Home

Kapitein Jan van Randorp neemt vriendin mee aan boord

1571

Watergeuzen en zijn bemanning gehangen in Brussel

Geuzen zijn berucht om hun zogeheten landgangen. Plunderend stropen de straatarme mannen het land af op zoek naar buit, waarbij vooral kloosters geliefd zijn. Kapitein Jan van Ransdorp en zijn bemanning lopen echter in 1571 tegen de lamp bij Oostende.

Jan van Ransdorp is geboren in het Duitse Darmstad in 1543. Hij vestigt zich op jonge leeftijd in Nederland en gaat wonen in het plaatsje Ransdorp iets ten noorden van Amsterdam.

Gevelsteen in Ransdorp

Boven: Een gevelsteen in Ransdorp met de tekst Eendracht doet kleine zaken bloeien in macht en ook in welstand groeien.

Ransdorp ligt ten noorden van Amsterdam aan de voormalige Zuiderzee
Boven: Ransdorp is eens een belangrijke zeehaven geweest aan de Zuiderzee, nu het Markermeer.

Geruime tijd is Ransdorp een belangrijke haven aan de Zuiderzee. Van Ransdorp is aanhanger van de nieuwe leer en sluit zich aan bij de Geuzen. In 1570 monstert hij op het eiland Borkum aan op het schip van Adraan Menninck. Menninck sluit een contract met Nicolaas Ruychaver en Jan van Troyen tot wederzijds bijstand. Op 15 juni neemt hij deel aan een gevecht bij Vlieland, waarbij de drie kapiteins proberen Amsterdamse koopvaarders te veroveren. De bemanning van de schepen die de koopvaarders beschermen verdrijven de geuzen. Jan van Troyen wordt gevangen genomen en naar Amsterdam gebracht. Alva veroordeelt hem tot de dood aan de galg.

Rechts: De kerk van Ransdorp is in 1634 niet meer dan een ruïne.

Kerk van Ransdorp is een ruïne
Oude kerk van Ransdorp in 1630

In 1571 is van Ransdorp zelf kapitein. Onder de geuzen is een vrouw. Dat is de vriendin van Jan van Ransdorp, Cornelia of Neeltje van IJsselstein. Van Ransdorp heeft ook een predikant aan boord die twee keer per dag een dienst houdt. De bemanning is verplicht de godsdienstoefeningen bij te wonen. Wie niet aanwezig is moet een boete betalen.
Begin augustus wordt onder zijn leiding het eerste schip gekaapt. Omdat de schipper van het buitgemaakte schip ziek is, laat hij de man vrij.

Van Ransdorp maakt met zijn mannen op 6 augustus 1571 een landgang bij Oostende in het huidige België. De rooftocht mislukt echter. Vissers uit Oostende nemen, met hulp van Spaanse soldaten, de geuzen gevangen. Zij brengen Van Ransdorp eerst naar Oostende voor verhoor. In Gent wordt hij gevangen gezet en vervolgens naar Brussel gebracht.

De bloedraad veroordeelt hem ter dood. De raad wil Van Ransdorp ophangen samen met de andere bemanningsleden, onder wie Herman Jansz uit Leeuwarden (In Londen was hij stalknecht van de Spaanse gezant), Cornelis Hendricksz, een smid uit Vianen (hij deed mee aan de beeldenstorm in Vianen), Olivier Uyter Wulghen (kapper uit Gent, deed zijn uiterste best om vrijgelaten te worden, hij stuurt een verzoekschrift naar Alva, waarin hij beweert dat hij een trouw lid van de rooms katholieke kerk was. Zijn getuigenis werd bevestigd door Gentse stadgenoten. De stompe toren van Ransdorp
Gevangenis in Gent

Uyter Wulghen was dik; twee dagen na de terechtstelling brak het touw en moest hij opnieuw gehangen worden. Dat betekent kassa voor de beul: 24 stuivers, Adolf de la Croix en Adriaan Huelbloc, beiden uit Gent, Hans Fries en Rochus Pietersz, twee Friezen uit Winaldum, Jan van Wingen, een kleermaker uit Ronsse, Fakckaert Arentsz van Ameland, Adriaan Hubrechtsz uit Oirschot, Jacob van Dolderen uit Delft.

Links: In de gravensteen in Gent zijn veel geuzen gevangen gehouden.