Waerdenborch enige doorgang in landweer Militaire voorpost van hanzestad Deventer |
Deventer bouwt een landweer tot aan Holten om de belangrijke handelsroute naar Westfalen en Noord Duitsland te beveiligen tegen invallen uit Gelderland. Nadat de bisschop het kasteel Arkenstein of Arkelstein klaar heeft komt er rond 1377 een verdedigingswerk bij de splitsing van de handelswegen naar Rijssen richting Noord Duitsland en naar Markelo richting Westfalen. Daar moet je door de landweer. De splitsing is bij Holten. De versterking krijgt de naam Waerdenborch of Waardenborg. |
Boven: In 1973 is het middeleeuwse fundament van kasteel Waardenborg zichtbaar. Rechts (noordelijk) lag de voorburg. |
Boven: Een landweer is een dijk, een verhoging vol doornstruiken met aan weerzijde grachten. Een landweer is ondoordringbaar voor een man te paard. De bouw van de Waardenborg begint in 1377 en in november van het volgende jaar is een wachttoren in de landweer klaar. Weer een jaar later heeft de wachttoren, die de naam Borchvrede krijgt, een vaste bezetting met soldaten. Maar al het jaar daarna, in 1380, brandt Hendrik van Solmisse het Hues tot Holten plat. Hendrik van Solmisse is een bondgenoot van de opstandige rentmeester Hendrik van Stakenborch van Salland. |
Het jaar daarna begint al de herbouw van het kasteel bij Holten en in 1382 is het verdedigingswerk klaar. De Waerdenborch is de naam van het nieuwe, stenen kasteel. De handel over land neemt toe en de bisschop van Utrecht besluit dat het kasteel te versterken.
|
Hij verpacht het vanaf 1401 aan de rentmeester en schout van het land van Vollenhove, Gerrit Borre (familiewapen rechts), die als kastelein tol kan heffen aan de passanten. Gerrit Borre geniet inkomsten uit twee boerderijen bij Holten en hij spreek recht in het richterambt. De kleine boetebedragen tot drie pond mag hij houden. De rest gaat naar de drost van Salland die zijn ambtszetel op Arkelstein heeft en er vermoedelijk ook woont. |
Links: Op deze plek ten zuiden van Holten stond de ophaalbrug met een groot poortgebouw in het kasteel dat ongeveer 25 bij 30 meter groot was. Links was nog een voorburg die niet is uitgegraven. |
In de jaren 1401 tot 1449 werken arbeiders regelmatig aan een vergroting van de Waardenborg en het kasteel Diepenheim. Gelderse soldaten belegeren het kasteel Diepenheim in 1504. Hertog Karel van Gelre herhaalt een inval zes jaar later en in 1524 voor de derde keer. In 1536 verwoest George van Toutenburg, veldheer van keizer Karel V, het kasteel grondig. De Waardenborg ligt dan ook al in puin. Keizer Karel de vijfde laat de Waardenborg in de jaren 1529 1531 afbreken. Rechts: De handelsweg van Deventer naar noord Duitsland en Westfalen splitst zich bij Holten. De weg naar Westfalen langs kasteel Oldenhof bij Markelo gaat bij de Waardenborg door de landweer, de verdedigingslinie tegen de Gelderse soldaten die regelmatig Twente binnenvallen in het begin van de zestiende eeuw. |
De bisschop in Utrecht bezit in 1300 twee kastelen in het Oversticht (Overijssel): Vollenhove en Goor. Hij koopt daarna Diepenheim in 1331 en Lage bij Denekamp in 1346. De bisschop vindt dat er langs de handelsroute tussen Deventer en Holten een sterk kasteel moet verrijzen en bouwt samen met de stad Deventer in 1360 Arkelstein (of Arkenstein). De bisschop krijgt door verovering of koop nog: |
Boven: Om zijn land te beschermen tegen de agressie van Holland en Gelderland (Gelre) bouwen de bisschoppen van Utrecht steeds meer kastelen of koopt ze. |
Deventer groeit als handelscentrum sterk. Beroemde denkers als Erasmus studeren er in de Latijnse school. Deventer is na Keulen het belangrijkste economische centrum in het nederrijngebied. In 1447 passeren naar schatting 24 wagens per dag met goederen de tol in Holten bij de Waardenberg. De handelaren reizen in convooi om struikrovers geen kans te geven. Kastelein van de Waardenborg is de rentmeester van Twente, Jacob van Ittersum (1465-1467), Evert van Graes (1467 - 1471), Deric van Voorst (1471 - 1477), Jacob van Ittersum (1477-1500) en zijn zoon Johan van Ittersum (1500-1518) en Willem van Doetinckum (1518-1529). Bron: Holten, het bisschoppelijk kasteel de Waardenborg van HL Janssen en AD Verlinde. |