De boeren
in Kennemerland en West-Friesland zijn wanhopig. Ze willen de macht
overnemen. Kaas en brood staat op hun banieren.
In Alkmaar
slaan zij het huis van schout (rechter en baas van de politie) Claes Corf
kort en klein. 3000 mensen marcheren verder naar Haarlem en nemen het stadhuis
in. Ze doden raadsleden en de gehate schout Klaas (Claes) van
Ruyven hakken zij in stukken. In een mand leveren zij de stoffelijke resten
af bij zijn weduwe, zo wil het verhaal.
Stadhouder Jan van Egmont voelt zich
niet sterk genoeg om de opstand neer te slaan. Hij doet wat vage beloften,
maar die halen niets uit.
De opstandelingen krijgen in 1492
steun van de steden, waardoor de beweging van karakter verandert. De mensen
zijn nog ontevreden en doen nu een aanval op Leiden.
Jan van Egmonts opvolger, Albrecht
van Saksen, slaat de opstand daar vrij gemakkelijk neer. Zware boetes worden
opgelegd. Als straf is Alkmaar ontmanteld en Haarlem en Hoorn krijgen elk
een garnizoen.
bron foto: Stadsarchief Mechelen |