Boven: Mondragon zou volgens deze tekening Groenlo met 'des Koenings Volck' verdedigen. Maar helaas was Mondragon op dat moment al een jaar dood. Twee jaar eerder, in 1595, brak prins Maurits het beleg van Groenlo af toen een verkenner hem meldde dat Mondragon met een groot leger de Rijn was overgestoken. In werkelijkheid was dat leger een heel stuk kleiner. Maar Maurits is voorzichtig. Zie: Mondragon en zijn legendarische soldaten |
De volgende dag, 9 oktober, bestormt Maurits Bredevoort. De bezetters zitten in het kasteel bij het stadje. De soldaten plunderen de stad en 's nachts branden de huizen af.
Op de weg naar Twente treffen staatse verkenners soldaten van het garnizoen in Enschede die op rooftocht zijn. Tien soldaten van Verdugo vinden de dood en 36 mannen worden krijgsgevangen gemaakt en naar Vreden gebracht. In Vreden horen de verkenners dat Bredevoort al is veroverd. Een aantal gevangenen wordt vrijgelaten om het nieuws naar de vijand in Enschede over te brengen.
De regimenten van de Schotten, de Friesen, van graaf Soms en Duvenvoorde gaan op 14 oktober naar Zuidlo (bij Gorssel en Bathmen). Maar twee kanonnen kantelen in de slappe grond, dat voor veel vertraging zorgt. Op de 15e oktober is het leger met het geschut bij Wessum en Ahaus. De ruiterij trekt op van Winterswijk naar Epe en Gronau.
De volgende dag stopt de regen. De eerste groepen ruiters trekken langs Losser naar Lonneker waar zij op het hoogste punt de omgeving goed in de gaten kunnen houden. Op 17 oktober passeert het geschut de Dinkel bij Epe. Prins Maurits gaat op 18 oktober met zijn ruiters op pad richting Enschede. De regimenten van Van der Noot, de Schotten en graaf Solms vormen de voorhoede. De Friezen zijn de hoofdmacht die slag moeten leveren en de Engelsen, Duvenvoorde en Brederode vormen de achterhoede. Tussen Glanerbrug en Enschede stelt Maurits het leger in slagorde op. Maurits dreigt hard op te treden als het garnizoen in Enschede hem dwingt ook maar één schot te moeten lossen.
|