Home
Philips van Marnix
Brussel circa 1539 - overleden in Leiden 1598
Willem van Oranje's rechterhand
Philipe van Marnix, heer van Sint Aldegonde

Het wapen van Marnix van Sint AldegondePhilips van Marnix, heer van Sint Aldegonde, is ongetwijfeld één van de belangrijkste medewerkers van Willem van Oranje. Van Marnix begint zijn carrière als student theologie bij Calvijn in Genève. In 1557 vlucht hij naar Duitsland, waar hij in 1569 het satirische werk De Byencorf der H. Roomsche Kercke schrijft, bedoeld als propaganda voor het calvinisme. Zijn broer Jan sterft als geuzenleider bij Antwerpen.

In 1571 treedt Philips van Marnix in dienst van Willem van Oranje en brengt de prins in nauw contact met de uit de Nederlanden verbannen gereformeerden. Marnix bereidt vijf jaar later de Pacificatie van Gent voor, een vergelijk tussen de Staten-Generaal van de niet-opstandige gewesten en de Staten van Holland en Zeeland. Van Marnix politieke carrière eindigt met het verlies van Antwerpen in 1585. Als burgemeester moest hij de stad overgeven aan de krijgsheer en landvoogd Parma.

Marnix onderhoudt na zijn studie in Genève intensief contact met de hugenoten. Deze Franse calvinisten zouden de Franse katholieke regering in de armen van Spanje kunnen drijven. Voor die angst lijkt Willem van Oranje zijn leven lang bang te zijn. 'Als dit gebeurt (Spanje en Frankrijk werken samen) is het afgelopen met de nieuwe religie in Europa', vreest Willem van Oranje.

Philips van Marnix treedt na zijn studie in dienst van de keurvorst van de Palts, Frederik de derde. Vanaf 26 januari 1571 is hij in dienst van de prins. Willem van Oranje zou rond 1568 zijn overgegaan van het Lutherse geloof naar de calvinistische religie.

De prins stuurt Marnix naar de synode van Bedburg op 3 en 4 juli 1571 van de kerken van Gulik en Kleef. Ook de synodes van Keulen en Emden stellen de prins teleur. Ze houden zich vooral met kerkelijke zaken bezig. Voor het werk van de prins is nauwelijks aandacht.

Rechts: Marnix leest het Wilhelmus voor aan Willem van Oranje. Of Marnix met die eer mag strijken (schrijver van het Wilhelmus) staat niet vast.

Marnix leest het Wilhelmus voor aan Willem van Oranje
Kasteel van de familie Van Marnix

Willem van Oranje verzamelt daarna een leger bij Duisburg, houdt een wapenschouw tussen Meurs en Kerpen en slaat een legerkamp. Vanuit zijn hoofdkwartier van dit legerkamp in een klooster bij Aldenkirchen, stuurt hij op 13 juli 1572 Marnix naar Holland voor de eerste vrije Statenvergadering.

Links en onder: kasteel van de familie Van Marnix sinds 1780 staat aan de Oude Schelde. Hier worden veel eigendommen van de familie tentoongesteld, zoals schilderijen, meubelen, kantwerk, Chinees porselein en een fraaie collectie handgeschreven boeken.

Den Brielle en andere steden zijn net bevrijd. Marnix spreekt op 19 juli in Dordrecht afgevaardigden van twaalf steden toe namens de prins. Godsdienstvrijheid staat centraal in de toespraak, hoewel elf dagen eerder een aantal roomse geestelijken in Den Brielle is opgehangen door Lumey.

Marnix keert terug bij de prins met veel geld: 200.000 gulden van de Hollandse steden. De prins wordt bovendien een half miljoen in het vooruitzicht gesteld.

Kasteel Van Marnix

Marnix door  J. de Geyn

Portret van Philips van Marnix, heer van Sint Aldegonde op 59-jarige leeftijd. J. de Gheyn maakte het werk in 1599.

Op 23 juli bestormt Willem van Oranje Roermond en begint aan een veldtocht door Brabant. Een poging tot ontzet van Bergen, waar Lodewijk van Nassau is ingesloten, mislukt. Marnix krijgt de opdracht door de vijandelijke linies heen te sluipen en Lodewijk over het vertrek van Willem van Oranje, zijn broer, te informeren. Lodewijk moet onderhandelen over de overgave van de stad, is de boodschap. Marnix keert zonder kleerscheuren terug bij Willem van Oranje.

Gevangen
Een jaar later gebeurt het onvermijdelijke. Francisco de Valdez neemt Marnix gevangen. Valdez heeft zijn hoofdkwartier in Den Haag gevestigd, Postzegel uit 1938omsingelt Leiden en plundert boeren rond Rotterdam. Bij de inname van de schans bij de Maaslandsluis op 14 november 1573 neemt Valdez Marnix gevangen. Zijn leven blijft gespaard. De prins gijzelt Bossu. Bossu is gevangen genomen tijdens de slag op de Zuiderzee. De watergeuzen versloegen de Amsterdamse vloot. Marnix verzoekt de prins vanuit zijn cel in Den Haag om een einde te maken aan de Opstand. De koning zou in ruil toestemming geven aan de gereformeerden om het land levend te verlaten.

De prins schrijft Marnix' vrouw alles te willen doen om zijn trouwe dienaar vrij te krijgen. Maar vrede, daar wil Willem van Oranje niets van weten. Op 19 februari geven de Spanjaarden in Middelburg zich eindelijk over. Mondragon moet beloven Marnix vrij te laten in ruil voor een vrije aftocht. Requesens willigt die eis eerst niet in. In oktober krijgt Mondragon het toch voor elkaar dat Marnix, na bijna een jaar gevangenschap, vrij komt.

Universiteit
De prins stuurt Marnix in januari 1575 naar Heidelberg om professoren te werven voor de nieuwe universiteit van Leiden. Marnix moet er ook onderhandelen over het huwelijk tussen Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon, zijn derde vrouw. De keurvorst van de Palts, haar voogd, keurt het verzoek goed. Marnix begeleidt de bruid door Duitsland en over zee naar Den Briel waar op 12 juni 1575 het huwelijk in het geheim wordt gesloten. Anna van Saksen heeft weliswaar een tik van de molen gehad, maar ze leeft nog wel.

Marnix komt in november 1575 in Engeland om met de koningin te praten over steun aan de Opstand. Hij wordt, in tegenstelling tot het gezantschap van Requesens, met weinig eer ontvangen. Maanden praten blijven zonder resultaat.

Samen met Willem van Oranje schrijft Marnix in Middelburg propagandamateriaal aan prominente leiders in Brabant, Vlaanderen en Henegouwen. Onder de indruk van de plundering van Maastricht op 20 oktober 1576 en de Spaanse Furie in Antwerpen (8000 doden op 4 november 1576) wordt op 8 november de Pacificatie van Gent gesloten. De Spaanse troepen, die lange tijd geen geld hebben gekregen en alles plunderen wat los en vast zit, vertrekken eindelijk en... er komt godsdienstvrijheid in de Nederlanden.

Rechts: Het Boeck der Psalmen uit 1580. Niet uit het Frans maar uit het hebreeuws vertaalde Philips van Marnix psalmen.

1581

Boven: Bienenkorb: Des Heil. Röm Immenschwarms is 23 keer herdrukt.

Dopers vluchten naar Holland
Volgens een brief van Marnix van 31 maart 1577 heeft hij een discussie gehad met de prins over de dopers die Engeland worden uitgezet en in Middelburg worden opgevangen. De dopers brengen geld mee voor de Opstand maar weigeren wacht te lopen en wapens te dragen. Willem van Oranje beschermt de dopers.

Marnix ontcijfert in de lente van 1577 het geheimschrift van een brief van Don Juan aan koning Philips ll. Uit de brief blijkt duidelijk de dubbelhartigheid van Don Juan die zich in Brussel niet meer veilig voelt en naar Mechelen vertrekt. Daar laat hij een ketterse kleermaker onthoofden. Willem van Oranje waarschuwt de autoriteiten niet weer met vervolgingen te beginnen en verwijst naar de Pacificatie van Gent. Don Juan schendt bepalingen in dit verdrag.

Wraak
Marnix heeft van juli tot oktober 1578 zijn handen vol aan het stadsbestuur van Gent dat maar niet in het gareel wil lopen. Sommigen willen Spaansgezinde gevangenen terechtstellen, onder wie Jacob Hessels, een berucht lid van de Bloedraad. Er komt zelfs een beeldenstorm in Gent.

Gemengd huwelijk
Marnix en andere adviseurs van de prins zijn warme voorstanders van een gemengd huwelijk tussen de katholieke hertog van Anjou en de protestantse koningin van Engeland. Anjou is voor godsdienstvrijheid en voor steun aan Van Oranje. Maar hoe reageert de koningin van Engeland?

Marnix krijgt de leiding van een gezantschap om de hertog van Anjou de soevereiniteit van de Nederlanden aan te bieden. De prins zwaait hem op 24 augustus 1581 in Vlissingen uit. Anjou verjaagt Parma bij Kamerijk en vertrekt daarna naar Engeland om zijn huwelijksplan met de koningin nieuw leven in te blazen. Marnix vergezelt Anjou.

Marnix heeft al snel in de gaten dat Elizabeth alleen maar een spelletje speelt. Van een huwelijk komt niets terecht. Elizabeth beledigt Marnix en noemt Willem van Oranje een tiran. Zijn aanhangers zijn schoenmakers, timmerlui en ketters, aldus de koningin.

Marnix wordt voorzitter van de nieuwe Raad van State. Marnix zit in de Raad van State namens Brabant. Hij legt echter al zijn functies neer na het verraad van de hertog van Anjou. De hertog, die kort tevoren zij-aan-zij met Van Oranje vecht tegen Franse soldaten, verraadt Van Oranje. Een aanslag op het leven van de prins mislukt maar net. Marnix heeft grote verwachtingen gehad van Anjou. Maar hij weigert nu nog met hem te onderhandelen. Hij trekt zich terug op zijn kasteel in West-Souburg op Walcheren.

De handtekening van Philips van Marnix

Brussel

Boven: Vicor de Haen maakte in 1806 dit Brusselse standbeeld van Philips van Marnix.

Marnix is aanwezig bij het huwelijk tussen Willem van Oranje en Louise de Coligny. Hij is er getuige van hoe Van Oranje wordt nageroepen op straat. Velen walgen van het huwelijk tussen Willem van een Oranje en een francaise. De bevolking vergeet dat de vader van Louise de Coligny, leider van de hugenoten, is vermoord tijdens de Bartelomeusnacht. Zelfs het eens zo populaire Wilhelmus wordt niet gezongen.

Van Oranje verlaat Antwerpen en gaat in Vlissingen, in de buurt van Marnix wonen. Maar ook daar is Van Oranje niet welkom omdat hij Franse soldaten bij zich heeft. In augustus 1583 wordt Marnix ernstig ziek, maar hij herstelt. In de herfst biedt de prins Marnix het gouverneurschap aan van Brugge. Marnix weigert en wordt burgemeester van Antwerpen.

Marnix vertegenwoordigt op 29 januari 1584 de koning van Denemarken bij de doop van het eerste kind van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Marnix ontmoet de prins voor de laatste keer. Willem van Oranje zou hem alles hebben toevertrouwd wat hij in gedachten heeft. Het doel van Van Oranje zou het behoud van 'Gods kerk' en de bescherming van het arme volk.

Ook bespreken zij het onderwater laten lopen van het land rond Antwerpen om de stad tegen een aanval te beschermen. Wanneer Marnix van de moord op Willem van Oranje hoort schrijft hij van streek te zijn. 'Wij hebben verloren de bloem van de vorsten van de Christenheid, de ware vader van ons vaderland'. (bron o.a. Een prince van Oraengien van A.P. Bijl).

In 1585 neemt Parma Antwerpen in. Marnix trekt zich dan terug uit de politiek en werkt in Leiden aan de Bijbelvertaling.

Titelpagina van De Byencorf der H. Roomscher Kercke uit 1569, een vaak herdrukt satirisch geschrift waarin Marnix de r.-k. Kerk hekelde. Het werk links gaf J. Cloppenburg uit in 1631 in Amsterdam.

Voor een overzicht van alle boeken van Van Marnix klik hier.

 

De brug van Farnese, hertog van Parma

Boven: El Puente de Farnese, de brug van Alexander Farnese, hertog van Parma houdt de watergeuzen tegen Antwerpen te bevoorraden. Een schip volgeladen met kruit blaast de brug op. Het lukt echter nog steeds niet de stad met voedsel te bereiken waarna Marnix de overgave tekent.
De gravure met de titel Het beleg van Antwerpen is van R. de Hooghe.

Nadat Gent is gevallen bouwt Parma een enorme brug van platbodems om de Schelde af te sluiten. De watergeuzen kunnen de stad niet meer bevoorraden. Parma wacht rustig af tot de stad is uitgehongerd.

Burgemeester Marnix bedenkt een list. Ze sturen een brandend schip vol explosieven naar de brug. Door de enorme klap sterven 800 soldaten. Parma wordt tegen de grond gesmakt en is twee uur bewusteloos. Kolonel Gaspar de Robles hangt aan zijn gouden ketting in een paal.

Veel soelaas biedt de ontploffing niet. De hongerende bevolking krijgt geen hulp en zet Marnix onder druk met Parma te onderhandelen. Marnix raakt diep onder de indruk van Parma's persoonlijkheid. Marnix pleit, eenmaal terug, voor overgave. De calvinisten zijn woedend.

Volgens een ooggetuige denken de raadsleden dat ze dromen wanneer Marnix zich lovend uitlaat over Parma. Op 17 augustus tekent Marnix de overgave. Velen vertrekken naar Holland en Zeeland. De bevolking van de stad die eens 100.000 inwoners telde, wordt ruimschoots gehalveerd. De verbitterde Statenleden zetten Marnix als een verrader aan de dijk. Hij trekt naar Leiden, waar hij zich gaat wijden aan een studie theologie. (bron: Jaap ter Haar, geschiedenis der Lage Landen)

Jan van Marnix, heer van Toulouse, sneuvelt bij Antwerpen

Zoveel als van Philips van Marnix bekend is, zo weinig weten we van zijn oudere broer, Jan van Marnix, heer van Toulouse, een gehucht in de Franche Comté, en van Beaudrenghien (Budingen) (1538-1567). Hij is één van de eerste leiders van de Opstand tegen Kerk van Oosterweel Spanje. Jan studeert samen met Philips in Leuven. In Dole is hij rector van de Vlaamse natie. Hij bezoekt Calvijn in Genève (1559-1560).

Met Lodewijk van Nassau praat hij in 1565 over de oprichting van een verbond van Edelen. Hij zou meegeholpen hebben bij het opstellen van het beroemde Smeekschrift in 1566. Hij is voorstander van een gewapend verzet onder leiding van Hendrik van Brederode. Begin 1567 probeert hij fort Rammekens bij Vlissingen te veroveren. De overval mislukt en met zijn geuzen keert hij terug naar Antwerpen. Bij Oosterweel (Austruweel) iets ten noorden van Antwerpen wacht hij tot hij in de stad wordt toegelaten. Gouverneur Willem van Oranje van Antwerpen houdt de poorten echter gesloten. Hij houdt zelfs calvinisten tegen die de geuzen te hulp willen komen wanneer Spaanse troepen een aanval doen op de geuzen. Jan van Marnix sneuvelt daarbij op 13 maart 1567.

Jan van Marnix is gehuwd geweest met Catherina van Goor, dochter van Alard van Goor, heer van Kaldenbroek, die uit een Gelders geslacht stamt. Jan van Marnix is een voorouder van prins Bernhard en koningin Beatrix. Bron: De Nederlandsche Leeuw 1999 (kolom 318-320) van Bert M. Kamp.

Foto rechts: De kerk van Oosterweel staat in een put van opgespoten grond. Het dorp is verdwenen in het havengebied van Antwerpen. Hier ergens kwam Jan van Marnix met zo'n 800 of misschien wel 2000 geuzen om. Zie ook foto hier onder.

De slag bij Oosterweel

Tijdens de slag bij Oosterweel wordt het geuzenleger van Hendrik van Brederode kansloos verslagen. Op de achtergrond is Antwerpen te zien waar op dat moment Willem van Oranje hulp tegenhoudt. Deze omstreden beslissing konden geschiedkundigen nooit helemaal verklaren.