Henk
Tetteroo in de omgeving die hij lief heeft, het landelijk gebied.
'Met cultureel waardevolle dingen moet je zorgvuldig omgaan'.
DELFT/ZOETERMEER | Laat bij Henk Tetteroo
het woord streektaal vallen en je bent prompt verzekerd van 'alebessenpraat'.
De leraar Nederlands aan het Mondriaancollege in Delft is al jaren
verzot op uitdrukkingen die verwantschap vertonen met het gebied waar
het woont en werkt (Delft), waar hij is opgegroeid en veel familie
heeft (het Westland) en het gebied waar hij jaren in het onderwijs
heeft gewerkt (Zoetermeer en omgeving).
Waar de 51-jarige leerkracht ook komt,
steevast zijn de oren gespitst: er kan altijd weer een woord of uitdrukking
opduiken. Zo kwam Henk ook aan 'alebessenpraat', dat zoveel betekent
als 'een gezellig praatje'.
Boekje
De verzamelwoede van de Delftenaar is bij velen al langer bekend.
Na een populaire rubriek Kreen en Gruizig in de Delftsche en Westlandsche
Courant verscheen een boekje van zijn hand met dezelfde titel, waarvan
inmiddels ruim 2200 exemplaren zijn verkocht. Tetteroo gaf bovendien
talloze lezingen over de materie. Op de krant, op het boekje en tijdens
de lezingen kwam vervolgens weer zoveel materiaal op hem af dat hij
besloot tot een vervolg. "Eigenlijk is geen enkele aflevering van
zo'n serie een eindproduct. Er komt vaak van een lezer of iemand in
je omgeving een reactie. Dat maakt het zo levendig. Ik krijg soms
hele woordenlijsten van mensen die bang zijn dat zulke woorden straks
zullen verdwijnen als ze er niet meer zijn."
Twee jaar geleden kwam via een wedstrijd
met woorden als 'krukkeblaaien' tot uiting dat vele lezers zich nog
wel degelijk de aloude begrippen konden heugen. Veel inzenders zaten
op het goede spoor, ondanks het feit dat geen enkel woord in de prijsvraag
kon worden opgezocht in welk woordenboek dan ook.
Boterdorp
Aantekeningen Tetteroo breidt dit keer zijn 'oogstterrein' uit naar
het oosten. Achttien jaar stond hij voor de klas op een middelbare
school in Zoetermeer. In die periode maakte hij talloze aantekeningen,
niet alleen van woorden die hij her en der opving, maar ook van termen,
die als gewoon algemeen beschaafd Nederlands in opstellen waren verwerkt.
"Het aardige is dat je veel overeenkomsten ziet tussen de verschillende
woongebieden. De talen verschillen - over het geheel gesproken - niet
eens zoveel. Vergeet niet dat het boterdorp Zoetermeer natuurlijk
ook al erg oud is."
Tetteroo koos bewust voor een andere
titel bij zijn nieuwe reeks, die ettelijke maanden zal doorlopen en
hopelijk mede wordt verlevendigd door reacties van lezers. "Wonen
in woorden", moet volgens hem aangeven dat de waarde van het wonen
in een onder druk staand gebied moet worden verdedigd, in combinatie
met de streektaal die ook nogal eens wordt bedreigd.
Beschermen
"Met zo'n rubriek hoop ik een beetje de cultuur van deze omgeving
te beschermen. Er is ruim genoeg materiaal voor 20, 25 afleveringen.
En wat zo aardig is: op de meest onverwachte ogenblikken kan je je
woordenschat weer uitbreiden." Soms staat hij in de rij in een supermarkt
en stuit hij op een geheel nieuwe kreet. Het notitieblokje wordt dan
trouw aangevuld, compleet met de 'vindplaats'.
"Kijk, een schilderij of een beeld,
dat kan je bewaren, kan zelfs op een zolder uit beeld raken, maar
woorden, begrippen, die kunnen net zo snel ontstaan als verdwijnen.
Ik merk dat vooral oudere mensen wel eens bevreesd zijn dat hun taal
uitsterft. Dus iemand moet het in ieder geval op papier zetten en
natuurlijk het liefst voorzien van een uitleg en van enig verband
met de geschiedenis of de directe omgeving."
Taalherder
De taalherder gaat bij opmerkelijke tips niet over een nacht ijs.
"Nee, het is niet zo dat ik direct iets vastleg als er iemand een
seintje geeft. Je moet dat toch altijd toetsen, of via een archief
of bij een aantal anderen in die omgeving. Een woord wordt niet zomaar
aan de grote hoop toegevoegd." In elk geval zal Tetteroo straks, als
de serie is gecompleteerd en hij wellicht weer een boekje aan zijn
oeuvre toevoegt, 'zo groos zijn als een bezem', dat staat wel vast.
Een 'enkeling' zou zeggen dat hij dan
zo trots is als een pauw. "De volkscreativiteit blijft me verbazen.
In dat geval van die bezem is niet meer na te gaan waar die bezem
ineens vandaan kwam. Dat ontstaat en korte tijd later gebruikt iedereen
dat." Tetteroo werkt de komende maanden verder aan de serie, de uitdrukking
'het is mok in de bieten' (het is drukkend warm) zal nog wel even
achterwege blijven.