Een Zantschuijt met sijn toebehoren, waerdigh omtrent een somme
van tseventigh guldens
Jan
Tetroode kan deze schuit hebben gebruikt om als marktschipper boter,
kaas, eieren en groenten naar de Leidse en Rotterdamse markten te brengen.
Hij bezit de schuit nog geen twee jaar toen hij op 29 juni 1699 het
beschermde ambt van marktschipper verkrijgt.
Acte voor Jan Pieters Tettro, als marcktschipper op Leyden
en Rotterdam in dato 29 juni 1699. Zie: (2)
Sijne Maj. t van Groot-Brittagne nodighachtende, dat tot dienst, en
commiditeyt vande resp. In, en Opgezetenen sijner Dorpe, ende heerlijckt
van Wateringe opgerecht werde, een gereguleert Veer vande voorz. Heerlijckheyt
op Leyden, en Rotterdam, ende ten dien eijnde een of meer schippers
aen te stellen heeft mits 't goet rapport aen hem gedaen van den persoon
van Jan Pieters Tettro denselven gestelt, en gecommitteert, stelt ende
committeerde hem bij desen tot marcktschipper vande voorz. Sijner Dorpe
ende Heerlijckheijt van Wateringe, op de gemene Steden van Leyden en
Rotterdam, mits dat hij sigh in die functie getrouwelijck sal hebben
te acquiteren, ende Onze Ingesetenen en anderen naer behooren te dienen.
Lastende allen ende eener ijegelijcken die 't selve soude mogen aengaen
den supplnt,
voor schipper van Wateringen op Leyden en Rotterdam voorz. 't Erkennen,
ende hem 't selve Veer rust, ende vredelijck te laten bevaren, sodanig
en indiervoegen als bij sijnen predecesseur en den voorz. Tettro tot
nu toe is geschiet voor welcke gunste denselven gehouden sal sijn, aenden
rentmr. van Onse Domeinen van Wateringe te betaelen, die daer van 't
onsen behoeve in rekening sal hebben te verantwoorden de somma van vijf
en twintigh gulden eens.
Actum op 't Loo den 29 juni 1699.
1) de akte is uitvoeriger opgenomen in
de genealogie Tettero(o), een Westlandse tak van ca. 1600-1900, 1983,
door W.C. Tettero en Joh. H.J. Tettero, aanwezig in het CB v G. in Den
Haag.
2) NAA ZH Archief Nassause Domeinraad
(1581-1811) 1.08.11 inventaris 611 blad 177 vo.
Noot
Op 25 mei 1728 krijgt Pieter Jansz. Tetroode dit ambt. Op 18
juli 1751 gaat het ambt over op Jan Pietersz. Tettero en op 22
februari 1763 Marijtje Floris weduwe van hem en op 27 november 1763
Cornelia Westermeer vrouw van Pieter Jansz. Tetrode.
H.C. Vroon schilderde in 1615 de plek waar schepen
uit Haarlem bij Amsterdam afmeerden. Pas later, 1631-1632, is
de trekvaart, de eerste trekvaart in Holland, tussen
beide plaatsen gegraven.
De trekvaarten
De snelweg van de Gouden Eeuw
De groeiende handel in Holland vroeg om een nieuwe, betrouwbaar vervoerssysteem.
De lage landen hadden veel water. Maar de meren, zoals het IJ en het
Haarlemmermeer, waren bij harde wind onveilig. Kanalen, of beter gezegd,
trekvaarten, waren veel veiliger.