Eggerik Ripperda sterft roemloos in de gevangenis
Eggerik Ripperda, drost van Salland en luitenant-stadhouder, gaat de geschiedenis in als belegeraar van Goor. De aanval mislukt echter en hij sterft drie jaar later roemloos in een gevangenis in de Noordenbergtoren van Deventer. Een portret van hem bestaat niet. Zelfs de plek waar hij is begraven is onbekend. Wanneer zij vader in 1566 overlijdt volgt hij hem op als Drost van Salland. Eggerik Ripperda trouwt met Agnes van Ittersum, een dochter van Johan van Ittersum en Anna van Buckhorst. Hij is heer van Goor en is beleend met de huizen Boxbergen bij Deventer en Weldam en Heeckeren bij Goor. Het huis Weldam draagt hij op 20 oktober 1568 over aan zijn broer Johan. Goossen van Raesfelt tot Oostendorp, drost van Twente, en getrouwd met Agnes van Twickelo, is getuige. Eggerik Ripperda, die bekend staat om zijn voorliefde voor alcohol, is het Spaanse gezag aanvankelijk trouw. Hij huldigt met vele anderen de hertog van Alva nadat deze het leger van Lodewijk van Nassau in 1568 bij Jemmingen of Jemgun heeft verslagen. Rechts: |
In 1570 maken de drost van Salland en zijn broer Johan Ripperda, heer van Weldam, deel uit van een deputatie uit Overijssel die aanwezig is bij het huwelijk van koning Philips II. (rechts het wapen van Van Ripperda) Elf jaar later is de situatie veranderd. In juli 1581 is Twente Spaans, wanneer overste IJsselstein met een kleine 1000 soldaten vanuit Deventer probeert Goor, de toegangspoort tot Twente, te veroveren. Bij het Schild in het hartje van Goor stokt de opmars. Na twee weken strijd dwingt Maarten Schenk de staatse troepen tot overgave. Links: Op de plek van het klooster Heeckeren stond eens het huis Heeckeren van Eggerik Ripperda, drost van Salland, en onder aan het kaartje is de plek van het kasteel Weldam van zijn broer Johan Ripperda te zien. |
Boven: Van het kasteel van Maarten Schenk is alleen een ruïne over. In Blijenbeek aan de Maas zaten Eggerik Ripperda en andere Twentse edelen gevangen. |
Eggerik Ripperda en vele andere edelen, onder wie Johan van Voorst, wandelen de kerkers van kasteel Blijenbeek aan de Maas binnen. In maart 1582 mogen Eggerik Ripperda en Matthijs van Wenckum, oud-burgemeester van Deventer, naar Deventer reizen om de Staten van Overijssel te vragen losgeld te betalen voor hun vrijlating. De staten weigeren en wanneer het duo terug wil naar Blijenbeek nemen de Deventernaren hun gevangen. Ze worden opgesloten in de Noordenbergtoren, waar ze goede verzorging krijgen. Vrienden brengen wijn, Bremer en Lubes bier, appels, vlees en post 'Op den toorn'. In 1584 sterft Eggerik er in de gevangenis. |
Noordenbergtoren De Noordenbergtoren is een hoge verdedigingstoren geweest, van waaruit de soldaten een goed uitzicht hebben op de vijand. In 1578 is de spits van de toren geschoten. In 1778 is de Noordenbergtoren gesloopt. In het wegdek van de Gibsonstraat is de omtrek van de Noordenbergtoren aangegeven. In de kelder van een parkeergarage zijn nog restanten van deze toren te zien. De Noordenbergtoren is een losstaande toren geweest. |
Helemaal links op de tekening is de brug over de IJssel te zien en aan het einde daarvan de Noordenbergtoren waar Eggerik van Ripperda in 1584 sterft. |
Bron: "Weldam, de geschiedenis van een landgoed" geschreven door G.J. Geerts en uitgegeven door Boekhandel Broekhuis. |