Jacob Simonsz de Rijk geruild voor Mondragon
1541 - 1584
Schatrijke graanhandelaar wordt geus en verliest alles
Graanhandelaar Jacob Simons de Rijk uit Amsterdam bulkt al jong in het geld.
Hij bekeert zich tot de nieuwe leer, wat hem bliksemsnel tot de bedelstaf degradeert.
De bloedraad beschuldigt hem ervan anderen aan te zetten tot het vernielen van de beelden in de kerk in het Minderbroedersklooster in zijn woonplaats Amsterdam.
Sommigen beweren dat dit verhaal niet klopt.
Feit is dat als je aanhanger van een ander dan het katholieke geloof bent, je grote kans loopt op verbanning, ook al ben je heel rijk.
Jacob de Rijk overkomt dat in 1568.
Zijn bezit is geconfiskeerd en dat maakt hem straatarm.
Hij heeft geen keus en sluit zich aan bij de geuzen.
Maar hij moet zijn vrouw, een nichtje van PC Hooft, achterlaten in Amsterdam. |
Boven: Jaap ter Haar beschrijft de watergeus Jacob de Rijk als een kleurrijk figuur uit de Tachtigjarige Oorlog.
Hij romantiseert het levensverhaal maar de feiten kloppen. De mensen in dit boek zijn Amsterdammers, ballingen in Emden in Duitsland en Dantzig in Polen, edelen aan het Engelse hof en veel geuzen. |
Rechts: Cornelis Anthonisz tekent een kaart van Amsterdam in 1544. In het midden het Damrak, de monding van de Amstel, vol boten. In het hart van de kaart ligt de dam in de Amstel. Dit is de stad Amsterdam vóór de aanleg van de grachtengordel. |
|
|
Jacob de Rijk vestigt zich na zijn verbanning in Dantzig en zet daar zijn graanhandel voort. Een deel van de winst stuurt hij naar Willem van Oranje na bemiddeling door Reinier Kant. Hij rust vervolgens een schip uit en voegt zich in 1571 bij de geuzenvloot van Lumey in Emden. Hij doet niet mee aan de zeeroverij en de ruwe landgangen, waarbij kerken en kloosters worden geplunderd. De Rijk is tegen de wrede praktijken van Lumey en Entens. De Spaanse vloot brengt de geuzenvloot zware schade toe. De Spaanse vloot brengt daarna de Turkse schepen bij Lepanto een zware slag toe. De graaf van Oost-Friesland dwingt de geuzen te vertrekken en ze vinden in Dover een nieuwe thuishaven.
|
Jacob Cabeliau, Blois van Treslong en De Rijk zouden Lumey ervan overtuigen op 1 april 1572 de stad Den Briel te verdedigen. Ze maken van de stad hun thuishaven. Lumey stuurt Jacob de Rijk naar Dover om kanonnen en munitie te halen. Koningin Elisabeth die de geuzen net heeft verjaagd, roept hem op het matje. Zo'n 500 vluchtelingen sluiten zich bij hem aan als soldaat. Tegen de zin van Lumey gaat hij met zijn soldaten naar Vlissingen, de eerste stad die zich voor de prins verklaart. De prins benoemt De Rijk tot admiraal van Veere, nadat admiraal De Lange zichzelf met zijn schip opblies om maar niet in handen van de Spanjaarden te vallen.
Rechts: Jacob de Rijk woont enige tijd in Dantzig waar een groot deel van de graan vandaan komt waarin hij handelt. |
|
|
De Rijk bemachtigt in Vlissingen de zegelring van Pacheco. Pacheco heeft een brief van zijn oom Alva bij zich waarop de namen staan van geuzen die snel vermoord moeten worden. (bron). Pacheco, die als gouverneur van Deventer in de IJsselstad veel gruweldaden beging, sterft drie weken nadat hij in gevangenschap raakt. Treslong houdt een gouden ketting dat hij als ridder van het gulden vlies draagt.
Links: Krijgsbouwmeester Don Pedro Pacieco (Don Pacheco) krijgt samen met twee Spaanse jonkers de strop in Vlissingen medio april 1572. |
Op 8 augustus 1572 gaat De Rijk naar Zierikzee, dat zich ook bij de prins aansluit. In Zierikzee ontmoet hij Moded, Herman Strikker. Maar Mondragon verovert Zierikzee en Tholen. Op Tholen wordt De Rijk gevangen genomen en naar Gent gebracht. Marnix van Sint Aldegonde is rond deze tijd gepakt bij Maassluis. De Spanjaarden sluiten Marnix op in kasteel Vredenburg in Utrecht. In Gent probeert de Spaanse legerleiding De Rijk over te halen in Spaanse dienst te treden.
Op 18 februari 1574 boeken de opstandelingen een groot succes. De belangrijkste stad van Zeeland, Middelburg, valt na twee jaar in handen van de geuzen. De bevelhebber van de Stad, Mondragon, geeft zich over. Prins Willem van Oranje sluit een deal met Mondragon. Mondragon krijgt hij een vrije aftocht als hij er voor zorgt dat De Rijk in Gent en Marnix van Sint Aldegonde in Utrecht worden vrijgelaten.
Mondragon gaat naar Gent waar De Rijk naar het schavot wordt gebracht. Maar op aandringen van Mondragon laten de Spanjaarden de Rijk vrij. Marnix blijft in de gevangenis. Daar neemt Willem van Oranje geen genoegen mee. Hij stuurt De Rijk terug naar Mondragon. De Rijk is er van overtuigd dat hij zou sterven en komt daarom met de prins Van Oranje overeen dat de zesduizend gulden die de Prins heeft voorgeschoten, na zijn dood wordt gebruikt voor de verzorging van zijn vrouw en kinderen. De wens van de prins gaat in vervulling. Landvoogd Requesens laat ook Marnix vrij.
In 1580 koopt De Rijk de heerlijkheid Zaffelaar bij Gent.
Hij sterft op 11 september 1584 in Veere in zijn woning Brouwershaven. (bron)
|
Boven: Marnix leest de tekst van het Wilhelmus voor aan Willem van Oranje. Marnix is een belangrijk adviseur van de prins net als De Rijk. |
|