Kans is klein dat zaagmolen ooit weer wieken krijgt 'Als de rondleiding je niet bevalt betaal je niets' DELDEN - Krrr. Piepend en krakend komt tergend langzaam het zaagraam in beweging. Vliegwielen maken hun eerste omwenteling. Aandrijfbanden klapperen in de lucht. Toeristen kijken hun ogen uit. De vloer onder hun voeten beweegt voelbaar heen en weer. De krukas in de achttiende eeuwse houtzaagmolen achter hotel Carelshaven komt in beweging. Het zaagraam maakt korte metten met dikke eiken stammen. Van dik hout zaagt men planken. Al eeuwenlang. Maar de afgelopen twintig jaar zagen vrijwilligers er hout. De oude Houtzaagmolen van Twickel groeit langzaam uit tot een belangrijke toeristische attractie. Het aantal bezoekers is nog niet groot. Zo'n 3000 mensen komen er jaarlijks binnen. "Maar de mensen komen wel van steeds verder weg", vertelt Peter Willems die als secretaris van de Deldense monumentencommissie er in de jaren 80 voor zorgde dat de voormalige Zaanse windmolen erkenning kreeg als rijksmonument. "Vanmorgen hadden we mensen uit België en nu inwoners van Zeeuws-Vlaanderen." Zestien vrijwilligers slijpen de zagen en smeren de machines en tien van hen leiden het hele jaar door bezoekers rond op woensdag en zaterdag. Anderhalve euro geeft toegang tot de oude stoommachine en de gerestaureerde waterketel. Vrijwilliger Herman Heuker of Hoek zegt zelfs wel eens voor de grap, 'als de rondleiding je niet bevalt betaal je niets'. "Kreeg ik na afloop toch nog tien euro", lacht hij. Voorzitter Jan Hakstegen van de Zaagmolen, die al eens een boek schreef over de Oude Kerk in Delden, vertelt dat Carel van Wassenaer Obdam, eigenaar van het landgoed Twickel in de achttiende eeuw, een vooruitziende blik had. "Hij studeerde economie in Oxford", vertelt Jan Hakstegen. "Daar zag hij dat de Engelsen kanalen groeven om hun spullen snel te vervoeren en brandstof naar de fabrieken te brengen. Van Wassenaar trouwde een rijke Amsterdamse en legde met haar kapitaal van 1771 tot 1775 de Twickelervaart aan tussen de Regge bij Enter en Delden. Aan het einde van het kanaal liet hij de houtzaagmolen die uit de Zaanstreek afkomstig was, herbouwen met een schippersherberg dat de naam Carelshaven kreeg." In Amsterdam en de Zaanstreek kocht hij hout om in de Twickelse zagerij te laten zagen. In Twente groeiden destijds nauwelijks bomen. Het gezaagde hout verscheepte Carel van Wassenaar onder meer naar Friesland waar hij belangen had in een scheepvaartmaatschappij in Makkum. Een wens van de stichting Houtzaagmolen om wieken op de houtzaagmolen te plaatsen en te laten draaien lijkt niet realistisch. "Om de wieken te laten draaien zou je alle bomen en huizen in een omtrek van 300 meter moeten kappen en afbreken. Ik denk niet dat dit er ooit van zal komen", zegt Jan Hakstegen. Door ziekte van enkele oudere vrijwilligers is de zaagmolen op zoek naar enkele nieuwe vrijwilligers. Belangstellenden kunnen zich melden bij de zaagmolen of bij Herman Heuker of Hoek telefoonnummer 074 - 3762403. Zie ook foto's |