Het
Rijksmuseum in Amsterdam was eens het grootste gebouw van Nederland.
Miljoenen trekken jaarlijks langs de enorme collectie. Alleen voor
hèt pronkstuk van de kapitale schilderstukken kon
maar geen goede plek worden gevonden.
Pas
in 1985 kreeg Rembrandt`s Nachtwacht
een vaste plek.
Jarenlang
is er mee gestoeid. Johannes van Tetterode, bouwkundig opzichter van
het Rijksmuseum Amsterdam, mocht er ook enige tijd zijn tanden op stuk
bijten.
De
Nachtwacht van Rembrandt moest het middelpunt van de collectie worden
van het Rijksmuseum dat in 1885 de deuren opende. Zes jaar eerder is
al een speciale commissie begonnen het enorme kunstwerk goed tot z`n
recht te laten komen. Een goede lichtinval is daarbij van vitaal belang.
Maar ondanks
een gedegen studie en een speciaal gebouwd proeflokaal mislukte de opzet.
Direct na de opening van het Rijksmuseum kwam er veel kritiek los. De
indirecte lichtinval van boven is niet goed, zo moest de directie toegeven.
Het museum
treft maatregelen maar die blijken alleen maar lapwerk. De schilder
Jozef Israël adviseert een nieuwe ruimte bij het Rijksmuseum te bouwen.
Zijlicht ofwel `staandlicht` is nodig, zo zei hij.