Stad Delden moet zich ook verdedigen tegen jonker Nicolaas van Bevervoorde tot Oldemeule en ritmeester Herman Ripperda, holtrichter van de grote boermarke Delden en Woolde. Ripperda uit Boekelo en Bevervoorde uit Oele maken het de Spanjaarden in Twente heel lastig. Reden waarom het bestuur van Stad Delden de hulp inroept van de Spaanse stadhouder Berlaymont.
|
De familie Bevervoorde woonde op de Oldenmeule in Oele. De fundering bij de Oldenmeule van het bouwhuis is al dertig bij acht meter groot. |
In 1573 sticht Tassis samen met overste Don Fernando de Torres Vedras een vicarie in de Sint Blasiuskerk, de Oude Kerk. De vicarie is opgedragen aan de inwoners van Delden en aan de Spaanse soldaten die er zijn gelegerd. |
De schepenen, burgemeesters en burgers van Stad Delden roepen stadhouder Gilles van Berlaymont, heer van Hierges, om hulp op 18 oktober 1574. Holtrichter van de grote boermarke van Delden, ritmeester Herman Ripperda, bedreigt de inwoners van Stad Delden, blijkt uit een brief die zich nog in het archief bevindt van de stad. |
Officier Steinbach? uit Baden schrijft zijn broer in 1575 vanuit Delden dat zijn soldaten al twee jaar geen salaris hebben ontvangen. Zijn mannen plunderen boeren in Gelderland. |
Spaanse soldaten verlaten onze streek in november 1576 door pacificatie van Gent. De ridderschap en steden benoemen de katholiek George van Lalaing, graaf Rennenberg in 1578 tot stadhouder. Rennenberg neemt Deventer in met hulp van Sonoy en Van der Kornput. Ook legerleider Von Hohenlohe is bij de belegering van Deventer. 2300 aanvallende soldaten tegenover 900 verdedigers. In december geeft Deventer zich na drie maanden over. De ongeveer 600 overlevenden gaan bij Borken de grens over. |
Voor Twente breken in de lente van 1579 woelige tijden aan. Afgedankte Staatse soldaten plunderen boerderijen. Boeren die alles verliezen noemen zich desperado's en gaan de bendes te lijf. De vestingsstad Oldenzaal wisselt enkele keren van bezetting. Dan weer Spaans, dan weer staats. |
Boeren weren zich tegen plunderende soldaten. De rollen zijn omgedraaid. Een dergelijk paneel is zeldzaam. Boer gaat soldaat met bijl te lijf. |
De chaos ontstaat mede doordat de ridderschap en steden van Overijssel de Unie van Utrecht niet ondertekenen maar slechts adhesie getuigen. Waarschijnlijk gebeurt dat uit angst voor het Spaanse garnizoen in de vestingstad Oldenzaal. Boeren bewapenen zich tegen plunderende troepen. Van Hohenlohe verslaat deze desperado's in twee slagen bij het klooster Sion bij Doetinchem en bij Boxbergen tussen Deventer en Raalte op 12 januari 1580. Honderden komen om. Van Hohenlohe krijgt van de provincie geld om te vertrekken. |
Tassis slaat met zijn garnizoen op de vlucht wanneer overste Steinbach en ritmeester Herman Ripperda uit Boekelo, met 1000 voetknechten, 300 ruiters in 1579 Delden naderen. Een deel van het leger overwintert in Delden. De opstandelingen krijgen de overhand in Twente. Overste Steinbach of Steenbach bezet Ootmarsum met zijn regiment en blijft ruim vijf maanden in de commanderie. |