Oorlogscorrespondent
Kees Tettero
Veeverloskundige
noteert alles over de Tweede Wereldoorlog voor zijn broer
Haagsche Courant
7 mei 2005
Een Schat op
zolder
door
Henk de Kat
Zestig jaar na de
bevrijding is in het Zuid-Hollandse Schipluiden een schat aan informatie
en foto's over de Tweede Wereldoorlog opgedoken. Een jongen van 14 jaar
begon in 1936 aan een dagboek dat lang 'weg was' en nu een uniek tijdsdocument
blijkt.
Iedereen
vraagt ons de afgelopen dagen: hoe is het toch mógelijk dat jullie deze
informatie niet eerder hebben ontdekt...? " Gemma van Winden, dochter
van oud-veeverloskundige Kees Tetteroo (1922-2001), kan zich de verbazing
van buitenstaanders heel goed voorstellen.
"Als kinderen
hebben we die dagboeken wel zien staan in de kamerkast, realiseer ik
me nu. Maar op jonge leeftijd hadden we er kennelijk geen belangstelling
voor. In de jaren zestig zijn ze vervolgens in dozen gedaan en op een
vliering beland. Met het oog op de herdenkingsdagen van dit jaar zocht
ik naar aantekeningen van m'n vader en toen ontdekte ik wat dit eigenlijk
voor een historische schat is..." .
|
|
|
De opwinding
is groot bij de familie Tetteroo. Het is pas twee weken geleden dat
de dagboeken zijn hervonden, plus daarbij een doos met oorlogsfoto's
die zijn gemaakt in tal van Zuid-Hollandse gemeenten. Alleen al die
foto's zijn volgens beeldmateriaalexpert S. Schillemans van het stadsarchief
in Delft 'absoluut uniek' en 'echt heel bijzonder'.
"Enkele
foto's zijn al wel eens door mijn vader afgestaan voor oorlogsexposities
in het gemeentemuseum van Schipluiden", weet Gemma van Winden. "Ook
herken ik dat hij al eens een fragment uit zijn dagboeken beschikbaar
heeft gesteld voor een boekje over de oorlogsgeschiedenis van ons dorp.
Hij heeft ook wel lezingen daarover gegeven. Maar nú pas beseffen we
waar al zijn gegevens vandaan kwamen. Het is echt een schat aan materiaal.
Wij als kinderen hebben het nog lang niet allemaal kunnen doornemen.
Nog elke dag komen we nieuwe feiten tegen."
Missionaris
Het is 1936 als de dan 14-jarige Kees Tetteroo uit Schipluiden het verzoek
krijgt om een dagboek te gaan schrijven. De vraag komt van broer Tom,
een uur voordat die als missionaris naar Nieuw Guinea vertrekt. "Dan
kan ik bij terugkomst lezen wat er allemaal is gebeurd", zegt deze heerbroer.
Niemand
kan dan vermoeden hoe waardevol de documentatie zal worden die Kees
vanaf dat moment gaat bijhouden. Hoewel: de jongeman in Schipluiden
onderkent in 1938 al scherp de oorlogsdreiging die opdoemt in het oosten.
Begin mei 1940 wordt dat realiteit, als vliegtuigen overdreunen. In
een schoolschriftje noteert Kees wat hij allemaal ziet en hoort. Hij
zit er meteen al middenin, want in het naburige gehucht 't Woudt maakt
na de eerste vliegtuigengolf een Junker een te harde landing. Prompt
lopen er Duitse soldaten rond die de bakkerswagen vorderen en de weg
vragen naar vliegveld Ypenburg.
De jeugdige
veeverloskundige (hij volgt zijn vader in dat beroep op) ontpopt zich
in zijn aantekeningen als een heldere denker, een nuchtere plattelander
met een flinke scheut humor en als een jongeman die aartsnieuwsgierig
is. En: voor de duvel en de Duitser niet bang. "Hij stapte overal op
af", weten de kinderen. "Hij was geen druktemaker, op een bepaalde manier
heel bescheiden, maar hij wilde gewoon wel graag overal bij zijn."
Als kind
al was Kees gefascineerd door vliegtuigen. "Hij kende elk type uit z'n
hoofd." Bovendien fotografeerde hij graag. In de oorlogsjaren verenigen
al die karaktereigenschappen en interesses zich. De dagboeken groeien
uit tot een ware kroniek, uiterst secuur bijgehouden.
Motor
Onverschrokken trekt de jonge Tetteroo door het zuidwesten van Zuid-Holland
op zijn motor, waarvoor hij vanwege zijn beroep een Duits doorlaatbewijs
krijgt. Onder zijn motorjas verbergt hij een camera. Kort na het bombardement
van Rotterdam legt hij in die stad de puinhopen vast.
Als hij
hoort dat ergens een vliegtuig is neergestort, gaat hij er meteen op
af. Een kenmerkend staaltje: op de Zouteveenseweg in Schipluiden komt
in 1944 een aangeschoten Engelse jager neer. Het toestel raakt een hooiberg,
waarbij een vleugel afbreekt die een boerenknecht doodt. Als Kees op
zijn fiets arriveert, staat een Duitse bewaker bij de Spitfire, maar
ook een pastoor. Tetteroo vraagt de eerwaarde om de schildwacht achter
de hooiberg aan de praat te houden. Zelf duikt hij dan het toestel in
om er radio-onderdelen uit te halen. In zijn dagboek vertelt hij daarover
zonder enige poeha, met een precieze tekening erbij van de situatie.
In zijn
notities rijst een compleet beeld op van het dagelijks leven kort voor
en tijdens de oorlogsjaren, ingebed in Tetteroo's brede kijk op het
wereldgebeuren. Hij heeft oog voor
het kleine en grote. Hij verhaalt dat in Schipluiden een lommerdbriefje
voor zijn voeten dwarrelt, afkomstig uit een Rotterdams pandjeshuis
en kilometers ver weggevoerd op de hitte van de vuurzee van de brandende
havenstad. Hij verhaalt hoe schrijnend hongerige stedelingen voor voedsel
het Westland intrekken en dat bij controles op de terugweg weer moeten
inleveren. Ook pent hij op hoe hij diverse malen ondanks zijn 'Sonderausweis'
toch wordt gepakt bij razzia's, hoe de joodse bevolking steeds meer
in het nauw wordt gedreven en hoe Delftenaren schimpen op Nederlandse
vrijwilligers die voor de Duitsers gaan vechten aan het Oostfront in
Rusland als ze langs komen in een trein uit Den Haag.
Diep aangrijpend
zijn z'n toevallige ooggetuigeverslagen van razzia's in februari 1943
te Haarlem, een stad waar hij per trein heengaat voor een zieke zwager.
Zeer ontroerend is een brief uit een dodencel van Kees' boezemvriend
Theo van der Stap, geschreven een paar uur voordat deze in kamp Sachsenhausen
wordt gefusilleerd.
Kees Tetteroo
illustreert zijn verhalen rijkelijk. Hij plakt bijvoorbeeld dat bewuste
lommerdbriefje in, hij doet er zijn eigen foto's bij en voegt heel veel
krantenknipsels, eigen tekeningen en bonnenboekjes van karnemelk en
tabak toe. Er zit zelfs een papiertje in van snoep dat werd uitgeworpen
door Engelsen. Op de wikkel staat een spotprentje van Zwarte Piet die
Hitler achterna zit.
|
Schat
aan documenten uit oorlog duikt na 60 jaar op
MIDDEN-DELFLAND
- Zestig jaar na de bevrijding is in de Zuid- Hollandse gemeente
Midden- Delfland op zolder een schat aan oorlogsdocumenten gevonden.
Het betreft een rijk geïllustreerd dagboek over het leven tussen
1936-1945, plus een doos met zeker honderd unieke foto's.
"Dit is echt
heel bijzonder", zeggen P. Hofland en S. Schillemans van het stadsarchief
in het naburige Delft, die een eerste taxatie verrichtten. Het
dagboek - bestaande uit een aantal delen - is opgesteld door de
in 2001 overleden veeverloskundige Kees Tetteroo uit Schipluiden.
Hij was 17 jaar toen de oorlog begon.
Dankzij zijn
beroep kon hij nog een tijd lang redelijk vrij op z'n motor door
Zuid-Holland reizen. Niet alleen tekende hij zijn ervaringen nauwgezet
op met een voor zijn leeftijd verbluffend scherp inzicht, hij
voorzag zijn dagelijks relaas ook van allerlei documentatiemateriaal
zoals bonnenboekjes, krantenknipsels, opbeurende pamfletten uit
Engeland en eigen situatieschetsen. Bovendien maakte hij - vaak
stiekem - veel foto's.
Ondermeer
zijn nu opgedoken nog nooit gepubliceerde foto's van gebombardeerd
Rotterdam en brandende olietanks in Rozenburg. Ook kiekte Tetteroo
de vordering van paarden in Schipluiden, het bombardement op de
Kogelgieterij en op de Wippolder in Delft, de intocht van Duitse
troepen in Den Haag en Den Hoorn, de tot puin vervallen Pijnackerse
kerk en landerijen in het Westland die in 1944 onder water werden
gezet om landingen van Britten te voorkomen.
Verder maakte
hij in onder meer Wateringen, Monster, Schipluiden, 't Woudt,
Poeldijk en Loosduinen veel platen van neergeschoten Duitse, Nederlandse
en Britse vliegtuigen. Onder meer in Wateringen, Monster, Schipluiden,
't Woudt, Poeldijk en Loosduinen fotografeerde Tetteroo omlaag
gehaalde Nederlandse Fokkers, Duitse Junkers en Engelse Spitfires.
De kinderen
van Kees Tetteroo buigen zich nu over de vraag hoe zij deze nog
maar pas ontdekte schat aan oorlogsdocumenten het beste kunnen
doorgeven aan het nageslacht.
|
|
"Wat vooral
frappeert is de veelzijdige benadering van deze dagboeken. Al die verhalen,
al die illustraties daarbij, en dan: dat scherpe waarnemingsvermogen
van een jongen van net twintig, die al in 1942 glashelder inziet welk
ellendig lot de joden te wachten staat. Het is werkelijk onvoorstelbaar!",
zegt een familielid dat de documenten nu voor het eerst ziet.
De dagboeken
en foto's zijn inmiddels goed opgeborgen. De grote vraag is nu: wat
ermee te doen. In familieberaad is deze week besloten naar publicatiemogelijkheden
te zoeken. Gedacht wordt aan een eventuele complete internetversie (het
ouderwetse handschrift dan helder uitgetikt), maar ook aan een integrale
kopie van de dagboeken. Daarvoor zal worden gezocht naar uitgevers en
fondsen die dit willen steunen. "Want duidelijk is dat dit document
niet verloren mag gaan en dat het een bredere verspreiding verdient."
|
|
Terug
naar boven
|
Papier
uit brandend Rotterdam
Mei 1940
'Er
is geen wolkje aan de hemel en toch is het duister. De zon gaat
schuil achter een gordijn van roet, as en papier dat door de hitte
van brandend Rotterdam door de lucht zweeft en ver weg neerdaalt.
Vader
en ik zijn nog even naar De Lier geweest, maar onder het fietsen
hadden we telkens vuil in de ogen en toen we onze neus eens uitsnoten,
werden onze zakdoeken zwart van het roet. Overal lag het bezwaaid
met papier, o.a. stukken behang, levensverzekeringen, vrachtstukken,
zelfs grote stukken gordijn. Het hier opgeplakte pandbewijs viel
vlak voor m'n voeten bij ons thuis (in Schipluiden).
|
|
Terug
naar boven
Zo
Kees, ook weer op jacht?
|
Donderdag 7 december
1944
Vanmorgen op de
Markt in Delft hoorde ik dat er een vliegtuig was gevallen bij J. Knijnenburg
in de Zouteveen achter Schipluiden. 's Middags ben ik gaan kijken.
Het
was een Spitfire van het Poolsche Eskadron in Engeland. De piloot cirkelde
vanmorgen laag, waarschijnlijk om een noodlanding te maken. Plots raakte
hij het dak van de boerderij van knijnenburg, toen een hoorberg, en
viel toen neer.
Het vliegtuig
brak in vier stukken. De piloot werd zwaar gewond. De knecht van Knijnenburg
zag het vliegtuig neerkomen en zocht dekking achter de hooiberg, maar
hij werd door een vleugel geraakt en was dood. Toen ik kwam werd het
vliegtuig en de gewonde piloot bewaakt door Duitschers. Met hulp van
de zeer eerwaarde pastoor Theissen uit Schipluiden kon ik de radio ongemerkt
uit het vliegtuig halen en meenemen.
|
Het vliegtuig
lag op een zeer modderige plek en de schildwacht liep telkens om de
schuur heen om zodoende de wrakstukken te bewaken. De pastoor vroeg:
'Zo Kees, ook weer op jacht? Heb je al wat van het vliegtuig?' Na even
gepraat te hebben ging ik proberen het radiotoestel mee te pikken terwijl
de pastoor met de politieman Korstens de wacht aan de praat zou houden.
Alles verliep
volgens plan en nadat ik het radiotoestel had gehaald en naast de schuur
had gelegd, voegde ik me weer bij het groepje waar pastoor hevig debateerde
met de Duitscher. Toen ik liet merken dat ik het toestel bij de schuur
had liggen liep pastoor in druk gesprek met de Duitscher naar de andere
kant waar ik gebruik van maakte om de vracht achter op mijn fiets te
gooien en er vandoor te gaan.'
Terug
naar boven
|
Veel
reacties op vondst oorlogfoto's
MIDDEN-DELFLAND
9 mei 2005 - De vondst in Schipluiden van
een bijzonder oorlogsdagboek plus een unieke verzameling foto's over
de bezettingsjaren in Zuid-Holland heeft geleid tot een stroom aan reacties.
Diverse
lezers van deze krant belden na lezing van het zaterdag verschenen
artikel met tips en vragen naar de familie van de dagboekschrijver,
de voormalige veeverloskundige Kees Tetteroo (1922-2001). Reacties
kwamen ook uit Noord-Holland, waar het Haarlems Dagblad fragmenten
publiceerde over lokale razzia's waarvan Tetteroo ooggetuige was.
Burgemeester
A. Rodenburg van Midden-Delfland heeft inmiddels twee uur zitten
bladeren in de boeken. "Ik ben met mijn 35 jaar van ruim na de
oorlog, maar als je dit leest, dan voel je helemaal de sfeer van
toen."
Zelfs
voor Jacques Moerman, voorzitter van de Historische Vereniging
Schipluiden, komen de dagboeken als een grote verrassing. Het
was hem wel opgevallen dat Kees Tetteroo altijd exacte data wist
te noemen bij gebeurtenissen uit 1940-1945, op basis van van zijn
'oorlogsaantekeningen'. Maar ook Moerman had geen idee dat het
om complete dagboeken ging. "Hij hoorde tot het slag mensen dat
bescheiden was over de eigen rol."
De
familie heeft inmiddels een email-adres geopend voor reacties:
ct.oorlogkroniek@gmail.com.
|
|
Terug naar
boven
|