Herman Holstege opgepakt en te werk gesteld

Herman Holstege komt in de krantMARKELO Bang was hij, altijd heel bang. Bang voor de Duitsers, dat ze hem zouden oppakken, bang om te werkgesteld te worden en bang voor de beschietingen tijdens de bevrijding. Bang om de oorlog niet te overleven. Herman Holstege (85) uit Markelo kan het allemaal navertellen. Hij was zestien jaar toen de Nederlandse strijdkrachten met een harde knal om vier uur 's morgens de bruggen over het Twentekanaal opbliezen.

In de oorlog werkte Herman Holstege bij Koenderink, de familie heette eigenlijk Wissink. Arbeidskracht was schaars. Steeds meer knechten moesten voor de bezetter werken in de fabriek. "Jan Hendrik Wissink, die naast me zat op school, kwam niet terug uit Duitsland. De geallieerden bombardeerden de fabrieken. Maar ik had geluk. Het verzet had het gebouw van de Raad van Arbeid in Hengelo in brand gestoken. Daardoor waren mijn papieren verbrand en konden ze mij niet oproepen."

In de krant verschenen in juli 1943 steeds vaker berichten over razzia's en terechtstellingen van verzetsmensen. "We werden gewoon bang gemaakt." In september plukten de Duitsers inderdaad Markeloërs in het wilde weg van straat. Zo'n 300 mannen uit Markelo, Goor en Enter werden in veewagens 's nachts naar een onbekende bestemming gebracht. "We dachten dat we naar Duitsland zouden gaan. Ik zag 's morgens het bordje Van Roijensingel. Daar werd het landbouwblad gedrukt dat we thuis lazen. We waren in Zwolle. Daar was ik nog nooit geweest."

Eerste moest Herman Holstege meehelpen loopgraven aanleggen bij Windesheim, ten zuiden van Zwolle. Daarna moest hij meehelpen langs de IJssel tankgrachten graven. "Je kon zo weglopen. Er waren geen Duitse soldaten in de buurt. Alleen NSB'ers en landwachten. Maar je bleef. Als ik er tussenuit zou knijpen, pakten de Duitsers mijn broer op. Of misschien liepen mijn ouders gevaar."

Waarom weet hij niet. Maar op een gegeven moment was het maandenlange graafwerk in Zwolle klaar en stond Berend Jan Nijkamp, 'Reint', met paard voor zijn neus om hem op te halen. Het was februari 1945. De geallieerden waren in aantocht. "Het wemelde van de SS'ers van de Herman Göring divisie bij Markelo. Zij waren bij boeren ingekwartierd. Veel soldaten van hun eenheid waren gesneuveld. Volgens mij wisten zij dat de oorlog niet meer lang zou duren. Op 8 april bevrijdden de geallieerden Markelo. Ik zal dat nooit vergeten. De hulppredikant had een pistool in de hand en begeleidde een tank waarop krijgsgevangenen zaten." Het plezier was echter van korte duur. "Bij de bevrijding van Okkenbroek bij Holten schoot Canadeze artillerie de boerderij van mijn oom en tante in brand. Mijn tante vluchtte naar buiten en is toen doodgeschoten."

Nieuw themanummer

De stichting Heemkunde Markelo laat binnenkort een nieuw themanummer drukken in het kader van de herdenking van de bevrijding. Daarna staat onder meer het verhaal van Herman Holstege dat nog niet eerder is opgetekend. Ook de stichting Historisch Goor schenkt aandacht aan het feit dat 65 jaar geleden de oorlog was afgelopen. Er komt een herinneringsboekje over het bombardement op het centrum van Goor waarbij 82 burgers omkwamen. Geallieerde troepen wilden munitiedepots van de Duitsers bombarderen maar troffen het Goorse stadshart. Gorenaren kunnen hun persoonlijke memoires laten optekenen over de dramatische aanslag en de periode die daarop volgde.