Home
Geertgen tot Sint-Jans
Grondlegger Noord-Nederlandse schilderkunst

Gerard van Tetterode schonk rond 1300 een grote lap
grond middenin Haarlem voor de bouw van een
Johannieterklooster. De kapel bij het klooster
werd de oudste nog bestaande kerk van de stad.
Geertgen tot Sint-Jans, de grondlegger van de
Noord-Nederlandse schilderskunst, leefde en werkte
er jarenlang voor de Commanderij van Sint Jan.
De Middeleeuwse schilder Geertgen tot Sint Jan is de eerste beroemde schilder uit Haarlem. Er zijn zo'n 15 schilderijen aan hem toegeschreven. Van twee is zeker dat ze van Geertgens hand zijn. Deze twee fungeerden als toetssteen voor de toeschrijving van De Heilige Maagschap (schilderij rechts; rijksmuseum Amsterdam). Na nauwkeurige vergelijking van stijl, techniek en materiaal bestaat nu geen twijfel meer over de toeschrijving aan Geertgen tot Sint Jans, een van Hollands grootste meesters uit de Middeleeuwen.

Geertgen tot Sint-Jans is geboren in Leiden rond 1460/65 en zou zo`n 28 jaar later in Haarlem sterven. Hij was een lekenbroeder in het klooster van Sint Jan. Volgens de 17e eeuwse schilder Karel van Mander is hij jong gestorven. Hij werd beïnvloed door Rogier van der Weyden en Hugo van der Goes.

De Heilige Maagschap, (maag = bloedverwant) van Geertgen tot Sint Jans, is een van de bekendste werken van de verzameling middeleeuwse kunst van het Rijksmuseum in Amsterdam. In 1983 werd het schilderij naar het restauratieatelier gebracht omdat de conditie zeer snel achteruit ging. Pas op 3 februari 2001 is het schilderij teruggekeerd naar de zalen van het museum. 

De Heilige Maagschap van Geertgen tot Sint Jans
De eerste restaurator, Luitsen Kuiper, voormalig hoofd van het atelier, stierf voor dat hij zijn werk kon voltooien. 

De Sint Jan ligt iets ten noorden van de St Bavo

De voorstelling
Het thema van dit schilderij (rechtsboven), De Heilige Maagschap, gaat over de familieverwantschappen van de Heilige Anna. Het vindt zijn bron in niet-bijbelse geschriften. Weliswaar speelt een aantal personen van de negentien die zijn afgebeeld een rol in de bijbel, maar ze komen er niet in voor zoals ze hier zijn gesitueerd. Deze verheerlijking van het Christendom én het frivole bedenksel dat de heilige Anna drie huwelijken heeft gehad was in de 15de eeuw mogelijk, ja zelfs gebruikelijk.

Volgens het populaire verhaal is Anna drie maal getrouwd geweest. Uit elk huwelijk werd een dochter geboren: Maria, moeder van Jezus; Maria Cleophas, moeder van drie apostelen en Maria Salome, moeder van twee apostelen. Deze vrouwen staan allemaal met hun echtgenoten en zonen afgebeeld op dit schilderij.

Rechts vooraan zit Elisabeth, de nicht van Maria met haar zoon, Johannes de Doper, op schoot. De prominente plaats van Johannes is wellicht te verklaren door het feit dat Geertgen in het Sint Jans klooster woonde.

De schilder
Het schilderij (paneel, 137,5 x 105) werd al in 1808 voor het museum verworven op een veiling, toen nog als Hubert en Jan van Eyck. Later werd dit werk aan Geertgen tot Sint Jans toegeschreven. Deze mysterieuze schilder werd vermoedelijk in Leiden geboren en stierf in Haarlem. Zijn leermeester is waarschijnlijk Albert van Ouwater geweest.


Volgens zijn biograaf Karel van Mander stierf Geertgen op 28-jarige leeftijd en werd hij begraven in het Sint Jansklooster. In totaal zijn er maar twaalf werken van zijn hand bekend. Vanwege de hoge kwaliteit van deze schilderijen wordt hij beschouwd als de grondlegger van de Noord-Nederlandse schilderkunst. De afgebeelde personen vormen de familie van Anna, de moeder van Maria en tonen dus de familierelaties van Christus. Volgens niet-bijbelse geschriften zou Anna drie keer getrouwd zijn geweest. Haar echtgenoten, kinderen en kleinkinderen zijn op het schilderij bijeen gebracht en vormen met elkaar een omvangrijke familie. Anna zit links op het schilderij, met naast haar Maria met het Christuskind op schoot.

Daar achter staan hun echtgenoten: Joachim en Jozef. Achterin het kerkgebouw, bij het altaar staan de twee andere echtgenoten van Anna: Cleophas, met wie ze trouwde na het overlijden van Joachim, en Salomas die haar echtgenoot werd nadat ze voor de tweede keer weduwe was geworden. Ook uit deze huwelijken werden dochters geboren: Maria Cleophas en Maria Salome - hun mannen staan ook bij het altaar. Deze Maria's staan rechts op het schilderij, áchter Elisabeth met de kleine Johannes de Doper op schoot. 

Geertgen tot Sint-Jans schilderde ook Nachtelijke Geboorte (rechts; National Gallery Londen) tussen 1480 en 1485.

Heel opvallend in dit werk is het clair-obscur (dramatisch gebruik van licht - donker contrasten). Dit is zeer vernieuwend. Pas in de 17de eeuw wordt dit stijlelement door Caravaggio, Rubens en Rembrandt systematisch gebruikt om dramatiek te suggereren.
De verbranding van de beenderen van Johannes de doper

Het licht heeft een mystieke dimensie: de figuren worden belicht door de gloed van het goddelijk licht dat het Christuskind uitstraalt.
De engel links verdwijnt achter de lijst. Dit geeft de suggestie van het schilderij als venster op de werkelijkheid. De engel gezien op de rug leidt de toeschouwer in het schilderij.
Zie ook rijksmuseum Amsterdam
De oude toegangsdeur van de Sint Janskerk