Home

Familie Mulert trouw aan Spaanse kroon

1580

Drost van Twente en schout van Lingen

Ernst Mulert, schout en richter in Hasselt bij Zwolle van 1562 tot 1569, vecht in de slag bij Heiligerlee aan Spaanse zijde. Hij wordt een jaar later, in 1569, beloond voor zijn inzet en krijgt een aanstelling als drost van Lingen. Hij staat op 29 mei 1586 voor het laatst als drost vermeld.

(bronnen: H.O. Feith, Register van het archief van Groningen, II 1569 nr 52 en archieven Hasselt, Kampen en Rechteren, H.O. Feith, Register van het archief van Groningen, III 1580 nr 93, 1586 nr 18)

Een hopman Mulert plundert in 1582 met zijn soldaten in het Groningerland. (bron: III 1582 nr 33 Huis-archief van Batinge, regest nrs 75,84,96; Leiden 1910).

Ernst Mulert trouwt met Cunera van den Water. Hun kinderen zijn in 1597 in een proces gewikkeld over een huis, dat Cunera's vader, Johan van den Water, nalaat aan zijn natuurlijke zoon. Zijn moeder eist het huis op, maar Cunera zou het in beslag hebben genomen (bron: Rijksarchief Zwolle, Rechterlijke archieven 3211 (Hasselt) En dan is er nog een Johan Mulert tot Voorst. Hij is drost van Twente van 1580 tot 1610. Johan trouwt met Lansberga van Overhagen van het kasteel Grotenhuis bij Hertme. Het rijksmonument, het zogeheten Spookhuis bij Hertme herinnert aan het katholieke kasteel Grotenhuis bij Stroom Esch aan de familie. Lees meer over Weleveld en Grotenhuis tussen Zenderen, Hertme en Borne.

Rechts: Het wapen van Mulert vindt je bijvoorbeeld in het Stift in Weerselo in een glas-in-lood raam.

Glas in lood raam van Mulert in het Stift in Weerselo
Hasselt aan het Zwarte Water bij Zwolle

Het geslacht Mulert stamt uit Vollenhove. De Mulerts besturen hun bezittingen vanuit de stad Hasselt waar ze een flinke vinger in de pap hebben en de economie een flinke stimulans geven. De hechte relatie tussen de Mulerts die het oude geloof trouw blijven en de stad verbreekt pas op het moment dat Hasselt overgaat naar Staatse kant in de Tachtigjarige Oorlog.

Links: Hasselt ligt zo'n twintig kilometer ten noorden van Zwolle aan het Zwarte Water.

Wanneer stadhouder Rennenberg op 3 maart 1580 in Groningen overloopt naar het Spaanse kamp probeert Maarten Schenk met zijn Malcontenten vergeefs Zwolle te veroveren voor koning Filips II.

De aanval op Zwolle mislukt waarna er een beeldenstorm los barst in of rond juni 1580. Het bestuur van Zwolle is voortaan gereformeerd en sluit zich aan bij de Unie van Utrecht. Op hun terugtocht verwoesten de Malcontenten kasteel Kranenburg (Craanenburg) in Berkum van de familie Mulert.

Lubbert Mulert is in 1584 overste-luitenant van de graaf van Bronckhorst. Hij trouwt met Catharina van Teckelenburg. De tweede zoon Dirk Mulert was kanunnik van de Dom in Utrecht. Hij heeft een dochter, Clara Mulert, die met Ernst Mulert op den Ordel trouwt. (Bron: havezaten in Salland en kasteleninoverijssel).

Johanna Mulert, dochter van Lubbert Mulert en Catharina van Tecklenburg, is in 1592 getrouwd met Unico van den Rutenberg tot Zuthem. Unico is in 1610 in de Ridderschap van Overijssel verschreven en vanaf 1611 drost van IJsselmuiden. Unico overlijdt in 1622 en zijn weduwe Johanna in 1626.

Ruïne van Kranenburg bij Zwolle

Boven: Malcontenten, ontevreden katholieke edelen, verwoesten het kasteel Kranenburg van overste-luitenant Lubbert Mulert die voor de Staatsen vechten. De meeste Mulerts strijden echter aan Spaanse zijde. G. ter Borch de jonge schetste in 1633 de ruïne Kranenburg.

Bouwhuis van kasteel Kranenburg in Berkum bij Zwolle

Lubbert Mulert verkrijgt een deel van het bezit van Kranenburg aan de Bergkloosterweg in Berkum bij Zwolle. Johan Mulert Lubbertszoon ontvangt in 1542 de overige delen zodat heel Kranenburg in het bezit komt van de familie Mulert. Na zijn overlijden voor 1562 krijgen de drie kinderen Lubbert, Dirk en Johanna Kranenburg. In 1565 doet hij zijn deel over aan Johanna. Terugtrekkende troepen van de Graaf van Rennenberg vernielen in 1580 Kranenburg. Na de dood van Johanna vererft de Kranenburg op haar nicht, ook Johanna Mulert geheten. Nadat in 1682 Johanna's derde man overlijdt ontstaat er onenigheid onder de erfgenamen. Dit leidt in 1642 tot verkoop van het bezit aan Rutger van Haersholte. Deze laat de ruïne afbreken en bouwt er een nieuw huis.

Links: Alleen het bouwhuis van het kasteel Kranenburg in Berkum bij Zwolle bestaat nog.

Wilhelmina Mulert trouwt in de tweede helft van de zestiende eeuw met Evert Lewe Geertzoon (Bron: Rechterlijke archieven lIla 11(22.8, 1607), 12(20.1.1609,1,7,1608), 14 (20,12.1610), Rijksarchief Groningen. (huwelijkse voorwaarden Evert Lewe x Willem Mulert 28,10 1562, met aan haar kant Erenst Mulert Schulte van Hasselt, Roelof van den Clooster en Henrie Swaefken: Archief Lewe inv. A 10 (oud), concept nieuwe inventaris regestnr 135; huw.voorwaarden Johan van Ballen X Willem Mulert 30,1.1370: ibidem, regestnr 154).)

Na zijn dood hertrouwt Wilhelmina Mulert op huwelijkse voorwaarden van 30 januari 1570 met burgemeester Johan van Ballen in Groningen. Wilhelmina (ook Willem) overlijdt op 3 mei 1604. Haar grafsteen ligt in het koor van de Martinikerk van Groningen. De tekst op de steen luidt: "A 0 1604 dan 3 May is de veel Ed. Eerentv. vrou Willem Mulart, weduwe van wijlen de Ed. Eer. Evert Lewe, Hovelinck in de Merna, ende de Ed. Eer. Johan van Ballen, Burgemester deser stadt christelyck in den Heeren entslaapen" en zij heeft uit haar eerste huwelijk twee kinderen, Geert en Anna.

(Bron: Grafschriften in Stad en Lande, blz. 117 nr 11; Groningen 1910 (kwartieren bovenste rij: Mulart, Iselmuden, de Vos v. Stwk, Hontohe, Laer, Oldeneel, Ter Bruggen en Scharpense\l (scherpenzeel?); onderste rij: Lewe, Schaffer, Ten Grave, Alberda, Addinga, Tedema, Fraylerna).

Familiewapen Mulert
Hasselt ten noorden van Zwolle Wilhelmina of Willem is mogelijk een dochter van Gerard Mulert. Maria, regentes der Nederlanden, benoemt hem in 1538 tot plaatsvervanger van de stadhouder van de provincie. Hij is dan luitenant en overste hoofdman van Groningen. Hij bekleedt die functie twee jaar. (Bron: Archief Hoge ]usitiekamer van Groningen, inv.nr 40 blz. 6,9,18; Rijksarchief in Groningen).
Links: Zwolle aan de IJssel ligt slechts een kilometer of twintig zuidelijk van Hasselt, de bakermat van de familie Mulert. Familieleden bezitten onder meer kastelen in Berkum (Kranenburg).
Stamboom Mulert

Geert Mulert, schout van Hasselt, geldt als stamvader van de familie die een grote rol speelt in de Tachtigjarige Oorlog.

Een nakomeling trouwt met Hadewich Splinter.

  Stamboom Mulert

Gerrit IV Mulert is lid van de Geheime Raad (overleden in 1538)

Ook in het strikt ambtelijke vlak had de abdij Leeuwenhorst te maken met een lid van de familie Mulert. In 1527 vond de inname van Rome door de troepen van Karel V plaats. De invloed van de paus op de gang van zaken bij de geestelijke stand werd hierdoor sterk verminderd. Daardoor werd het voor de keizer steeds makkelijker kloosters te dwingen bij te dragen aan de beden die hij zijn onderdanen oplegde om zijn oorlogen te financieren.

In 1532 eiste paus Clemens VII namens Karel V een bijdrage van de geestelijke
stand. Leeuwenhorst moest hier ook aan bijdragen en we1 50% van de otale jaarinkomsten. Om deze enorme schatting wat te verminderen maakten
functionarissen van het klooster diverse reizen naar Den Haag, waar de
stadhouder zetelde. Rentmeester Dirk van Weerdenburg, neef van abdis
Gijsberta van Weerdenburg, ging zelfs naar Mechelen. Hij maakte daar zijn
opwachting bij Gerrit IV Mulert, iemand die zijn carrière volledig in dienst
van het huis Habsburg had gesteld.

Graf van Mulert Bornsestraat Hengelo

Een Mulert is begraven op de begraafplaats aan de Bornsestraat in Hengelo.

Graf August Frederich van Mulert, heer van Mallum

Hij had waarschijnlijk in Parijs
gestudeerd, werd in 1516 lid van het Hof van Friesland en in het jaar erop lid
van de Grote Raad van Holland. In 1523 werd hij benoemd tot raad en requestmeester van de Grote Raad in Mechelen. Hij was één van de vier
requestmeesters die de kern vormden van wat sinds 1531 de Geheime Raad

heette. Dit lichaam, dat uit juristen bestond, kreeg veel meer invloed dan
de Raad van State, die uit hoge edelen bestond. Gerrit IV Mulert was
nauw verwant aan de meisjes Mulert die in het klooster Leeuwenhorst verbleven. Zijn voorvader Gerrit I was namelijk een broer van Seino Mulert, de overgrootvader van Machteid, de overgrootvader van Ludgard en de overgrootvader van Agnes Mulert.

Gerrit IV Mulert werd in de Groningse Aa-kerk begraven. Blijkens de kwartieren op zijn grafsteen was hij geboortig ex matre De Vos van Steenwijk, terwijl zijn beide grootouders uit de geslachten Van Ittersum en Van IJsselmuden afkomstig waren. Hierin herkennen we Beatrix de Vos van Steenwijk, dochter van Roelof de Vos van Steenwijk en Hille van Ittersum. Beatrix van Ittersum was getrouwd met Gerrit III Mulert.

Zijn vader, Gerrit II of Ernst was een zoon van Gerrit I Mulert, die getrouwd was met N.N. van IJsselmuden. Deze Gerrit I Mulert, schout van Hasselt en een broer van Seino Mulert, stierf in 1472. Gerrit Mulerts afstammeling Gerrit IV, die getrouwd was met de Utrechtse burgemeestersdochter Catharina Pot, stierf in december 1538. Ondanks het feit dat drie Leeuwenhorster religieuzen nauw verwant waren aan het lid van de Geheime Raad, Gerrit Mulert IV, mocht het bezoek van de Leeuwenhorster rentmeester aan hem niet baten, want het klooster moest toch het volle pond betalen.

Conclusie Het is aan te nemen dat de religieuze Machteld Mulert, haar halfzuster Ludgard van Ittersum en hun beider nicht, Agnes Mulert, in de abdij van Leeuwenhorst konden intreden, omdat uit hun families trouwe dienaren van de bisschop van Utrecht waren voortgekomen. Het blijft ons verborgen of de zusters Cornelia de Conink, Hadewich van Oostrum en Agnes van Wulven in het klooster kwamen wegens de politieke loyaliteit van hun vaders, dan welomdat ze een beroep konden doen op familieleden die reeds in de abdij verblijf hielden. Toen in 1532 keizer Karel V Leeuwenhorst een zware bede liet opbrengen, waren familiebanden van Leeuwenhorster religieuzen niet van invloed op de ambtelijke beslissing van een lid van de Geheime Raad, Gerrit IV Mulert.

Bron

August Fridrich van Mulert

Boven: Adolf August Frederik Mauritz Mulert, Heer van Mallum was de laatste Heer van Hengelo. Hij stierf in 1832 bij Hengelo, maar niet op het huis. Dat was toen reeds verkocht en gesloopt, de aanzienlijke bezitting sinds 1827 in andere handen overgegaan. (Bron)

Zie ook Oald Hengel krijgt nog zes kanonskogels erbij.

en Unico Ripperda van Huis Hengelo bij de Vrede van Munster.