje links
|
|
Zie ook:
Willem
van Tetrode, brouwer
Elisabeth
van Tetrode, de oma van Rembrandt
Wilhelmina
van Tetrode, moeder van Swanenburch
Meerbladeren
in regentenkamer Pieterskerk
Albert
Einstein bezoekt Hugo Tetrode in Leiden
|
|