Hofkerk Goor bezit een unieke grafkelder
Van de familie Ripperda
Hofkerk van Goor weerspiegelt de oudste kern van een middeleeuwse stad Op de plek van de Hofkerk stond volgende oudste bronnen in 1347 al een kerkje. Rondom dit kerkje ontstond de Olde Statt, het oudste deel van Goor. Het gebouw staat als het ware op een eiland tussen twee brede beken: de Regge en de Poelsbeek die samen een breed moeras vormen. Tijdens de slag om Goor is de kerk inclusief de toren totaal verwoest. Pas in 1604, 23 jaar na de verwoesting, was er geld voor de herbouw.
In 1709 is de unieke en met bladgoud versierde grafkelder gesticht in de Hofkerk. Een enorm portaal van zo'n vier meter hoogte siert de toegangsdeuren tot de ruimte waar Johan Ripperda, broer van de initiatiefnemer voor de slag om Goor, ligt begraven. Maar het meest veelzeggende is misschien wel het feit dat er in de latijnse tekst onder het wapen met geen woord wordt gerept over Eggerik Ripperda, die door Willem van Oranje is benoemd tot zijn plaatsvervanger in Overijssel.
De letterlijke tekst boven de toegangsdeuren luidt: Den allerhoogsten God en der onvergetelijke nagedachtenis gewijd aan den zeer edelen en grootmoedigen Unico Ripperda, drost van Twente, wiens overoude voorzaten voor vele eeuwen vermogend door aanzien en rijkdommen leefden in Vriesland tussen Lavica en Amissen. Eggerius heer van Wijtwardin en Dijkhuizen was de eerste die zich naar Overijssel begaf in 1520 en is daar getrouwd met Aleide van Beekhorst, freule van Buxbergen. Hun zoon Unico, drost van Salland, kreeg in huwelijk Judith van Twickel, feule van Weldam en Borculo. Hun spruit Johannes nam zich tot vrouw Anna van Vermondt en Odink wier zoon Unico zich in den echt begaf met Anna de Vos van Steenwijk. Uit deze is gesproten Johannes, drost van Twente die trouwde met Sophia van Raesveldt en Twickelo. Uit de voorzaten en dezen vader en moeder is gesproten Unico Ripperda, enige zoon die na zich door uitstekende bedrijven en schitterende verdiensten in het gemenebest een hogen en onsterfelijken roem te hebben verworven, kinderloos zijne ziel aan God zijn en Schepper heeft weergegeven in den ouderdom van 63 jaren op de 22 april der jare 1709 na Christus onze zaligmaker. Zijne bedroefde vrouw de edele Margaretha van Ripperda, freule van Wijtwardin heeft dit gedenkteken gesticht ter onvergankelijke gedachtenis van haren onvergetenlijken en verdienstelijken echtenoot die hier de opstanding verbeidt.
De grafkelder is op woensdagmiddag 5 juli speciaal geopend voor de deelnemers aan de prijsvraag van De Twentsche Courant Tubantia. Zij krijgen eenmalig de gelegenheid de Hofkerk en de grafkelder van de familie Ripperda te bezoeken. De deuren van de grafkelder gaan daarna weer op slot. Aan toezichthouders kunnen vragen worden gesteld.
|