Tachtigjarige Oorlog kende
|
Een nieuwe stap volgt twee jaar later. De gewesten besluiten Filips II niet langer als hun vorst te erkennen. Daartoe geven de Staten-Generaal in 1581 het Plakkaat van Verlatinge uit. Ook Friesland, Overijssel, Mechelen, Vlaanderen en Brabant doen dan mee. Een vorst is er voor zijn volk en niet omgekeerd, luidt het voor die tijd opmerkelijke besluit. Er is sprake van een zelfstandige statenbond, die later de Republiek der (zeven) Verenigde Nederlanden heet. Andere kijk Als reactie daarop zendt Filips II de hertog van Alva als nieuwe landvoogd en die poogt met ijzeren vuist het gezag van de vorst te herstellen. Ketters worden hevig vervolgd, nieuwe, zware belastingen worden opgelegd. Onder leiding van Willem van Oranje komt het in 1568 tot militaire botsingen: het jaar dat als traditioneel begin van de Tachtigjarige Oorlog wordt gezien. Voor die strijd worden ook uitdrukkingen als de Opstand en de Hollandse revolutie genoemd. De Graaf gebruikt ze alle drie. Militair verloop Religieus conflict Het is jammer, maar vanwege het ruimtebeslag wel begrijpelijk, dat De Graaf de strijd op het water buiten beschouwing laat. Vooral daar ligt in belangrijke mate het Zeeuwse aandeel. Belangrijk voor de strijd van de Geuzen is de inname van Den Briel door Lumey en Blois van Treslong op 1 april 1572. Kort daarop sluiten Zeeuwse steden als Vlissingen, Arnemuiden en Veere zich bij de Opstand aan. De sneeuwbal gaat rollen. Zoetelaars Of de beschrijving van de kans om dodelijk gewond te raken, aan de hand van notities van militair Splinter Helmich. In Arnemuiden worden hem in 1572 de pluimen van het hoofd geschoten, in Tholen stuit een hellebaard op zijn wapenuitrusting af, bij een poging Zierikzee te ontzetten vliegen kogels door zijn wijde broek. Splinter ontsnapt steeds aan de dood. Pas in 1589 overlijdt hij in Arnhem aan de gevolgen van een nekschot. Bloedig is Williams verslag over de aanval van landvoogd Parma op Sluis, zomer 1587. Op 1 dag zorgen 38 vuurmonden voor 8000 inslagen in de stad en daarna volgen vijf stormlopen, die in man-tegen-man gevechten moeten worden afgeweerd. 'We streden dagelijks met lansen, korte steekwapens en stenen, plus onze geweren.' Van de 1600 militairen komen er 700 levend de stad uit. Hospitalen Bolletjesslikkers worden gebruikt voor het overbrengen van berichten: een soldatenvrouw uit Maastricht wordt door Staatse troepen aangehouden en ze bekent twee koperen doosjes te hebben ingeslikt. De apotheker maakte enige pillen klaar, die hij haar 's avonds liet innemen. De werking was zo krachtig dat beide doosjes 's morgens in haar kamer lagen. Toen ze waren geopend, bleek uit de mededeling dat ze de stad niet langer konden houden.' Rinus Antonisse Ronald de Graaf: Oorlog, mijn arme schapen. Een andere kijk op de Tachtigjarige Oorlog, 1565-1648 - Uitgeverij Van Wijnen, Franeker, prijs 69,50. 11-01-2005 |