‘Villa stadhuis in oude stijl herstellen’

20 april 2011

DELDEN Voor één avond reed hij bijna 700 kilometer, helemaal uit Beieren naar Delden. Eric Wreesmann (80), geboren en getogen Deldenaar, wil er bij zijn wanneer de plannen voor het voormalige stadhuis worden gepresenteerd.

„Mijn grootvader Willem Wreesmann kocht het pand in 1902”, vertelt hij. „Hij kwam uit Groningen en kocht de dekenfabriek Ficker en Wap aan de Vossenbrinkweg.” Wreesmann wil graag dat de villa in oude glorie wordt hersteld. „En dat is precies wat Hans Baake ook wil”, weet hij sinds woensdagavond. „We moeten het huis opwaarderen. De oude serre zou terug moeten komen evenals de glas-in-lood-ramen en de tuin”. Hij tuurt door een venster naar binnen. „Kijk in de deuren zit het glas-in-lood werk nog.”

Onder de tapijten vermoedt hij oude marmeren vloeren en de oude voordeur aan de Langestraat moet volgens Wreesmann terug worden geplaatst. „En Baake en veel Deldenaren willen dat ook.” Horlogemaker Jan Zengerink en de voormalige slager Jan Haverkate belden Wreesmann die bij Augsburg woont. „Als je ouder wordt voel je je weer betrokken bij de plek waar je bent opgegroeid”, vertelt hij. „Woensdagavond vroegen veel Deldenaren of er onderzoek is gedaan naar de haalbaarheid van de komst van een paviljoen met winkeltjes (het plan Haafkes). Dat is niet gebeurd. Ik vrees dat binnen de kortste keren de winkeltjes leeg staan. Mensen gaan naar Hengelo en Enschede om te winkelen. Hier tref je toeristen die even willen uitblazen op een terras.”

De grootvader van Wreesmann breidde de villa in 1920 uit richting Ressingplein. Op de eerste verdieping van de uitbreiding was enige tijd de raadszaal van de gemeente Stad Delden. „Dat was de badkamer van opa”, lacht Wreesmann die zijn vaders huis op het villapark geconfisqueerd zag in de oorlog. Wreesmann die naar de jongensschool Pius X ging naast de rk kerk kwam vaak bij opa tussen de middag. „De Duitsers zochten hem. Ik weet nog goed dat hij zich verstopte. Soldaten omsingelden het huis. Hier stond hij toen”, wijst Wreesmann. „Hij is nooit gevonden.” Legio verhalen over de oorlog komen weer boven. „Over drie jaar zijn we vijftig jaar getrouwd”, zegt Wreesmann met een knipoog naar zijn vrouw. „Wellicht wonen we dan weer in Delden.”