Wandeling
Tetterode
Over
het landgoed van de
`Markiezin
van Carabas`
1828-1912
`Bloemendaal en Overveen zijn de
lusthof van den uitgaanden populairen Amsterdammer`, schrijft Jan Feith
in in het vooroorlogse plaatjesalbum `Zwerftochten door ons land; Noord
Holland`. Hij is lyrisch na een bezoek aan het gebied Tetterode dat langzamerhand
Overveen is gaan heten.
Hij vervolgt: `Dat zijn de dagjesmenschen,
die in oude tijden hier aanzwermden per Jan Plezier en nu nog per fiets,
per trein en per motorwiel. De vurige minnaar van Kraantje Lek en het Brouwerskolkje.`
`De tijden veranderen en tegenwoordig
gaan die vaste tradities er lichtelijk uit. Of Kennemerland er rouwig om
is?` En nog steeds vinden
toeristen rust in de fraaie natuurgebieden als Elswout, de Koningsberg
en de Waterberg in het voormalige Tetterode. Stap uit de trein aan de Tetterodestraat
in Overveen tussen Haarlem en Zandvoort. Je weet niet wat je mist! |
|
De Brouwerskolkje
met de theeschenkerij, uitspanning Kraantje
Lek met de duintop de Blinkert en natuurreservaat Middenduin van Staatsbosbeheer. |
|
El Dorado
De Middenduin van Staatsbosbeheer
ligt verscholen achter hoge duinen en is van de weg af nauwelijks te zien.
In dit fraaie natuurgebied ligt een brede vaart en een natte vallei.
(nr 9 op het kaartje). |
De vallei is omgeven door zwaar
beboste duinen met enkele Hans-en-Grietje-huisjes op de achtergrond.
De vrij onopvallende toegang tot
dit el dorado ligt rechts van de oprijlaan naar huize Duinlust (nr 8),
waar ooit `de markiezin van Carabas` resideerde. |
|
Acht kilometer ofwel twee uur. De
route is gemarkeerd met paaltjes - wit-rood vanaf station en geel in Middenduin
van Staatsbosbeheer.
Op het perron van het NS aan de Tetterodeweg
(nr 1) ziet u aan de oostzijde rechts een geheimzinning duintrappetje met
een hek. Dat hek is een restant van een bijzonder privilege van deftige
bewoners van het hierachter gelegen landhuis Belvédère (nr
2). om direct op de trein te stappen. In 1881 is dit `recht` bedongen bij
de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Zandvoort.
Links: Kaartje van Overveen in de
gemeente Bloemendaal (bron: ANWB) |
|
De Markiezin van Carabas
F. van Lennep noemde de bewoonster
van Huize Duinlust (nr 8/zie foto bovenaan) de markiezin van Carabas. Haar
echte naam was Anna van der Vliet-Borski (1828-1912). Ze is telg uit een
Amsterdams geslacht van geldmagnaten. Haar grootvader, Willem Borski 1
kocht onder het motto `grondbezit is macht` in 1805 het landgoed Elswout.
Later voegde hij Middentuin toe
aan zijn bezit. Zijn weduwe en zijn zoon Willem 2 kochten in 1828 Duinlust,
Vaart & Duin (nr 12) in 1838 en Belvédère in 1863. Erfgename
Anna kreeg als een `markiezin van Carabas` dit uitgestrekte bezit in haar
schoot geworpen. |
Grenssteen
Het nieuwe smeedijzeren hek met davidster
(nr 3) maakt duidelijk dat dit verstilde begraafplaasje met een joodse
is: aangelegd in 1797 door de `Neie Kille`, een verlichte en vrijzinnige
afsplitsing van de oude Hoogduitse joodse gemeente in Amsterdam. |
Op de tuinhoek van theeschenkerij
Het Brouwerskolkje ligt rechts een fraai grenssteen
met de inscriptie `B.Gilt` een afkorting voor Brouwersgilde. |
|
Op 24 juni 1910 verstuurt een onbekende man of vrouw deze briefkaart met een postzegel van één cent vanuit Bloemendaal naar mejuffrouw Ch. Hoek,
50 Voustraat (?) in Brielle. Op de kaart is duidelijk de brug voor de spoorlijn Haarlem (Overveen) - Zandvoort te zien. De Zanderij(vaart) maakt hier een knik, zoals op kaartje hierboven duidelijk is te zien.
Dat liet in de vroege 17e eeuw de
gelijknamige kolk (nr 4) hier beneden graven om ter vervanging van het
vervuilde Spaarnewater schoon duinwater met waterschuiten naar Haarlem
te vervoeren via een daartoe verbrede duinbeek, de latere Brouwersvaart
(nr 5). |
In de kolk lagen schuiten
waarin het duinzand uit vletjes van de `zanderij` van het naburige landgoed
Elswout werd overgeladen. Rond 1850 is de vanuit Elswout kronkelende Marselisvaart
(nr 6), genoemd naar Gabriel
Marselis, in rechte lijn doorgetrokken om de hoge duinen `af te zanden`.
(Na de vaart over te zijn gestoken, onmiddellijk rechts afslaan. Hier begint
landgoed Middenduin van Staatsbosbeheer.)
Een intieme vallei (nr 7) loopt u
binnen, ontstaat met graslanden, steile beboste hellingen en romantisch
ogende dienstwoningen uit de jaren 1880. Dit gebied hoort bij Huize Duinlust
(br 8). Na de spoorbrug (Zandvoort - Overveen) verbreedt de zanderij (nr
9) zich spectaculair. Krokussen en hyacinten pronken in het groen van het
voorjaar. Staasbosbeheer spoelt het gif uit de bollengrond door met dammetjes
het duinwater langer vast te houden. Het gevolg is dat er steeds meer planten
bloeien, zoals stinzenplanten (betekent in het oud-fries landhuisplanten).
De afgelopen vijftien jaar is het aantal soorten spectaculair toegenomen
van 26 tot 61. (bron: Staatsbosbeheer). |
Recht voor ons staat het voormalige
boswachtershuis met z`n puntdaken en links daarachter, verscholen in het
geboomte staat de oude boerderij Middenduin (nr 10) restant van een letterlijk
verzand experiment in de historie van de vaderlandse duinontginning uit
de periode 1795 - 1806 (Franse bezetting). Op de Kemperberg (nr 11) probeert
Staatsbosbeheer het duinlandschap terug te krijgen. |
|
Kraantje Lek, duinbron aan
de voet van de Blinkert
En-voor 't geval dat uw al te star liberalismus de ge-
tuigenis wraakt van 't retrogressistisch-kruipend
gild der straatmakers - vraag 't eens aan de Haarlemmer
duinen, aan Kraantje Lek of de Brouwerskolk. Bespied
daar, liefst op 'n Zondag, de Amsterdammers die 't ge-
luk hebben zich maar eenmaal 's jaars te vermaken-
wie altyd plezier kan hebben, heeft het nooit - en zeg
my of er in die zucht om te klauteren iets ligt dat naar
verheven excelsior heenwyst? Misschien zegt ge ja,
maar ik geloof er niets van.' |
In draf door de duinen
Al in 1944 schreef de bekende natuurliefhebber Jac. P. Thijsse een nota over het beschermen van het duingebied ?tusschen den Zandvoortschen Straatweg en het Noordzeekanaal?. Tegenwoordig liggen de Hollandse duinen voor veel Hollandse zonaanbidders alleen maar in de weg. Naar hun doel: het strand. Wandelaars en fietsers kennen de schoonheid wel en zijn er het gehele jaar door te vinden. Wie eens wat anders wil kan per paard de duinen verkennen. Oftewel rijden op plekken waar je anders niet kan of mag komen. De kalkrijke duinen van Zuid-Kennemerland staan bekend als het meest gevarieerde duinlandschap van Nederland. Met levende stuifduinen, mystieke eikenbossen, meertjes met kraakhelder water en schier eindeloze vergezichten. En natuurlijk is de aloude rol van de duinen overal te zien. Maar hoe kan dat mulle zand een natuurlijke dam tegen het wassende water vormen? Wie goed kijkt ziet Moeder Natuurs complexe samenwerking tussen bomen, planten en dieren. Waarbij de mens mag toekijken.
Dieren spotten
Victor, mijn paard, verruilt met graagte zijn stal voor het open veld. Het paadje is niet breder dan twintig centimeter en slingert zich tussen de struiken door. Ik hoef me geen zorgen te maken over welke richting we op moeten. Mijn trouwe viervoeter kent het pad door en door. In het park liggen talloze ruiterroutes, in totaal meer dan vijftig kilometer. Het maakt niet uit welke route je neemt, de diversiteit van het gebied is erg groot. Naast ons landt een buizerd in een den. We mogen opvallend dichtbij komen. Andere dieren die je pad kunnen kruisen zijn vos, ree, damhert of konijn. De kans deze te spotten is het grootst in de ochtend of de schemering.
In het bezoekerscentrum is te zien dat bomen met hun wortels in het park natuurlijke zandvasthouders vormen, net als de vele planten en struiken. Ik begrijp ineens waarom mijn paard zo graag met mij op stap wilde. Hij proeft zo?n beetje elke plant of graspol en toont en passant aan dat de meeste struiken hun werk extreem goed doen. Bijna nooit rukt hij de plant los, zijn buit bestaat enkel uit wat sappige blaadjes.
Mijn uitzicht verandert continu. Het strand is langgerekt en rustig. Ideaal voor een stevige spurt door de branding. De wind is heer en meester in de zeereep, oftewel de eerste duinenrij achter het strand. Daarachter bevinden zich (bijna on-Nederlandse) vochtige duinvalleien met duindoorn, dauwbraam, ligusters en vlier. Overal waar ik kijk zie ik bessen aan de struiken; dit moet een vogelwalhalla zijn. De struiken gaan langzaam op in bossen, waar de schaduw voor koelte en een minder uitbundige vegetatie zorgt.
Bron: TCTubantia.nl
|
|