Home

Simon Stevin is leermeester en raadsman van prins Maurits

1590

Steden veroveren als wetenschap

Vanaf 1590 werkt Simon Stevin vooral in dienst van prins Maurits. De meeste publicaties van Stevin na 1590 zijn belangrijk voor Maurits en voor de opstand tegen Spanje. In 1590 publiceert hij Vita Politica, Het Burgherlick Leven, waarin hij schrijft dat een burger de wetten van de overheid hoort te respecteren. Stevin wil orde en regelmaat.

In dezelfde geest publiceert hij twee boeken over de verdediging van het land en uitbreiding van de vloot. In De Stercktenbouwing (1594) past hij het nieuwe Italiaanse systeem voor de bouw van vestingen aan de geografische omstandigheden en de beschikbare middelen van de Lage Landen aan.

Brons beeld Simon Stevin in Brugge

Vestingbouw Stevin in Meurs in Duitsland

Stevins naam blijft verbonden met de oude Nederlandse methode van vestingbouw. Het boek is waarschijnlijk gebruikt als cursusmateriaal in de ingenieursschool van Leiden. In het tweede boek, De Havenvinding (1599), beschrijft Stevin hoe mensen een plaats op aarde bepalen aan de hand van de geografische breedtegraad en de magnetische afwijking van de kompasnaald. Deze techniek is belangrijk voor de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die een handelsmonopolie ontwikkelt tussen het Verre Oosten en West-Europa.

Simon Stevin op een zegel van Belgie

Tussen 1605 en 1608 worden de lessen die Stevin aan prins Maurits geeft in verschillende wetenschappen (stelkunde, aardrijkskunde, sterrenkunde, boekhouden, statica en hydrostatica, perspectief) gebundeld en uitgegeven onder de naam Wisconstighe Ghedachtenissen. In 1617 verschijnt de laatste publicatie van Stevin: een dubbel boek met Castrametatio, dat is Legermeting, waarin hij beschrijft hoe je een goed georganiseerd militair kamp moet op- en inrichten, en Nieuwe Maniere van Stercktebou door Spilsluysen, waarin hij beschrijft hoe je speciale sluizen moet gebruiken in defensiewerken, vooral om de vestinggrachten op de gewenste diepte te houden door het toepassen van spui-technieken.

In De Spiegheling der Singconst, een manuscript dat in 1884 door Bierens de Haan is ontdekt, geeft Stevin als eerste een correcte theorie over de indeling van het octaaf in twaalf gelijke intervallen. In Van de Verschaeuwing, een deel van Wisconstige Gedachtenissen beschrijft Stevin de perspectiefleer en bouwt hij als eerste voort op het pionierswerk van Guidobaldo del Monte. Hij formuleert fundamentele en nieuwe theorema's over projecties. Een aantal daarvan wordt onder zijn naam opgenomen in de mathematische werken van vooraanstaande wiskundigen.

Er wordt veel aandacht besteed aan de invloed van Stevins denkbeelden op het vlak van de architectuur, de huizenbouw en de stadsplanning. Zijn ideeën over deze onderwerpen beschrijft hij in de Huysoirdening en Stedenoirdening, die deel uitmaken van de Materiae Politicae, Burgherlike Stoffen, die de zoon van Stevin, Hendrik, in 1649 publiceert. Het materiaal is maar een klein deeltje van een uitgebreider boek, Huysbou, dat Stevin nooit heeft gepubliceerd. Hoofdstukken van het manuscript van Huysbou worden gedeeltelijk opgenomen in het Journaal van Isaac Beeckman en worden in 1905 in het Rijksarchief van de provincie Zeeland ontdekt. Ze tonen aan dat de ideeën van Stevin over de burgerlijke architectuur in zijn tijd belangrijk zijn.

De meeste werken van Stevin worden in het Nederduyts gepubliceerd. Het is een doelstelling van Stevin om de wetenschap en de technologie toegankelijk te maken voor niet-academici die geen Latijn kennen, maar wel begrip hebben van de wetenschap en de technologie. In de inleiding van De Thiende geeft hij een opsomming van de mensen voor wie hij dit werk schrijft: sterrenkijkers, landmeters, tapijtwevers, wijnpeilers , muntmeesters en alle soorten handelaars.

Zeilwagen reed tussen Scheveningen en Petten

Boven: De zeilwagen van Simon Stevin bewaakt de Hollandse kust tussen Scheveningen en Petten

Simon Stevin in Brugge

Hij schetst zijn ideeën over de Nederlandse taal uitvoerig in zijn Uytspraeck vande Weerdicheyt der Duytsche Tael, dat hij als een inleiding bij De Weeghconst schrijft. Voor Stevin is Nederduyts een uitmuntende taal om ideeën en wetenschappelijke gedachten, uit te drukken. Stevin heeft grote verdiensten aan de verrijking van de Nederlandse taal met nieuwe woorden of combinaties van bekende woorden om er hun Latijnse tegenhangers mee te vertalen. Een typisch voorbeeld is het Nederlandse woord voor mathematica, wiskunde, dat is afgeleid van wisconst.

Stevin staat bij zijn tijdgenoten en beroemde wetenschappers hoog aangeschreven. Dat blijkt duidelijk uit de geschriften van Willebrord Snellius, William Gilbert, Isaac Beeckman, Constantijn en Christiaan Huyghens en Adrianus Romanus (Adriaan van Roomen). De laatste prijst Stevin om zijn statica en zijn zeilwagen. Beeckman reproduceert in zijn Journaal een aantal van de manuscripten van Stevin, die hij van diens weduwe heeft geleend. Hugo de Groot toont grote achting voor het werk van Stevin. Uit Simon Stevin en de Renaissance in de Lage Landen van professor J.T. Devreese (UIA)

Links en onder: Simon Stevin in brons in zijn geboorteplaats Brugge.

Maurits en Wilem Lodewijk benaderen de oorlog op een wetenschappelijke manier. Samen met de wiskundige Simon Stevin verdiepen ze zich in ballistische berekeningen, vestingbouw en waterstaat. De oorlog draaide in die tijd vooral om het bezit van steden. Van hieruit kon men doorgaans een groot gebied controleren en tegelijk profiteren van de opbrengsten van de economische activiteiten die in een stad nu eenmaal centraal staan. Belegeringen werden door Maurits en Willem Lodewijk nauwgezet voorbereid. Ze maakten nauwkeurige maquettes van aan te vallen steden met het omliggende land. Hierdoor konden ze een belegering tot in detail voorbereiden.

Adriaan Anthonisz. is de belangrijkste vestingbouwer in de Nederlanden. Deze landmeter, kaartmaker en
vestingbouwer heeft tussen 1573 en 1597 maar liefst 29 Nederlandse vestingen en dorpen gemoderniseerd of ontworpen. Andere vestingbouwers uit het noorden van de Lage Landen zijn Jacob Kemp, David van Orliens en Johan van Rijswijck.

Heusden ontwerp: Simon Stevin

Boven: De verdedigingswerken van de stad Heusden. Simon Stevin tekent het ontwerp.

Simon Stevin is in 1548 in Brugge geboren als de onwettige zoon van Anthuenis Stevin en Catelyne vander Poort. Zijn vader is vermoedelijk een zoon van een burgemeester van Veurne. Zijn moeder komt uit Ieper en neigt naar het calvinisme.

Simon Stevin is boekhouder en kassier bij één van de handelsmaatschappijen in Antwerpen. In 1577 aanvaardt hij een baan bij de financiële administratie van Brugge (Brugse Vrije). Een paar jaar later duikt hij op in de archieven van de volkstelling in Leiden. Mogelijk vlucht hij voor de Spaanse onderdrukking in het zuiden van de Lage landen. In 1583 staat Stevin op de rol van de nieuwe Universiteit van Leiden, waar ook de jonge Maurits, prins van Oranje lessen volgt.

Stevin ontpopt zich tot een uitstekende leermeester voor prins Maurits. Prins Maurits is in 1584, na de dood van zijn vader, stadhouder van Holland en Zeeland en hij stelt Stevin aan als zijn persoonlijke leraar en raadsman. Stevin is kwartiermeester-generaal van het Staatse Leger (bron: het rijksarchief in Den Haag). In een register uit 1604 staan ideeën over de prinselijke boekhouding. Stevins jaarsalaris is 600 gulden. Stevin geniet een hoge status aan het hof van de prins. Op initiatief van de prins richt Stevin aan de Universiteit van Leiden een Huis van Stevin in Den Haag aan de Raamstraatingenieursopleiding op, die als bijzonderheid heeft dat de lessen in het Nederlands (Nederduyts) worden gegeven.

In Dantzig in het huidige Polen geeft Stevin advies over havenwerken. Omstreeks 1614 trouwt Stevin met Catharina Cray. Ze krijgen samen vier kinderen: Frederic, Hendrik, Susanna en Levina. Zijn tweede zoon, Hendrik, publiceert postuum een aantal werken van zijn vader. Stevin overlijdt in Den Haag ergens tussen 20 februari en begin april 1620, vermoedelijk in zijn huis aan de Raamstraat.

Simon Stevin in Brugge
Boek over Simon Stevin

Bijzondere plaats wetenschapper Stevin

Stevin bekleedt in de geschiedenis van de Lage Landen een bijzondere plaats. Er zijn heel wat pleinen en straten naar hem genoemd. In zijn geboortestad Brugge wordt in 1846 een bronzen standbeeld van Stevin onthuld. Er zijn veek Simon Stevin Genootschappen. In Nederland en België bestaan Simon Stevin zeilclubs, een Simon Stevin studentenorganisatie voor ingenieurs in de elektromechanica aan de Technische Universiteit Eindhoven en observatoria naar hem genoemd. Er is een Simon Stevin technisch instituut voor architectuur, gezondheidswetenschap en management. Een Simon Stevin Stichting wil de studie, het behoud en de restauratie van vestingen bevorderen.

Een internationaal Simon Stevin uitwisselingsprogramma is actief in acht departementen voor wetenschapsgeschiedenis in Nederland, Groot Brittannië en Noord-Amerika. De Nederlandse Technologiestichting STW looft elk jaar de prestigieuze titel Simon Stevin Meester uit aan een onderzoeker technologie en een half miljoen euro.

Dime is een tiende of een decimaal, volgens Stevin

Eén van de eerste boeken die Stevin publiceert is Tafelen van Interest uit 1582 waarin voor het eerst in West-Europa interesttabellen publiek zijn gemaakt. Stevin is de eerste die een volledige beschrijving introduceert van decimale breuken en de bewerkingen die je ermee kunt uitvoeren, in een boekje dat de titel De Thiende (1585) draagt. Het werk handelt over de praktische toepassing van decimale breuken in de landmeetkunde, bij maten en gewichten en bij de onderverdeling van munten. De Engelse vertaling van Robert Norton (Londen, 1608), "Disme, The Art of Tenths or Decimal Arithmetic. Invented by Simon Stevin" was een inspiratiebron voor Thomas Jefferson toen hij voor de jonge Verenigde Staten een decimaal monetair stelsel voorstelde.

Simon StevinTegenwoordig wordt een tiende van een dollar dan ook nog steeds een dime genoemd. De Schotse wiskundige en theologische auteur, John Napier, is geïnspireerd door het werk van Stevin toen hij de logaritmen uitvond. In zijn natuurkundig werk was Stevin werkelijk de bron van nieuwe, innovatieve ideeën. De studie van de statica van de vaste lichamen wordt uiteengezet in De Beghinselen der Weegconst (1585). Dit werk bevat het legendarische clootcrans-theorema, een ingenieus gedachten-experiment waarin de evenwichtsvoorwaarde voor gewichten op een hellend vlak wordt afgeleid. Dankzij dit theorema slaagt Stevin erin om tot de wet van de samenstelling van twee samenwerkende krachten te komen. In De beghinselen des Waterwichts (1586) geeft Stevin een verbeterd bewijs van de wet van Archimedes over de opwaartse kracht die inwerkt op een lichaam dat in een vloeistof is ondergedompeld. Hij slaagt er in om de kracht te berekenen die een vloeistof uitoefent op de bodem en op de wanden van het vat waarin ze zich bevindt. En dat brengt hem tot de formulering van de zogenoemde hydrostatische paradox, veel jaren voor Blaise Pascal dat deed, hoewel de paradox meestal aan deze laatste wordt toegeschreven. In 1586 publiceert Stevin zijn experiment waarin twee loden bollen, de een tien keer zwaarder dan de ander, van de kerktoren in het Hollandse Delft vallen en daarbij in dezelfde tijdsduur de afstand van negen meter afleggen. Zijn publicatie hierover komt drie jaar voor de eerste verhandeling van Galileo over de zwaartekracht en achttien jaar voor Galileo's theoretische werk over vallende lichamen.

Bronnen:

Simon Stevin, de Vlaamse leermeester van een Nederlandse prins. (Tijdschrift Vlaanderen naar aanleiding van Brugge 2002)

Jozef T. Devreese Universiteit Antwerpen en Technische Universiteit Eindhoven Theoretische Fysica van de Vaste Stof

Guido Vanden Berghe Universiteit Gent Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica

Uitvindingen/bedenker van decimale breuken (decimale systeem van maten en gewichten) en zeilwagen voor 28 passagiers reed op het strand tussen Scheveningen en Petten