Spanning om het Groot Hofdictee

De één heeft er dagen voor gezwoegd, de ander bereidde zich nauwelijks voor op het Groot Hofdictee in het gloednieuwe cultureel centrum Het Beaufort. Zo'n 85 mensen waren naar de voormalige raadszaal van de gemeente Markelo gekomen om 300 woorden te schrijven. Honderd minder dan de eerste keer, een jaar geleden, op advies van de Taalunie, die ook kritisch meekeek.

Niet iedereen kreeg papier zodat de voorraad printpapier soldaat is gemaakt. Hannie Waarts uit het team Delden, de winnaar van vorig jaar, raadpleegde de Schrijfwijzer uit het voortgezet onderwijs nog eens en Christel de Groot uit Bentelo vertrouwde op haar intuïtie. "Ik wil hier lekker ontspannen kunnen zitten. Als je je in alle spellingsregeltjes gaat verdiepen ga je juist soms twijfelen."

Burgemeester Hans Kok las voor nadat hij de schrijver van dit artikel vermanend toesprak niet van plan te zijn de besluitenlijst voortaan in dicteersnelheid toe te lichten: "In dit dictee dat voor het eerst in het gerenoveerde Beaufort plaatsvindt, wordt niet de frequente braderieën in de regio gerecenseerd, maar liggen de historische volksfeesten in Twente met hun welhaast caleidscopische uitingsvormen onder de loep.

Het hele dictee:

In dit dictee dat voor het eerst in het gerenoveerde Beaufort plaatsvindt, wordt niet de frequente braderieën in de regio gerecenseerd, maar liggen de historische volksfeesten in Twente met hun welhaast caleidoscopische uitingsvormen onder de loep.

Exemplarisch daarvoor zijn het exotische vogelschieten, de kleurrijke tenues van de schutterijen, de allegorische optochten, de oer-Hollandse zeskampachtige waterballetten en de karaokeavonden en polonaises in de feesttent.

Voor de consciëntieuze biljarter gaat het, nadat hij van acquit is gegaan, niet om minutieuze piquéballen, maar om het quotiënt van caramboles en moyenne, snel uitgerekend op een blocnotevelletje.

Ook zijn er de kermisattracties: de kindercarrousel met minideux-chavauxtjes, het piramidevormige spookhuis, de kop-van-jut en het lawaaiige botsautopaleis, alwaar een enigszins ordinaire kassière (caissière) met jarenzestigkapsel en kinky gummi-jas de luidruchtige, naar hasjiesj geurende jeugd vis-à-vis tot kalmte maant, waarbij haar tongpiercing zo nu en dan illumineert door de reflectie van de discobal van buurmans hovercraft.

In de feesttent hoort men een ware kakofonie, met jankende gitaren en harde drums die de oren koeioneren en waarop soms uitentreuren wordt gerock-'n-rold; zeker geen feeëriek schouwspel in deze accommodatie, maar wel gepassioneerde muziek voornamelijk voor feestende adolescenten, hoewel de AOW'er in spe van de naoorlogse babyboomgeneratie zich ook niet onbetuigd laat.

Ook wordt aan de inwendige mens gedacht, onder meer dankzij friettent, appelbeignetkraam en Thaise wok; geen exquise dinertjes dus, zoals gepocheerde zalmmoten of coquilles met gekonfijte sinaasappelschijfjes, maar veeleer rechttoe rechtaan bereide lekkernijen boordevol calorieën waar elke zichzelf respecterende diëtiste van gruwt: van smeuïge gehaktballen tot kaassoufflés en karbonaadjes, gecombineerd met excessieve bierconsumptie en/of simpele colaatjes.

Niettemin intensiveren de coöperatieve, harmonieuze en carnavaleske elementen van deze festijnen de gemeenschapszin in de dorpscommunes; voor niet-ingewijden lijkt dit wellicht een broodjeaapverhaal, maar beslist niet voor de ras-Twente en hoogstwaarschijnlijk ook niet voor de welingeburgerde (wel ingeburgerde) allochtoon.